Over dichters.
Er is een groot onderscheid tusschen de verzen van een die de gratie heeft en de verzen van het karaktervolst proza-mensch. De eerste zijn natuurlijk als proza maar wezen kan, de tweede blijven stijf, als versjes kunnen zijn. 't Is het onderscheid tusschen muziek die uit de ziel komt en een schema, van buiten opgelegd, het onderscheid tusschen poëzie en rijm.
Heel zelden slechts is sòms bij Visscher, heel laat komt eerst bij Huygens dat gemak dat het rijm vergeten, aan spontaanheid in vers gelooven doet, dat een surrogaat is voor natuurlijke muziek. 't Is als hij een vers schrijft als bij den dood van Maurits, waar de gemeendheid hem heen-draagt over het versgemaak, of als hij, oud al, een vers op zijn verjaardag of op een nieuwjaar of bij een feest schrijft, met een eenvoud die de ouderdom meenen doet; of in het simpel verslag van een reisje, waarin zijn makkelijkheid van wat hij zag te noteeren, niet verborgen werd onder jeugdiger lust naar woordgespeel.