Taal en Letteren. Jaargang 2
(1892)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTaal en Letteren. Jaargang 2. W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle 1892
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 2 van Taal en Letteren uit 1892.
redactionele ingrepen
p. 247: noot ‘2’ heeft in de lopende tekst geen nootverwijzingsnummer. In deze digitale editie is de noot onderaan de pagina geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV en XXII) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
TAAL EN LETTEREN.
[pagina III]
TAAL EN LETTEREN,
ONDER REDACTIE
VAN
Dr. F. BUITENRUST HETTEMA te Zwolle, J.H. VAN DEN BOSCH te Zieriksee, Dr. R.A. KOLLEWIJN, T. TERWEY te Amsterdam, en Prof. J. VERCOULLIE te Gent.
TWEEDE JAARGANG.
ZWOLLE,
W.E.J. TJEENK WILLINK.
1892.
[pagina V]
INHOUD.
Bladz. | |
---|---|
J.H. van den Bosch, De Roos van Dekama. | 1 |
Jan Brouwer, Iets over den superlatief (naar aanleiding van een examenvraag) | 15 |
Dr. R.A. Kollewijn, De geslachten der zelfstandige naamwoorden in het Nederlandsch. | 22 |
C.G. Kaakebeen, Over vergelijkingen en beknopte zinnen | 65 |
T. Terwey, Over de zoogenaamde bijzinnen met of. | 76 |
Dr. R.C. Boer, Opmerkingen over de Nederlandsche klankleer in boeken, die voor het onderwijs bestemd zijn | 92 |
J.H. van den Bosch, Wat is Romantiek? | 129 |
T. Terwey, Onderwerps- of gezegdezinnen | 138 |
Dr. R.A. Kollewijn, Het systeem van de tijden der werkwoorden | 141 |
Joh. A. Leopold, Naar aanleiding van een versje van Da Costa | 147 |
Prof. Aug. Gittée, Schertsenderwijs aangewende eigennamen | 164 |
J.H. van den Bosch, Hagar van Da Costa (Tekstverklaring) | 193, 292 |
Dr. R.A. Kollewijn, Uit de spelling | 203 |
T. Terwey, Potgieters liedekens van Bontekoe (Tekstverklaring). | 211, 257, 367 |
A. de Priester, Het Proza van J.P. Heije | 230 |
Prof. Dr. P.J. Cosijn, De klankleer op de school | 236 |
Dr. R.C. Boer, Antwoord aan Prof. Cosijn | 239 |
Jan Brouwer, De praedicatieve bepaling | 278 |
B.H., Uit de spraakleer | 313 |
(Woordvorming) | 316 |
(Causatieven en nog wat) | 355 |
(Vraag 1 en 7 beantwoord) | 360, 322 |
[pagina VI]
Bladz. | |
---|---|
Woordverklaringen: Oom kool; De vier eerste; Het geldt u de wagenhuur; Niets minder dan en Niet het minst; Het woord Roman | 103, 233, 363 |
Boekaankondiging: J.H. van den Bosch, Studieboeken voor de hoofdakte. 4. J.E.K. van Wijnen, Volledige Taalcursus. - 5. F.G. Bos, Hoe en Waarom? - 6. M.J. Koenen, Examenstudiën. - 7. M.J. Koenen, Proefsteen voor 't examen. - 8. J. Scheltens, Onze Synoniemen. - 9. M.J. Koenen, Woordverklaring. - 10. D. Boswijk en W. Walstra, Het Levende Woord. - 11. D. Laméris, Korte Aanteekeningen bij vele woorden | 51, 108 |
Nieuw-Nederlandsch: Dr. R.A. Kollewijn, 1. Coster's Boere-clucht, door R.K. Kuipers. - Prof. Dr. J. te Winkel, 2. Huygen's Zedeprinten, door H.J. Eijmael. 3. Episodes uit Hooft's Nederlandsche Historiën (Nederlandsche Klassieken II), ed. Dr. F.A. Stoett. | 58, 116, 182 |
Middelnederlandsch: B.H., 1. Die bouc van seden, door Dr. W.H.D. Suringar. - Prof. Dr. J. Franck, 2. Karel ende Elegast, door E.T. Kuiper. 3. Bijdrage tot de tekstcritiek van den Karel ende Elegast, door Dr. J. Bergsma. - B.H., 4. Die hystorie van Reynaert die Vos, door J.W. Muller en H. Logeman | 241, 308, 380 |
Kleine meedeelingen over boekwerken | 63, 249, 311 |
Sprokkels | 14, 21, 62, 75, 91, 107, 127, 191, 210, 229, 232, 235, 248, 255, 277, 307, 310, 362, 365, 366, 383, 384 |
Vragen | 128, 256 |