de Rus en zijn onmetelijke vaderland. Bepaalde en niet zelden clichématige beelden trekken bij die gedachte onmiddellijk aan je geestesoog voorbij: de pruttelende samowaar op tafel, de bontmuts, de Siberische koude, de laveloze wodkadrinker langs de NevskiProspekt, de wijde steppe, de grauwe woonkazernes, en ga zo maar door. Zonder er ooit zelf te zijn geweest, vormt ieder zich een denkbeeldige Russische werkelijkheid. In Rusland voor beginners schuwt men die clichés zeker niet: de berenmutsen ontbreken niet, de glazen worden voldoende bijgevuld en typische Russische volksliederen worden lustig meegezongen door melancholische lieden van de harde zelfkant van de samenleving. Peilend naar de ondoorgrondelijke bodem van de Russische ziel botsen de makers op onverklaarbare paradoxen, zoals de onbehouwen brutaliteit en dichterlijke tederheid die samenhuizen in een zelfde Russische borst. Johan Dehollander weet dat deze paradox voor ons ongrijpbaar blijft: ‘Je kunt het ook niet uitleggen: het zal altijd Rusland voor beginners blijven, zelfs al maak je er zestig voorstellingen over. Het is een gevoel dat alle kanten uit gaat. Een oerkracht’, zei hij in een interview met De Standaard.
Theater verschilt weinig van andere kunstvormen wanneer het appelleert aan de poëtische verbeelding en het associatievermogen van de toeschouwer. Hij moet metaforen kunnen duiden en analogieën onderkennen. De toeschouwer zocht een weg door de gegeven tekst en beelden. Verrukking is zijn deel wanneer hij vorm en inhoud een zinvolle betekenis kan ge ven, maar frustratie overvalt hem wanneer een voorstelling haar geheimen niet prijsgeeft en in hermetisme blijft hangen. Als toeschouwer heb je het niet makkelijk met Rusland voor beginners. Gaandeweg verlies je de hoop om alsnog een zinnige orde te scheppen in de stoet van wervelende beelden die op je afkomt. Uiteindelijk moet je je gewonnen geven en word je opgenomen in de onweerstaanbare, zinderende energie van de vertoning. Samen met de acteurs duik je in de Russische geschiedenis van de voorbije twintigste eeuw en krijg je een caleidoscopisch beeld van mensen in een ontwrichte Russische samenleving die laveert tussen communisme en kapitalisme, - daarin overeind gehouden door de poëzie en een gevoel voor het absurde.
In het eerste bedrijf wordt die absurditeit meteen tot een geweldig hoogtepunt gevoerd. Een vergadering van het Comité kiest een kandidaat-voorzitter. Twee er identiek uitziende mannen met sterke Lenin-gelijkenissen verschijnen en onderwerpen zich aan enkele bizarre proeven. Alleen degene die op de meest overtuigende wijze kan schaterlachen en het gehinnik van paarden imiteert, mag zich Vladimir Iljitsj de Echte noemen. Wat later begint Vladimir Iljitsj te raaskallen tegen een jonge dichter, omdat zijn levenslied niet het verwachte optimisme uitdraagt. Vladimir Iljitsj verdraagt immers geen pessimisme en onvervulde verlangens.
In nog een ander tafereel bevinden we ons in een rusthuis voor gepensioneerde kunstenaars - het bestaat nog echt in Sint-Petersburg. Gekluisterd