Sprokkel.
Zuiverheid van taal.
Een te groote invloed van vreemde talen is een gevaar voor de zelfstandigheid eener taal, maar gewoonlijk wordt dit gevaar overdreven. In allen gevalle moet men er zich weten in te schikken als het onvermijdelijk is. Immers ten gevolge van het steeds uitgebreider internationaal verkeer, wordt ieder volk met voorwerpen, zeden, enz. bekend gemaakt waarvoor het geen namen heeft, of waarvoor het namen zou moeten smeden, als, wel te verstaan, de spraakmakende gemeente het kan eens worden. Voor wetenschappen, bestuur, leger, modezaken, hebben de beschaafde volken thans een internationaal woordenboek, dat men niet nutteloos moet uitbreiden, maar ook niet met overdreven purisme verstooten.
Alleen dan wordt het gevaar wezenlijk als de taal haar eigen goed opgeeft en het door vreemd goed vervangt. Onze plicht jegens onze taal is dus niet zoo zeer, nieuwe woorden te vormen, als de bestaande in leven te houden en hunne plaats door vreemde indringers niet te laten innemen.
J.V. Inleid. t/d. Taalkunde, 72.