Streven. Jaargang 78
(2011)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 885]
| |
Annemarie Estor
| |
Plagiocefalie: een internetavontuurEen tijdje geleden vroeg mijn zus of ik eens kritisch met haar wilde meedenken. Het ging over haar dochter, die op dat moment vijf maan- | |
[pagina 886]
| |
den oud was. Ze waren bij het consultatiebureau geweest en daar was vastgesteld dat de vorm van het babyhoofd niet helemaal goed was - het was aan een kant een beetje afgeplat. Een dergelijke afplatting kan komen door ruimtegebrek tijdens de zwangerschap of door voorkeursliggingen en -houdingen in de eerste maanden na de geboorte. Een belangrijke factor sinds 1987 is de trend om baby's op de rug in de wieg te leggen om wiegendood te voorkomen. Hierdoor worden schedels vaker plat aan de achterzijde. Mijn zus overwoog, op aanraden van het consultatiebureau, een behandeling met een zogeheten ‘redressiehelm’. Dit is een helm die de baby gedurende zes maanden 23 uur per dag moet dragen om het hoofd mooi rond te maken. Mijn zus schreef me: ‘Voor ons is het best lastig. Stel je voor dat we nu niks doen, verwijt ze ons dat later niet? Nu valt het eigenlijk niet zo op en is ze prachtig, maar hoe ziet ze er later uit?’ Ik besloot eens op internet wat rond te kijken om mij te oriënteren. Aangezien ik erdoor van de ene verbazing in de andere viel, doe ik verslag van dit internetavontuur en van mijn bedenkingen onderweg. Om te beginnen was ik op zoek naar de motivaties van ouders om hun kind een helmpje te laten dragen. ‘Ik kan me kleine meid straks in de ogen kijken daar ze een mooi rond koppie heeft. En dat ze later niet in een isolement raken’, schrijft Nico op het forum www.redressiehelmtherapie.yourbb.nl. Natuurlijk overweegt Nico, als elke goede ouder, een behandeling als deze. We leven immers in een maatschappij waarin we het beste kunnen en willen voor onze kinderen. Als ouder doe je alles wat in je macht ligt om te zorgen dat de toekomst van je kind rooskleurig zal zijn. Dat betekent ook dat je tegenslagen vóór moet zijn, dat je ingrijpt voor het te laat is. Cheerio33 sluit zich aldus bij Nico aan: ‘Net wat je zegt Nico, je kunt er later ook problemen mee krijgen en wellicht ook psychische klachten als je almaar gepest wordt bv. of een minderwaardigheidscomplex van je hoofd overhoudt daar zit niemand op te wachten we doen gewoon wat we kunnen!’ De praxis rond de redressiehelm, zoveel had mijn zus mij reeds verteld, speelt zich af in het medische circuit. Zij werd geadviseerd door het consultatiebureau en doorverwezen naar een kinderarts. Maar of plagiocefalie, zo heet een scheef hoofd, voor het individu überhaupt gezondheidseffecten heeft, is nog niet door onderzoekers vastgesteldGa naar eindnoot2. Waarom zijn er dan dokters mee gemoeid? Waarom die verknoping van de cosmetica met de gezondheidssfeer? Is dat niet vreemd? Of is het eigenlijk maar goed dat er kinderartsen bij betrokken zijn, zelfs al gaat het om een cosmetische zaak? Met de remodellering van het skelet van je kind wil je wel dat iemand weet wat hij doet... Ondertussen was ik op Wikipedia beland, bij de eerste tekst die elke ouder tegen zal komen die surfend zoekt naar informatie over de redressiehelm. De pagina ‘Redressiehelm’ leert ons dit: | |
[pagina 887]
| |
Per jaar worden in Nederland 200.000 baby's geboren, waarvan 10% een schedelafwijking heeft of ontwikkelt. Van deze 20.000 schedelafwijkingen herstelt circa 75% spontaan. Bij 5.000 baby's herstelt deze schedelafwijking niet spontaan, waardoor 1.700 tot 2.000 baby's in aanmerking komen voor een vorm van therapie. Deze beslissing wordt genomen door een medisch specialist, zoals een kinderarts of plastisch chirurg. Niet door de ouders?, echode het door mijn hoofd. Wat een vreemd tekstje. Stel je toch eens voor dat dit werkelijkheid zou zijn. Gezien het verstandelijk overwicht en de maatschappelijke status die de arts van oudsher heeft, is het belangrijk dat we voorzichtig met teksten als deze omgaan. Lange tijd was de arts iemand die het beter wist dan jij. ‘Ik mag dat niet eten van de dokter’, hoor je soms nog wel eens. In de beslissing omtrent het al dan niet kiezen voor een redressiehelm is de opinie van een arts meer dan just another opinion. Ik vroeg mijn zus hoe het contact met de kinderarts was verlopen. Zij antwoordde dat zij had gemerkt dat hij haar niet tot een redressiehelm had willen overhalen en na zijn advies alle keuzevrijheid had gelaten. Gelukkig was het dus niet de arts die het besluit nam. Toch is het van belang waakzaam te zijn voor juiste, neutrale informatievoorziening en voor de beeldvorming rond artsenadviezen. En die beeldvorming, die is er volop, namelijk op de diverse fora die hierover op internet zijn aangemaakt. Daar vind je bijvoorbeeld ouders die het advies van de specialist om het kind een helm te laten dragen, betwijfelen. Zij krijgen op de fora flinke vegen uit de pan. Hier het verhaal van Claire72: Ik ben een beetje sceptisch aan het worden. (...) Soms verbaast de houding van andere ouders mij een beetje, iedereen is zo lyrisch en niemand zet er vraagtekens bij, terwijl je in principe niet weet hoe het zonder helmpje gaat. Ik spreek genoeg ouders die geen helmpje hebben gehad en waarbij het keurig is bijgetrokken. (...) Ons meisje draagt nu haar helmpje maar ze heeft er veel last van, en het doet mij pijn om haar zo te zien, zeker omdat ik niet zeker weet of het allemaal nodig is, zoveel pijn en ongemak. Ik ben benieuwd naar andere ervaringen, en loop vooral met de vraag of er meer mensen zijn die er kritisch naar kijken of hebben gekeken.Ga naar eindnoot3 De reactie hierop is stuitend: Claires scepsis wordt niet geduld, zelfs als bedreigend ervaren. Men reageert ronduit defensief, zelfs agressief. Aan het woord is anoniem516818631: Waarom meld je je kritiek niet aan de artsen? Wat kunnen wij hier nou mee? Waarom zeg je ja en amen tegen een helmpje en doe je het daarna | |
[pagina 888]
| |
niet op? (...) Tuurlijk heeft je kind er last van. Zo'n helmpje zit niet lekker. Maar met je kind zielig vinden schiet je niks op: het is voor hun eigen bestwil. Omdat artsen niet kunnen voorzien hoe het hoofd van jouw kind zich verder ontwikkelt, krijgt ze zo'n helmpje op zodat haar hoofd zeker weten goed groeit. Wat schiet je er nou mee op om kritisch te zijn? Heb jij ervoor geleerd? Soms is de situatie omgekeerd. Onderstaand voorbeeld toont hoezeer een moeder teleurgesteld was in een arts die niet in de redressiehelm gelooft. Want ook die bestaan. Een citaat van Kim, moeder van Jan: De huisarts nam mij wel serieus, stuurde mij door naar de kinderarts in het Amphia in Oosterhout. Die zei dat 't mijn probleem was en niet dat van Jan. ‘Ouders hebben problemen met de scheefstand, het kind zelf niet’, zei hij. Hij zei dus ook de geweldige zin: ‘laat er haar op groeien en niemand ziet wat’. Ik was verbaasd en verdrietig. Werd gewoon niet serieus genomen. Daarom heeft de huisarts geregeld dat die kinderarts mij wel een verwijzing gaf voor een informatieve afspraak bij een kinderarts in Tilburg, gespecialiseerd in redressiehelmtherapie. Daar gaan we 4 november heen. De opmerking ‘laat er haar op groeien’ werd op het betreffende forum collectief afgekeurd. Sceptische artsen mogen op de fora rekenen op hartgrondige afkeuring. Proudmama vertelt over de arts die werkzaam is op het consultatiebureau: Waarop de arts zei: ‘wij krijgen altijd van de fysiotherapeuten te horen dat een helm geen zin heeft bij een achterhoofd, en de doktoren geven tot nu toe aan dat er geen verschil is bij kinderen met of zonder helm als ze 1 jaar zijn!’ Ik zeg: ‘nou ik heb wel degelijk kinderen gezien met verschil en ook een kind dat geen helm heeft gehad en nu aan een kant plat is van achter!’ Nou ze zou het meenemen in de volgende vergaderingen met de artsen. Ze zei: ‘het kan wel, maar of het zin heeft is nog niet goed bewezen.’ Ik zeg: ‘ja, maar dan kun je wel nog de ouders een keus geven, want die hebben wij niet gehad’. Tegen ons werd gezegd: ‘er is niks meer aan te doen.’ Een excuus kon er toch niet van af bij haar! Een zekere Liesje reageert: Wat willen zij nu kunnen zeggen over de werking van de helm, terwijl ze er zo duidelijk geen verstand van hebben! Nee heb je, ja kun je krijgen, maar dit wel door een helm-specialist en niet al voortijdig door een cb-arts. Wat kost het hun nu om iemand door te verwijzen? | |
[pagina 889]
| |
Kortom, als een arts pro-redressiehelm is, mag hij op dit forum rekenen op respect, zelfs rekenen op dankbaarheid en volgzaamheid. Maar is hij anti, dan degradeert de arts in de opinie van de community opeens tot een arrogante hork. Het lijkt wel of men op de fora van artsen graag wil horen dat behandeling nodig is. Het lijkt wel of de arts niet langer op een voetstuk staat, maar het advies dient te geven dat de cliënt graag wil horen. Kim hierboven is gaan ‘shoppen’ in de medische winkel tot zij een arts sprak die haar kind wel een helmpje wilde geven. Ik kan me maar niet aan de indruk onttrekken dat de informatie die op enkele van de fora wordt uitgewisseld, gekleurd is. Hoe zit zo'n forum eigenlijk in elkaar? Wie beheert en modereert die fora? Wie zijn de mensen die steeds die bemoedigende verstandige adviezen geven in de stijl van ‘Met elkaar komen we er wel uit’? Moderator Mamavangeerten postte 1544 berichten op www.redressiehelmtherapie.yourbb.nl; comoderator Nico, die ik al eerder citeerde, heeft op datzelfde forum 1557 berichten op zijn naam staan. En waarom post Liesje een aanzienlijke 305 berichten? Op mens-en-gezondheid.infoyo.nl staat een artikel over de redressiehelmGa naar eindnoot4, met daarin de tekst: ‘In sommige gevallen laten de specialisten bij twijfelgevallen de keuze aan de ouders. Mijn advies: bij twijfel ALTIJD doen’. Naar de autoriteit van de auteur - en dus naar de waarde van het advies - is het gissen. Het stuk is geschreven door Hannes. Hannes' professie of ervaring worden niet gespecificeerd. Op het bijbehorende forum wordt gereageerd, en Hannes voorziet de respondenten meteen van positieve feedback. De reactie van Alice luidt: ‘Ook wij twijfelden maar na dit artikel gaan we voor de helm’. Hannes reageert: ‘Heel verstandig, jullie zullen blij zijn met het resultaat’. Waarom doet Hannes dit eigenlijk? Is hij een zo tevreden ouder, dat hij hier zo veel tijd in steekt? Zit Claire72 wellicht op het spoor van een knap staaltje verkooptechniek? ‘Nu weet ik ook dat een leverancier zelf op een forum schrijft (heeft hij mij zelf verteld), en dat verbaast mij nogal; het is natuurlijk big business.’ | |
Big business?Op internet wordt niet verhuld dat bij het meten van hoofdjes, het aanmeten van redressiehelmpjes en bij de opvolging ervan niet alleen medisch specialisten, maar ook toeleveringsbedrijven betrokken zijn. Ook die bedrijven spannen zich in om de cliënt informatie te verstrekken. Deze tekst is te vinden in een online productpresentatie van het orthopedisch bedrijf Livit: | |
[pagina 890]
| |
Per jaar worden in Nederland ongeveer 200.000 baby's geboren, waarvan 10% een schedelafwijking hebben of ontwikkelen. Van deze 20.000 schedelafwijkingen herstelt ca 75% spontaan. Bij ongeveer 5000 baby's is dit niet het geval. Een deel van deze baby's komt in aanmerking voor redressiehelmtherapie. Omdat baby's alleen nog op de rug mogen slapen ontstaat soms afplatting van de schedel door een voorkeurshouding van de baby.Ga naar eindnoot5 Die tekst komt mij bekend voor. Ik check mijn verzameld materiaal nog even. En ja hoor, bladert u even terug naar bladzijde 887 en vergelijkt u hem met de Wikipediatekst. De tekst van Livit lijkt de bron voor die op Wikipedia; die op Wikipedia heeft een nette eindredactie gekregen, maar verder is het twee druppels water. Als je de geschiedenis van de Wikipagina bekijkt zie je dat het een enthousiaste ouder was die de tekst er, voorzien van een link naar Livit, op heeft geplaatst. Later is de tekst inderdaad een beetje aangepast. Maar goed, de cijfers lijken bij Livit vandaan te komen. Een fabrikant schrijft reclame, en iemand ‘objectiveert’ de reclametekst door hem te kopiëren naar een encyclopedie-omgeving die de schijn van onpartijdigheid draagt. Zo werkt het internet. De historie van Livit Orthopedie is verrassend transparant. Op de site wordt verteld hoe het bedrijf na een hele reeks strategische overnames landelijke dekking heeft bereikt, en met 630 medewerkers en een marktaandeel van 20% uitgegroeid is tot marktleider. Inmiddels behoort Livit tot de top drie van orthopedische bedrijven in Europa. Livit verbond zich in Nederland met specialisten en men richtte gezamenlijk een kenniscentrum op. Hierdoor wordt het in mijn ogen echter onduidelijk waar de grenzen liggen tussen het verkopen van materialen en het beoefenen van de geneeskunde. Het is dan ook niet ondenkbaar dat ouders bij de procedures rond de redressiehelm de indruk krijgen dat het gaat om wetenschappelijke vooruitgang geboren uit medische noodzaak. Op redressiehelm.nl staat: ‘De patiënt wordt doorverwezen naar een van de vestigingen van Livit Orthopedie die verbonden is met het landelijke kenniscentrum voor redressiehelmen.’ Maar Livit is niet ‘verbonden’ met het landelijk kenniscentrum; Livit heeft die kenniscentra, samen met ziekenhuizen, zelf opgezet. Als ik ernaar googel is het kenniscentrum zelf niet vindbaar; van een eigen kantooradres is geen spoor. De neutraal ogende site www.redressiehelm.nl wordt overigens door Livit gemaakt. Kortom: het bedrijf maakt een site met een objectieve naam, het bedrijf richt een kenniscentrum op, dat toch een objectief imago moet hebben; en op de site met de objectieve naam wordt de ‘patiënt’ (!) verwezen naar een bedrijf dat zich mag beroepen op het vertrouwen van... grotendeels het bedrijf zelf. | |
[pagina 891]
| |
Overigens hoef je niet diep te graven om te zien dat Livit niet tot in de puntjes een wetenschappelijke standaard hanteert. Neem het niveau van het voorlichtingsmateriaal. Een volzin uit de informatiefolder luidt: ‘De scan is niet schadelijk voor uw kindje dit gebeurd [sic] met licht.’ Even verder klinkt Livit echter weer imponerend wetenschappelijk, en dat is waar de werking van het helmpje wordt uitgelegd. ‘Als door druk een deel van de schedelgroei achterblijft, vindt compensatoire groei plaats loodrecht op deze schedel’Ga naar eindnoot6. Compensatoire groei. Dit soort taal heeft zo zijn uitstraling - wat overigens geen unicum is voor deze casus. Zelfs in reclame voor margarine en huidcrème kom je om in de wetenschappelijke terminologie. In elk geval vormt het aura van de wetenschap een mooie krans om de redressiehelm. Om dit product aan de man te brengen, wordt gesproken van ‘afwijkingen’, ‘therapie’ en ‘behandelingen’. Wordt het medisch discours hier op een integere wijze gebruikt? Soms weet niemand hoe te handelen. En dan is men blij dat een bedrijf de knoop kan doorhakken, bijvoorbeeld Sonnetje: De kinderarts hier in 't ziekenhuis wist eigenlijk ook niet wat te doen met Sonne en gelukkig zijn we uiteindelijk in contact gekomen met Livit Orthopedie in Rotterdam. En die zeiden dat de deuk er echt vanzelf niet meer uit was gegaan, terwijl het consultatiebureau zei van wel. Ik geloof dan maar de mensen die er dagelijks ervaring mee hebben. Interessant detail is dat de helm in Nederland al een hype is, maar er in België nog weinig over bekend is. Het Nieuwsblad wijdde er een artikel aan onder de titel ‘Nieuwe hype in Nederland: het babyhelmpje’. Ook hier is iemand aan het woord van Livit. ‘We kunnen de aanvragen amper bijhouden’, zegt de vertegenwoordiger van het bedrijf. Het bedrijf komt blijkbaar om in de eigen doeltreffendheid. In landen waar de kenniscentra en de netwerken nog niet zijn uitgebouwd, blijkt nauwelijks vraag te bestaan. Op de fora ben ik sporadisch een ouder uit België tegengekomen. Het Nieuwsblad, nog even: ‘Een babyhelmpje kost 1000 euro. De Nederlandse ziekteverzekeraars komen tussen [vergoeden het, AE.]. Om zoveel mogelijk baby's te helpen, pleiten Nederlandse artsen voor een nationale sensibiliseringscampagne’Ga naar eindnoot7. Of het kind werkelijk baat heeft bij de redressiehelm is op dit moment niet vastgesteld, en tot het zover is, blijft het een kwestie van perspectief. Het staat buiten kijf dat zo goed als alle ouders op de fora reeds na enkele maanden redressiehelmtherapie gelukkig zijn met hun keuze. Trots tonen zij de foto's van voor en na, en inderdaad, de resultaten zijn indrukwekkend. Allemaal mooie bolletjes. Wat tot nu toe in de literatuur onderbelicht is gebleven, is het bestaan van eventuele negatieve | |
[pagina 892]
| |
gevolgen van het dragen van een redressiehelm. Ik wil kort twee citaten opvoeren die ze zouden kunnen aanstippen: Die ene keer dat ik een kind met helm zag heb ik gedacht dat er iets niet goed was met dat kindje, epilepsie, autisme, weet ik veel wat ik dacht. (...) Logisch dat andere mensen dat ook denken. (...) Op de een of andere manier heb ik nu minder aanspraak op straat als ik met gehelmd kind loop. Mensen kijken sneller de andere kant op.Ga naar eindnoot8 Nog los van veel gerapporteerde problemen als eczeem en zweet en huilbuien bij warm weer, kan het item een stoorzender zijn in de sociale omgeving. Ook belemmert het de zo belangrijke aanrakingen van ouders. | |
Spelen op de sentimentenVraag: Heeft het hoofd van uw kind een abnormale vorm? Dit persbericht werd begin april 2011 online gezetGa naar eindnoot10 door het bedrijf Orthopedie Braces & Prostheses, dat actief is in Chicago en omgeving. Ook hier is het taalgebruik verre van neutraal. Ouders die niet willen toegeven dat hun kind abnormaal is, zijn oneerlijk tegenover zichzelf en - nog erger - gemeen voor hun kind. Het citaat toont hoe manipulatief ‘informatieve’ boodschappen kunnen zijn en op welke retorische wijze zinnige argumenten tegen de redressiehelm worden overschreeuwd door op de sentimenten te spelen. Nu is de doelgroep van deze boodschap het nog jonge ouderpaar. Dit zijn mensen die overlopen van liefde, die alles voor hun spruit zouden doen, en die vaak nog onzeker zijn over de juistheid van hun handelen. In het geval van de redressiehelm is de initiële, intuïtieve reactie vaak negatief: geen ouder wil zijn of haar kind zo zien. Dit was ook het geval bij mijn zus. Zij was echter bevreesd dat haar intuïtieve ‘nee’ haar werd ingegeven door een vorm van ijdelheid. En dàt zou natuurlijk niet zo best zijn. Mama_j schrijft op een forum haar reden om voor een redressiehelm te kiezen: ‘Anders vraagt hij later: “Maar mama waarom heb ik een scheef hoofd?” Moet dan mijn | |
[pagina 893]
| |
antwoord zijn: “Sorry lieverd maar mama wou niet voor schut lopen...” Nee liever “voor schut” dan dat ik dat moet zeggen!’ Ouders die niet kiezen voor de helm, denken enkel aan zichzelf, is de boodschap: ze zijn ijdel en egoïstisch. Worden ouders met dit soort boodschappen aangesproken, dan is het de vraag of een vrije keuze nog wel mogelijk is. Want ofwel geven zij om de toekomst van hun kind, ofwel handelen zij egoïstisch. Dat het eigenlijk gaat om een ander dilemma wordt buiten beeld gehouden. Ofwel laat je het kind een instrument dragen waarin het niet geaaid kan worden, ofwel heeft je kind straks een hoofd met een afwijkende vorm. Dat het hoofd wellicht vanzelf rond wordt zodra het kind zich vrij kan bewegen, daarover wordt niet gesproken. | |
De nose job van DarwinHet had goed gekund dat Charles Darwin de toegang tot de Beagle was geweigerd. ‘Met zo'n neus kom je er niet op’, had FitzRoy gezegd kunnen hebben. Zou een kind in 2030 de toegang tot een universiteit of studentenvereniging worden ontzegd omdat het een plat achterhoofd heeft? ‘In-valid’ zegt het systeem tegen Vincent in Gattaca (Andrew Niccol, 1997), een film waarin het voldoen aan fysieke normen van levensbelang is. Of zouden de uitsluitingsmechanismen subtieler zijn dan dat? Anno 2011 herinneren we ons nog levendig hoe dat ging met raciale zuivering en eugenetische verbetering in de twintigste eeuw. We keuren het netjes af. Nee, ik zie onze universiteiten straks geen schedelmetingen aan de poort houden. Toch zie je op de fora dat het zijn-zoalsanderen als een voorwaarde voor acceptatie wordt beschouwd. Dat zo'n scheef of plat hoofd vreemd is, niet hoort, daarover lijkt consensus te bestaan. Ik heb uit nieuwsgierigheid eens gegoogeld om te zien wat voor associaties er bestaan bij afwijkende hoofden en gezichten. Ik stuit al snel op boeiende teksten: Halvemaan-ogen horen bij lieve mensen die snel tevreden zijn. | |
[pagina 894]
| |
Een andere redenering: stel dat dit soort denkbeelden gemeengoed zouden zijn. Dan zou het alleen maar toe te juichen zijn dat we nu invloed kunnen uitoefenen op hoe we eruit zien! Dan kan de cosmetische industrie een instrument worden in de emancipatie van diegenen die anders zouden worden verstoten. Dan kan zij alle haakneuzen, dunne lippen, dikke oorlellen en platte achterhoofden mooi een tweede kans in het leven bieden, dankzij de grote verdwijntruc van de medische ingreep. Iets bevalt me niet aan deze redenatie. Is het niet belangrijk dat wij leren onze eerste indrukken te corrigeren, schijn en wezen van elkaar te scheiden, ons oordeel uit te stellen tot nader onderzoek is verricht, theorieën te testen? Is het niet belangrijk dat wij leren om soms ons ongelijk te bekennen? Zijn dit soort sociale vaardigheden geen belangrijke waarden voor het samenleven in het algemeen, en voor het samenleven in diversiteit in het bijzonder? Als Darwin zeker had willen zijn van zijn carrière als bioloog-ontdekkingsreiziger, dan had hij maar beter al vroeg bij de plastisch chirurg een nose job moeten laten uitvoeren - dat is de gedachtegang nu. Maar dat heeft Darwin nooit gedaan. In plaats daarvan heeft hij leren rechtstaan en zeggen tegen zijn kapitein: ‘wat mijn neus u vertelt is niet juist’. En zo ook zou elk kind moeten leren rechtstaan en zeggen: ‘wat mijn schedel u vertelt is niet juist’. De uitspraken op de fora logen er niet om. Hier wordt cosmetische perfectie nagestreefd om mogelijke discriminatie vóór te zijn, om maatschappelijke uitsluiting te slim af te zijn. En natuurlijk is dit het primaire ouderinstinct. Wij willen onze kinderen behoeden voor discriminatie en isolatie door het kind aan te passen aan de normen van degenen die uitsluiten en isoleren. Tegen een mooi rond kopje kan niemand een bezwaar hebben. Tegen het streven van ouders om hun kind een goede start te geven ook niet. | |
Dressuur tegen de barbarijIn de lijn van Michel Foucault en Norbert Elias wil ik eens nadenken over vormen van macht die regulerend zijn in de dynamiek van onze maatschappij. Over vormen van macht die niet zozeer in werking treden door wetten, regelgeving of ethiek, maar die als het ware door rituelen, codes en gewoonten worden ingeslepen. Want het gaat hier om normen en regels die, verpakt in allerlei vormen en stijlen, ronddwarrelen door de cultuur als geheel. Deze codes en rituelen van macht bepalen de menselijke verhoudingen van binnenuit. Maar al te vaak denken we bij het woord ‘macht’ aan de soevereine macht, aan koningen, generaals, pausen, bankiers, artsen en geleerden. Maar - en het waren met name Foucault en Elias die hier de aandacht op vestigden - | |
[pagina 895]
| |
de aandacht zou moeten uitgaan naar moeilijker vatbare vormen van macht. Volgens Foucault is macht met name gericht op ‘normalisering’. Foucault noemt onze maatschappij een disciplinemaatschappij waarin sprake is van een ‘dressuur’ (toch een interessante term in het kader van de re ‘dressie’ helm). Mijn internetavontuur hierboven laat zien dat we ons gewillig laten verleiden door een normativiteit die impliciet is in talloze gebruiken en gewoonten; van de straatbabbel bij de buggy tot de gang naar het consultatiebureau ondertekenen wij een sociaal contract. Kunnen we iets anders doen? Kunnen we het sociale contract ook níet ondertekenen? Misschien zouden we ons moeten verzetten tegen de normen. Misschien zouden we nauwkeuriger moeten onderzoeken hoe ‘onze’ normen tot stand komen; wie ze formuleert, via welke media ze worden verspreid en via welke instellingen ze worden verankerd in onze maatschappij. Dat kúnnen we doen. Hierboven heb ik daartoe een kleine poging ondernomen. Maar werkt dat? ‘Stop playing Barbie’, roepen feministische groepen al enkele decennia, maar als je jezelf niet buitenspel wil zetten, hars je je benen en draag je contactlenzen. En zorg je dat je kind straks ook het spel mee mag blijven spelen. Met de maakbaarheid van ons uiterlijk, die klaarblijkelijk al in de wieg begint, waar de individuen die het betreft nog niet eens een eigen mening kunnen inbrengen, wordt gestalte gegeven aan een ‘emancipatorisch’ streven (ik gebruik nu het begrippenkader van Elias). Het is een streven om grote groepen mensen ‘op te voeden’, om ze uit een toestand van ‘barbaarsheid’ te halen. Wat we zich hier zien voltrekken is eenvoudigweg het project van de modernisering, in gang al sinds de zestiende eeuw. Het gaat met de redressiehelm om een bewuste zelfregulering in functie van sociale verwachtingen. De cosmetische industrie is, of je er nu voor bent of niet, een nieuw en onontkoombaar stadium in het civilisatieproces. Het dient voor de stilering, niet van menselijk gedrag - dat is waar Elias over sprak - maar van de menselijke vorm of verschijning, als de volgende stap weg van het ‘Unbehagen an der Barbarei’. Wij willen weg van die staat van barbaarsheid, waarin we ons overgeleverd voelen aan krachten die we niet in de hand hebben. Wij maken onze eigen wereld wel, en het zal een wereld zijn waar zwangerschappen optimaal gepland en gemonitord, ja misschien zelfs ge ‘engineered’ zijn; waar we wiegendood slim bestrijden door onze baby's te slapen te leggen op de rug en ze veilig vastmaken in Maxi Cosi's, een wereld waarin voedsel zorgvuldig chemisch is samengesteld en waarin voor elke onregelmatigheid een zalfje zal zijn, of een helmpje. En de barbaren? Wie zijn dat? Dat zijn de kanslozen, de uitgeslotenen; zij die zich, op westers grondgebied of elders, buiten de civilisatie bevin- | |
[pagina 896]
| |
den en die steeds minder toegang zullen hebben tot gezondheidszorg, laat staan tot cosmetische zorg. Ouders die kiezen voor een helm, artsen die meewerken, consultatiebureaus, orthopedische bedrijven... zij maken deel uit van een onstuitbare dynamiek. Wellicht is het een dynamiek die zich bedient van slimme verkooptrucs, bijvoorbeeld door het aura van de geneeskunde te lenen, maar tegelijk is het dezelfde dynamiek die onze maatschappij opstuwt richting vooruitgang. Wij werken allen samen aan de bloei van ons nageslacht, de bevolking van onze ‘zwilisierten Gesellschaft’. Ja, ook ik persoonlijk onderteken dit sociale contract. Maar - dan weten we het maar alvast - straks lopen in onze smetteloze straten alleen nog maar mensen rond - ‘valids’, om met Gattaca te spreken, - die perfect gedisciplineerd en gecosmetiseerd zijn. Al in de vijftiende eeuw sprak Erasmus over ‘de geschiktheid des lichaams’; het is een cruciale zaak in ons civilisatieproces. Voor fysiognomische denkbeelden en raciale zuivering hoeden we ons. Maar toch zijn bepaalde nonnen omtrent ons uiterlijk in onze maatschappij zo belangrijk dat ze criteria zijn voor acceptatie en uitsluiting. Zou het geen nobel streven zijn om eerst onze mechanismen van acceptatie en uitsluiting te ‘redresseren’, te ‘hervormen’, alvorens we dat doen met ons hoofd en onze neus? En zou het niet mooi zijn om recht te staan tegen de kapitein en te zeggen: ‘mijn hoofd is niet wat het lijkt’? Maar ja, dat zouden staken zijn in het wiel van de vooruitgang. Bommen onder onze beschaving. |
|