Taal en Letteren. Jaargang 4
(1894)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTaal en Letteren. Jaargang 4. W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle 1894
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 4 van Taal en Letteren uit 1894.
redactionele ingrepen
p. 301: noot ‘1’ heeft in de lopende tekst geen nootverwijzingsnummer. In deze digitale editie is de noot onderaan de pagina geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II en IV) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
TAAL EN LETTEREN.
[pagina III]
TAAL EN LETTEREN,
ONDER REDACTIE
VAN
Dr. F. BUITENRUST HETTEMA te Zwolle, J.H. VAN DEN BOSCH te Gouda, Dr. R.A. KOLLEWIJN te Amsterdam, en Prof. J. VERCOULLIE te Gent.
VIERDE JAARGANG.
ZWOLLE,
W.E.J. TJEENK WILLINK.
1894.
[pagina V]
INHOUD.
Bladz. | |
---|---|
J.H. van den Bosch, Paraphrase (Staring, Bij het graf van R. Feith) | 1 |
Dr. R.A. Kollewijn, Over Humor | 11 |
J.H. van den Bosch, Hulpwerkwoorden | 23 |
Dr. F.A. Stoett, Hielbeslag | 27 |
Dr. F.A. Stoett, Van den os op den ezel | 29 |
J.H. van den Bosch, Een dichterziel (Da Costa) | 35 |
Dr. R.A. Kollewijn, We, je en ze als onbepaalde voornaamwoorden | 57 |
Dr. A. Beets, Daar loopt wat van St. Anna onder | 60 |
J.H. van den Bosch, Hagar van Da Dosta (tekstverklaring) | 65 |
J.G. Talen, Over vorm en indeeling der werkwoorden (Wat toegepaste methodologie) | 83 |
Dr. G.A. Nauta, Hij is het gelukkigst en hij is de gelukkigste | 105 |
Dr. G.A. Nauta, Den rooden haan laten kraaien | 108 |
J.H. van den Bosch, Letterkunde en Paraphrase (Da Costa, Ontboezeming) | 129 |
J.A.F.L. Baron van Heeckeren, Iets over Rhijnvis Feith (Drie Fragmenten) | 145, 193, 249 |
W. van der Heide, Het Haantje van den Toren, van De Génestet | 159 |
W. van der Heide, Aanteekeningen | 164 |
Dr. J.M. Hoogvliet, Beter | 175 |
K.O. Meinsma, Een merkwaardig drietal (koekoek, hoorndrager, hahnrey) | 177, 203 |
Dr. R.A. Kollewijn, Over taalfouten en noch wat | 216 |
K.O. Meinsma, Verscheidenheden [: Stoof, - Hofwyck 1254, - Kostelyck-Mal 179/80, - Voorhout 123, - Cluyswerck 338] | 265 |
Aug. Gittée, De Vlamingen en de Nederlandsche taal | 281, 313 |
Dr. H.J. Eymael, Huygens Voorhout, vs. 8, met naschrift van Dr. R.A.K. | 303 |
J.A.F.L. Baron van Heeckeren, Een voorganger van Multatuli | 329 |
Dr. J.M. Hoogvliet, Iets over de Beschrijving van het Nederlandsche verbum door den heer Talen | 339 |
J.G. Talen, Naschrift, met Aanhang (hist. gramm.) | 343 |
J.A.F.L. Baron van Heeckeren, De Geuzen van O.Z. van Haren | 347 |
J.A.F.L. Baron van Heeckeren, De Hollandsche natie van J.F. Helmers | 351 |
[pagina VI]
Bladz. | |
---|---|
A.K. Castelein, Beter | 354 |
Jan Brouwer, Iets over de ontleding van samengestelde volzinnen (met naschrift van de Red.) | 355 |
Dr. J. Bergsma, Eene Inleiding tot De Génestets Leekedichtjes | 365 |
Dr. H.J. Eymael, Ook wat ‘verscheidenheden’ (met naschrift van K.O. Meinsma) | 373 |
B.H., Uitgeven en verklaren (Over Sente Brandane, ed. Bonebakker) | 380 |
Woordverklaring: K. Poll, Huygens Zedeprinten (248). - Dr. G.A. Nauta, Hoorn, Roode haan, Koeien met gouden hoornen, Met de Prins over de Maes ekomen, Over Bredero | 271 |
Boekaankondiging: Dr. G. Kalff, Elckerlyck en Everyman door Dr. H. Logeman | 112 |
Kleine meedelingen over boekwerken: M. May, Beiträge zur Stammkunde d.d. Sprache (Uhlenbeck, 126). - J. Kelle, Gesch. d.d. litteratur (Gallée, 127). - B. Berrington, Peculiar Engl. Expressions (Brennan, 128). - G.J. Jonckbloet, Multatuli (v.d.B., 186). - Huygens, Gedichten, II, III (Dr. Meijer, 188). - Kluge-Kern, Voorgeschiedenis van 't Germaansch (B.H., 189). - J. Ries, Was ist Syntax? (Talen, 245). - Dr. Treitel, Grundriss der Sprachstörungen (Talen, 309.) - Gerhard, Steilschrift, (Rijkaart, 310). - J. Kooistra, Zedelijke Opvoeding (B.H., 311.) - Jos. Wright, Primer of the Gotic language (B.H., 311). | |
Allerlei: Vondel en Brederoo (10). - Hoe nu de talen ingedeeld (22). - Vroeger. - Intellectualisme en reactie (28). - Historie-schrijven (33). - Bilderdijk over ‘Taal en klank.’ - Ons voorgevoel (34). - Gastebod: kesteboô (56). - Het volk en de boeketaal (81). - Boeketaal en volkstaal. - Abstractie (82). - De geestelijke wereld (111). - Over ‘taalkundigen’. - Over Phraseologie (125). - Een parallelplaats (128). - Klassiek en volksaartig. - Volksletterkunde. - Beschaafd en barbaars (144). - Gevoel en begrip! (157). - Ideaal leermeester (158). - Stijl (174). - Kosten synoniem met gelden (202). - F. en T. - Hielbeslag (215). - Cats en de taal (264). - Kiekie. - ‘Kunstsmaak’ (270). - ‘Ernste kritik’ (278). - Over de nieuwe literaire ‘kunst’ (279). - Onder den hamer brengen (305). - Krokodillentranen (307). - Vidimus (312). - Poppe-reusen, poppen-Goliats (346) - Maerlant en de middeleeuwen (364). - Over dichters (372). | |
Vragen | 192 |
Verbeteringen, Corrigendum | 338, 379 |