Taal en Letteren. Jaargang 4
(1894)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVidimus.Spaansche Brabander, vs. 1722. Byateris zegt tegen Gierighe Geeraert: Wel ouwe kennis, ick wensch jou goeden dach en een goet jaer
In wat gat hebjy soo langh esteecken, secht mijn, ouwe Bestevaer?
Wat helptet! jou vydemis van jou ansicht is my schier vergheten,
Hoe gatet mit jou ghehoor?
Vidimus = wij hebben gezien, ‘de term van bekrachtiging, bij openbare akten’, was bij Huygens geheel en al synoniem geworden met gelaat, gezicht, tronie. Dat is een stoute overgang van beteekenissen, die moeilijk te verklaren is. Ik geef nog de volgende plaatsen.
Voorsichtige Klaes.
De Spitsche Gevel-tipp die tusschen wangh en wangh is
Van Klaesens Vidimus, steeckt sulcken stuck voor uyt,
Dat m'hem met goede re'en verr' en voorsichtigh duydt,
Indien hy half soo verr' kan sien als sijn neus langh is.
Korenbl., 1672, II, bl. 251.
Jan van sijn Wijf.
Verschoont het teere vat, uw' Wijfjen, seid' ick, Jan;
Verschoonen seid' hy, vriend? seer geern, all wat ick kan:
Sy heeft een Vidimus dat niet en is om thoonen;
Denckt of ick 't geerne de', kost ick se wat verschoonen.
Ibid. bl. 275.
Vydemis = vidimus wordt door de uitdraagster en koppelaarster Byateris in bovenstaande plaats uit den Brabander, dus heel dwaas te pas gebracht. Dit levert echter geen bezwaar op, daar het volk gewoon is met vreemde woorden zot om te springen. Oudemans zoekt het te ver, door te meenen dat ‘vydemis, verbastering van vidimus hier spottend gebezigd is voor herkenningsteeken (bewijs van identiteit) bij het wederzien.’ Zooals Verwijs opmerkt, spreekt Byateris hier tautologischGa naar voetnoot1), maar hij ziet ten onrechte in vydemis een verbastering van physionomie, al kan dit er op gewerkt hebben.
Voorschoten. K. Poll. |
|