De taal- en letterbode. Jaargang 1
(1870)– [tijdschrift] Taal- en letterbode, De– AuteursrechtvrijDe taal- en letterbode. Jaargang 1. De erven F. Bohn, Haarlem 1870.
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de eerste jaargang van De taal- en letterbode uit 1870.
redactionele ingrepen
p. I: tussen vierkante haken is een kop toegevoegd.
p. 92: het nootverwijzingsnummer 12 achter de regel ‘Of viant des lantsheren’ heeft geen bijbehorende noottekst. Het nootverwijzingsnummer is hier verwijderd.
p. 100, 324: de errata zijn doorgevoerd in de lopende tekst. De opgaven ervan zijn verplaatst naar dit colofon. Het erratum betreffende pagina 14 werd niet gevonden.
p. 163: een onleesbaar teken is hier vervangen door ‘[...]’.
p. 213, 298: de aantekeningen zijn als noten bij de bijbehorende nootverwijzingen op de betreffende pagina's geplaatst. De genoemde pagina's zijn hierdoor komen te vervallen.
p. 231: van voetnoot 1 ontbreekt in het origineel een nootverwijzingsnummer in de lopende tekst. In deze digitale versie is het verwijzingsnummer alsnog aangebracht.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. π2 en π4) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. π1)]
DE TAAL- EN LETTERBODE.
[pagina ongenummerd (p. π3)]
DE
TAAL- EN LETTERBODE
ONDER REDACTIE VAN
Dr. E. VERWIJS en Dr. P.J. COSIJN.
EERSTE JAARGANG.
HAARLEM,
DE ERVEN F. BOHN.
1870.
[pagina ongenummerd (p. π5)]
INHOUD.
Inleiding. | |
Het Geslacht van Bode, door Dr. Eelco Verwijs | Blz. 1 |
Herinneren, door Mr. A. Bogaers | Blz. 8 |
Vuur boeten, door Dr. Eelco Verwijs | Blz. 24 |
Woordverklaring, door Prof. M. De Vries | Blz. 34 |
Tekstcritiek, door Prof. M. De Vries | Blz. 53 |
Ferguut, vs. 2370, door Dr. Eelco Verwijs | Blz. 60 |
Veemgericht, door Prof. H. Kern | Blz. 62 |
Bijzonderheden aangaande het woord Ligchaam, door Dr. A. De Jager | Blz. 67 |
Uitzuigen of uitzijgen, door Dr. A. De Jager | Blz. 69 |
Over den meervoudsuitgang -iën, door Dr. P.J. Cosijn | Blz. 70 |
Een Taalkundige Misstap, door Dr. J. Van Vloten | Blz. 76 |
Vélocipède, door Prof. M. De Vries | Blz. 79 |
Jacob van Oostvoorne (Bijdrage tot toelichting van verschillende Maerlantsvragen), door Dr. J. Van Vloten | Blz. 83 |
Hoe Ridder Constantijn Huyghens Heer van Zeelhem werd, door Dr. Jan Ten Brink | Blz. 94 |
Iets over de Frequentatieven herinneren en uitmergelen, door Dr. A. De Jager | Blz. 101 |
Ochtend of ochend? door Dr. P.J. Cosijn | Blz. 113 |
't Eerste gewin is kattegespin; 't eerste gewin is kattegespil; eerste winst is katjeswinst, door J. Beckering Vinckers | Blz. 117 |
Nog iets over Hurra of Horra | Blz. 122 |
Gemelijk, door Dr. Eelco Verwijs | Blz. 123 |
Kleinood, door Prof. H. Kern | Blz. 132 |
Nog iets over Kleinood, door Dr. P.J. Cosijn | Blz. 141 |
Textcritiek, door Dr. J. Van Vloten | Blz. 144 |
Een bezwaar op Sinte-Thomasdag door Dr. Eelco Verwijs | Blz. 149 |
Tekstcritiek, door Prof. M. De Vries | Blz. 153 |
Arend, door Dr. P.J. Cosijn | Blz. 164 |
[pagina ongenummerd (p. π6)]
Is Oom Kool een Geldersche bastaard? door Dr. W. Bisschop | Blz. 185 |
Een kort woord over de beoefening der Nederlandsche taal- en letterkunde in Duitschland door Dr. Eelco Verwijs | Blz. 168 |
Een nieuw Maerlant-handschrift door Ferd. Von Hellwald | Blz. 169 |
Dr. J. Ten Brink en W. Everts, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, aangekondigd door Dr. J. Van Vloten | Blz. 179 |
Vraagbus | Blz. 188 |
Feodum, door Prof. H. Kern | Blz. 129 |
Is Aamborstig uit Ademborstig geboren of uit Angborstig? door J. Beckering Vinckers | Blz. 201 |
De Geschiedenis eener Letter, door Prof. H. Kern | Blz. 214 |
Nog iets over ‘Herinneren’, door Mr. A. Bogaers | Blz. 219 |
Teksteritiek, door Dr. Eelco Verwijs | Blz. 229 |
Tekstcritiek, door Dr. P.J. Cosijn | Blz. 239 |
Sprokkelingen, door J.H. Van Dale | Blz. 245 |
Een oude kennis uit het Gothisch in het Nederlandsch teruggevonden, door Mr. H.J. Swaving | Blz. 252 |
Een paar verzen van Mr. Hieronymus van Alphen, door Dr. A. De Jager | Blz. 254 |
De Caerl ende Elegast aan een Fransche Chanson de Geste ontleend, door Dr. Eelco Verwijs | Blz. 258 |
Woordverklaring, door Prof. M. De Vries | Blz. 261 |
Proeve van Mnl. Taalzuivering, door Mr. J. Soutendam | Blz. 289 |
Wat was Aambei in den beginne? door J. Beckering Vinckers | Blz. 291 |
Schijnbare frequentatieven in het Nederlandsch, door Dr. A. De Jager | Blz. 299 |
Aamborstig, den heere J. Beckering Vinckers, door Prof. M. De Vries. | Blz. 312 |
Fragment uit een Mnl. Heldendicht, medegedeeld door Ferd. Von Hellwald | Blz. 313 |
[pagina 100]
ERRATA.
Op blz. 7, | reg. 1 v.o., | staat nauwlettende; | lees: nauwlettenden. |
Op blz. 44, | reg. 6 v.o., | staat nog al; | lees: nogal. |
Op blz. 49, | reg. 16 v.o., | staat deugenniet; | lees: deugeniet. |
[pagina 324]
VERBETERINGEN.
Op bl. 7, reg. 1 v.o., staat: nauwlettende, lees: nauwlettenden.
Op bl. 14, reg. 5 v.o., staat: het H.D. Erinnern, lees: het Holl. Herinnern.
Op bl. 44, reg. 6 v.o., staat: nog al, lees: nogal.
Op bl. 49, reg. 16 v.b., staat: deugenniet lees: deugeniet.
Op bl. 79, reg. 10 v.b., staat: omgebracht lees: omgeraakt.
Op bl. 86, reg. 17 v.o. neem het aanhalingsteeken achter vermeldt weg.
Op bl. 87, reg. 1 v.b. staat: 1283; lees: 1288.
Op bl. 92, moeten aant. 12 en 13 onderling van plaats verwisselen.