Woord-muziek
Een Leer van het Accent te geven lijkt mij nog onbereikbaar voor een mensch.
Novalis heeft het algemeen begrip van een proef-ondervindelijke schoonheidsleer het meest nabij gezien toen hij den wensch uitsprak naar een ‘fantastica’ zooals er is een ‘logica’. Zelfs de eerste stap op de baan van Wetenschap der Klank-expressie, die een lagere klas dier schoonheidsleer zou zijn, heeft niet weerklonken nog.
Neem dezen regel eens, waarin een van Kloos zijn sonnetverheffingen ten einde vloeit:
‘Als alles wat héél vèr is en héél schoon’
Men weet, dat als er stond:
‘Als alles wat zeer ver is en zeer schoon’
de regel heel zijn leven had verloren.
Nu kan men dit van buiten af wel eenigszins verklaren door zijn indruk na te gaan en zeggen: 't woordje ‘heel’ is zacht van klank en ‘zeer’ is hard, ‘heel’ is bekoorlijk door natuurlijkheid, ‘zeer’ is wijsneuzig deftig en in deez' regel waar een liefdeklacht ten einde droomt zoo als eens verren wandlaars avondlied versterft, klinkt 't woordje ‘heel’ alleen.
Maar dit is niet met indringend bewijs verklaren hoe 't wézen zelf der dichtkunst van dit verschil afhanklijk is.
Bewijzen waarom 't eene poëzie is en 't andere niet en hoe de kèrn der dichtkunst is dat dit zoo is, dat waar een régel stellen der fantastica.
Van Deyssel, Verz. Opst.