Hielbeslag.
(Uit Starings Verjonjinjskuur.)
In de 5de aflevering van den 3den jaargang is door Dr. R.A. Kollewijn eene tekstverklaring gegeven van Starings Verjongingskuur en o.a. ook ter sprake gebracht de beteekenis van hielbeslag in de volgende regels:
Hun strooyenhoedskostuum leed last! - Het Hielbeslag -
't Lorgnetglas aan een koord (schijnblindheids ridderteeken!)
De snuifdoos - geen der Kwikken van den dag,
Waarin geen pijlspits van Annets vernuft bleef steken!
Dr. K. meent, dat hielbeslag hier is op te vatten als: ‘bekleding van de hiel, of bij uitbreiding van de gehele voet. Dus: hakken of schoenen.’
Tegenover deze meening wensch ik eene andere te stellen, die m.i. veel waarschijnlijker is. Ik zie namelijk in hielbeslag eene toespeling op de sporen. Het dragen van sporen was in Starings tijd (± 1830) juist ‘een der kwikken van den dag.’ Men was toen gewoon ze te dragen ook al had men nooit te paard gezeten, of al ging men niet rijden. Op de wandeling, bij het afleggen van bezoeken, zelfs in de balzaal had men ze in dien tijd aan. Koning Willem I gelastte dit de officieren zelfs op officieele bals.
Op modeplaten van de jaren 1823 en 1831, die zich in de Universiteits-Bibliotheek alhier bevinden, en behooren tot eene collectie Modes de Paris, Petit Courrier des Dames (Boulevard des Italiens no. 2, près le passage de l'opéra), en tot eene andere Costumes Parisiens, heb ik verschillende heeren in wandel- en visitecostuum afgebeeld gezien, allen met een lorgnetglas aan een koord en sporen aan de voeten.
Kon Staring een beter woord hiervoor gekozen hebben dan hielbeslag?
A., Januari '94.
F.A. Stoett.
Zonder enig voorbehoud laat ik mijn verklaring van hielbeslag voor die van Dr. Stoett varen.
R.A.K.