Taal en Letteren. Jaargang 4
(1894)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 354]
| |
Beter.Het artiekeltje van Dr. Hoogvliet over beter in een der vorige afleveringen van dit tijdschrift diende om aan te tonen ‘dat in beter (hersteld) de uitgang er, althans wat de betekenis betreft, geen komparatiefuitgang is, maar een afleidingsuitgang van een andere soort.’ Ik ben het met Dr. Hoogvliet niet eens en zal trachten aan te tonen, dat we in beter (= hersteld) met de komparatief te doen hebben. Dat de komparatief in beter (= hersteld) niet duidelik gevoeld wordt is buiten kijf. Toch is het begrip van vergelijking noch niet geheel verdwenen. Zeggen we van iemand, dat hij beter is, dan denken we niet alleen aan de tegenwoordige gezondheidstoestand, maar ook noch aan de vroegere. Geheel verdwenen zou het begrip van vergelijking eerst zijn, wanneer beter betekende gezond zonder meer. Dat een komparatief de betekenis van een posietief krijgt is bovendien zoo zeldzaam niet. Bij de meeste onregelmatige trappen van vergelijking treffen we in verscheidene talen afwijkingen aan wat de betekenis betreft. Ik wijs op 't Eng near, dat oorspronkelik de komparatief was van het Oudwests. néah en een positief werd met de betekenis dichtbij. Later heeft men om de komparatief te laten uitkomen de uitgang -er opnieuw er achter gevoegd. Zo ontstond nearer. Analoog dus met het Noordhollandse beterder en met Eng. betterer, worser en lesser. ‘In the vulgarism betterer for better, and in the antiquated forms worser for worse and lesser for less, we have an excess of expression’ (Latham, The Eng. Language 5th ed. p. 495). Dat better in 't Eng. niet de betekenis van hersteld kan hebben, betwijfel ik ook. Uitstekende kenners van 't Eng. verzekerden mij van wel. In de Handl. van C. Stoffel III p. 138 vertaalt deze grondige kenner der Eng. taal mijn kiespijn is over door my tooth-ache is better now. Noch een opmerking naar aanleiding van gebeteren. ‘Werkw. met ge- van komparatieven afgeleid komen voor zo ver ik weet in 't geheel niet voor’ beweert Dr. Hoogvliet. Toch vind ik in 't Mdnl. Wdb. een voorbeeld van gemeren. Ge- in gebeteren komt dan ook alleen voor ‘ter versterking der met het ww. kunnen verbonden negatie’ (Ned. Wb.). Zie over dit ge- het Ned. Wb. en Verdams Mnl. Wb. en de daar opgegeven bronnen.Ga naar voetnoot1) Amsterdam, Aug. '94. A.K. Castelein. |
|