Sprokkel.
Akkerleven van Hubert Cornelisz. Poot.
Het fraaie en overbekende gedicht van H. Cz. Poot, Akkerleven getiteld, wordt zooals bekend is hier en daar ontsierd door zeer onhollandsche natuurtafereelen. Uitdrukkingen b.v. als: ‘zijn gladde mellekkoeien in een bogtigh dal hoort loeien’, - ‘daar een levendige vliet van de steile rotsen schiet’, - ‘perst hem most, most, die slechts wat moeite kost’ -, kunnen onmogelijk het gevolg zijn van eigen natuurbeschouwing, maar zijn zeer zeker reminiscensen van vroegere lectuur. Een vergelijking van den bekenden epodos van Horatius: Beatus ille qui procul negotiis etc. volgens de prozavertaling van Vondel, met Poots gedicht levert ons dan ook al dadelijk het bewijs. Woordelijk vinden wij daar: ‘of in een boghtigh dal zijne loeiende koeien dwaelen ziet’, - ‘terwijl het water van de steile klippen afschiet’, - ‘en zoeten most uit een versch vat tappende’. Eene nadere vergelijking tusschen het gedicht van Poot en Vondels prozavertaling loont de moeite. Vele trekken en beelden zijn letterlijk ontleend aan Horatius' lierzang.
Grijpskerk.
K. POLL.