Aan de Redactie van den Taalgids.
In Bilderdijk's Afscheid bij mijn bestemd vertrek naar Kazan (Poezij, 4de deel) worden deze verzen aangetroffen:
Wat zijn my 's aardrijks zaligheden
Of weeldrigheid van dartle lust!
Wat zijn ze een hart (bij 't rustloos hijgen
Naar 't onvergeetbre Vaderland),
Waarin nooit andre zucht kan stijgen,
Nooit andre drift was ingeplant!
Ontwortel die, gy rijt het open!
Roei ze uit, gij scheurt het van elkaâr!
Zijn minste verzels moogt gij sloopen,
Maar 't ademt nimmer dan door haar.
Dat woord verzels heeft mij al veel hoofdbrekens gekost, zonder dat het mij is mogen gelukken het op voldoende wijze te verklaren. De woordenboeken van Weiland, Bomhoff, Calisch en anderen laten mij in den steek, zelfs de woordenlijst der Heeren de Vries en Te Winkel heeft het woord niet opgenomen. Vroeger heb ik wel eens aan vezels gedacht; doch sedert ik in Da Costa's Kompleete dichtwerken van Bilderdijk (12de deel) ook verzels aantrof, heb ik die meening laten varen. Met mijne overige gissingen