In de plaats, door
Weiland uit
Vondel aangehaald, is het woord genomen voor
langzaam drinken, lepperen; en
van der Veen, in zijne Zinnebeelden, bl. 358,
noemt de drankliefhebhers ‘Bacchus dienaers in het Ninnen,’
waar men aan lepperen kan denken, of ook aan drinken in 't gemeen.
Bl. 41. In de uitdrukking uit den Walewein: hem herde mals
maken, wordt maken, welligt nog naauwkeuriger dan door
‘wanen,’ verklaard door ‘zich houden als, zich
aanstellen,’ in welke beteekenis het werkw. niet zeldzaam is. Men zie
mijne Proeve over den invl. van Bild. Dichtw., bl. 208. Zoo leest men
ook reeds in Der Minnen Loep, B. II. vs. 3668:
Nu biddic u alte vriendelic,
Dat ghi u maket mijns ghelijck
Ende doet mine cleder aen.
d.i. nu verzoek ik u zeer vriendelijk, dat gij u aanstelt als
mijn gelijke, enz. Ik voeg daar nog bij de spreekwijs het molleken
maken, d.i. doen als een mol, die men leest in de Antwerpsche Spelen van
Sinne, bl. 575:
Comt gaen wy wat schuylen en maken dmolleken.
Bl. 60. Dat alikruik bij Weiland niet voorkomt is
waar, wat zijn Taalkundig Woordenboek betreft: in zijn Handwoordenboek voor de
Spelling nogtans treft men het woord aan. Met onzen naam van het schelpdier is
mede te vergelijken het Fransche salicoque, saillicoque, solicoque,
waarvan alikruuk of alikruik - want men zegt beide - wel eene
verbastering zou kunnen zijn, even als der Franschen crevette, dat bij
hen hetzelfde dier beduidt, mijns bedunkens niets anders is dan ons
kreeft.
Bilderdijks gissing, dat alikruik
beteekent aal in eene kruik, komt mij meer vernuftig dan waar voor.
De correctie van dit Tweede Stukje is minder naauwkeurig dan
die van het Eerste. De gegevene lijst der ‘Drukfouten’ ware
nog voor uitbreiding vatbaar, bij voorb. door misstellingen als die, welke bl.
18, reg 2, bl. 36, reg. 10, bl. 62, reg. 20, bl. 70, reg. 24, bl. 78, reg. 1 en
elders