Dr. de jager en Dr. te winkel deels 't opbouwen der wetenschap zelve, deels 't bevattelijk verklaren harer beproefde uitkomsten ten doel stelden. Voorzeker ware het verkieslijker beide richtingen streng te scheiden en niet in één en 't zelfde tijdschrift te vertegenwoordigen, maar in een klein land als 't onze behoort zulks wel tot de onmogelijkheden. Wij moeten nu eenmaal roeien met de riemen, die wij hebben, en zoowel aan de eischen van den geleerde als aan die van den beschaafden man, welke van taalstudie juist geen hoofdvak maakt, trachten te voldoen. Vooral wenschen wij werkzaam te zijn tot degelijke vorming van onderwijzers, die uit den aard hunner werkzaamheid geroepen zijn tot 't verbreiden der taalwetenschap.
Wat onze tweede rubriek aangaat, wij stellen die open voor de bijdragen van hen, die zich aan de beoefening van 't historisch gedeelte onzer letterkunde wijden. In 't besef van 't nauwe verband, dat er tusschen taal en letterkunde bestaat, meenden wij de waarde van ons tijdschrift te verhoogen, door beiden hunnen eisch te geven en zoodoende alle eenzijdigheid te weren. Of de oogst echter ruim zal zijn? Zeker niet, indien die evenredig zal wezen aan 't getal arbeiders. Ook vooral daarom niet ruimer, omdat wij alle uitsluitend aesthetische beschouwingen, alsmede beoordeelingen van hedendaagsche dichtstukken en andere voortbrengselen der zoogenaamde fraaie letterkunde voor alle andere tijdschriften geschikter achten dan voor 't onze.
En hiermede rekenen wij den aard en de strekking van onzen Bode genoegzaam verklaard. De verdere splitsing in afdeelingen voor Nieuw- en Middelnederlandsch, Tekstverklaringen, Vragen