Streven. Jaargang 70
(2003)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 68]
| |
ForumDe pijnpunten van de islamDe laatste jaren wijzen steeds meer stemmen ‘integratie’ van allochtone culturen af als ondemocratisch en racistisch: men verwacht immers van allochtonen wat men nooit van blanke autochtonen zou verlangen. Volgens deze opvatting moet elke gemeenschap zijn eigenheid ten volle kunnen beleven. Verschillen mag men dan ook niet wegwerken, enkel ‘managen’ tot een multicultureel lappendeken van gelijkwaardige culturenGa naar voetnoot[1]. Omdat ik het daar niet mee eens ben, wil ik als arabist/islamoloog enkele zaken verduidelijken met betrekking tot de islam als religie en de betekenis ervan in een westerse samenleving. Deze thematiek zou vroeg of laat wel eens een beetje meer actueel kunnen worden dan we vermoeden. Hoe meer de bevolking van Europese moslims aangroeit, hoe meer bepaalde fracties onder hen gaan eisen de islam volledig te institutionaliseren. Met ‘volledig’ bedoel ik niet alleen als eredienst, maar ook als rechtssysteem, want meer dan enkel geloof is de islam ook een rechtsopvatting die het maatschappelijk leven wil ordenen. Vanuit allochtone hoek spreekt men altijd vaag over het recht op de eigen ‘cultuur’, maar het gaat eigenlijk om heel wat meer dan djellaba's of hammams (openbare badhuizen) en andere folklore. Het echte onderwerp van het integratiedebat zowel voor de doorsnee- als voor de militante moslim is de erkenning van de islamitische wet, de zogezegde shari'a. Hiervoor moeten we terug naar de beginperiode van de islam, toen de profeet Mohammed in zijn laatste levensjaren te Medina (622-632) een wereldlijke maatschappij leidde en daarin op zijn eentje recht sprak onder rechtstreeks gezag van God. Daar kreeg de islam voor het eerst de notie van een religieuze wet en werd het een religie met een totalitair karakter. Volgens sommige moslims is het christendom dan ook een inhoudsloze godsdienst, die alleen maar morele lessen preekt, maar geen structuur geeft aan | |
[pagina 69]
| |
de maatschappij. Voor hen houdt religie ook een juridisch systeem in, met o.m. regels voor het dagelijkse handelen. Integratie van de islam is bijgevolg moeilijk, want het gaat hier eigenlijk om een maatschappijmodel dat door zijn vermeende goddelijke inspiratie uitsluitend zichzelf als een legitieme orde ziet. Het zal vanzelf integratie in een andere maatschappelijke ordening afwijzen, en ermee in concurrentie treden zodra het daartoe de kans krijgt. Wie zich afvraagt waarom de islam zo moeilijk integreerbaar is, kan dit zelfverstaan niet negeren. De religieuze wetten van de moslims zijn de onaanraakbare huggîiq Allah (‘Wetten die van God komen’) die te allen tijde boven door mensen gemaakte wetten staan. Principieel kan een moslim zijn geloof alleen maar correct beleven als een aantal van die wetten door de staat wordt erkend. Bij ongewijzigd beleid gaat het vraagstuk van het islamitisch recht vanzelf leven onder Belgische moslims, al zal het in de praktijk hoofdzakelijk neerkomen op de wetten omtrent het personeel statuut (huwelijks- en erfrecht). Slechts een minderheid zal de invoering ervan eisen, maar eraan toegeven zal grote gevolgen hebben voor de andere moslims, en daarmee ook voor de hele samenleving. Van samenleven is op dat moment geen sprake meer: wie gaat er immers zo onverantwoord zijn, zijn dochter(s) iets met een moslim te laten beginnen, voor zover dat nu al aan te raden is? Tenzij men natuurlijk geen problemen heeft met o.a. het unilaterale verstotingsrecht van de man, of de ontkenning van verkrachting en geweld binnen het huwelijk, de vrouwelijke plicht tot ‘gehoorzaamheid aan de man’, en het mannelijk recht van ‘aanmaning tot gehoorzaamheid’. Deze principes zijn alle gefundeerd in de religieuze basisteksten, en zijn niet zomaar het resultaat van geperverteerde sociale gewoonten. Het heeft geen zin dat moslims zich aan onze wetten houden omdat het toevallig moet: zij moeten de universele waarde van ons burgerlijk recht erkennen, zonder er rekening mee te houden hoe de islamitische traditie ertegenover staat. Het gaat hier niet om een verschil in cultuur, maar om eeuwen sociale vooruitgang, om fundamentele stappen in het menselijk denken, zoals het gelijkheidsbeginsel en de scheiding tussen kerk en staat. Er zijn nog te veel moslims - zowel geestelijken als intellectuelen - die zeggen dat ze zich hier aan onze wetten ‘moeten’ houden, maar zo eigenlijk fijntjes het verschil handhaven tussen die wetten en die van de islam. Dit wijst erop dat die mensen ons seculier recht niet echt erkennen, en het zullen negeren zodra de mogelijkheid zich voordoet. Het gaat immers niet om het erkennen van onze openbare orde, maar om het niet erkennen van een religieuze rechtspraak. Het probleem is niet alleen dat de islamitische doctrine een andere ethiek volgt, maar ook dat ze geen universele ethiek heeft. De Koran - het onaantastbare woord van God - bevat geen enkele uitspraak die verder gaat dan ‘een moslim zal een andere moslim niets misdoen’ en beschouwt andere levens- | |
[pagina 70]
| |
beschouwingen duidelijk als minderwaardig. Het islamitisch recht volgt de Koran in dit onderscheid tussen gelovigen en niet-gelovigen: het erkent alleen moslims en geeft andere religieuze groepen niet evenveel rechten. De praktijk is er dan ook naar, in nagenoeg alle islamitische landen, waar de staat niet-moslims openlijk of via de kleine lettertjes uitsluit van deelname aan de macht, of aan ernstige dis-criminaties onderwerpt. Dat verklaart waarom moslims meestal hun heil in orthodoxe vormen van de islam zoeken wanneer het hun maatschappelijk slecht gaat: welke ideologie is immers beter dan de leer die je het meest bevoordeelt en die je aan de top van de door God geordende sociale piramide plaatst? Dat is een belangrijk inzicht, want welk alternatief, buiten de islam, hebben jonge moslims in Europese achterwijken, die intellectueel en financieel niet altijd het kapitaal hebben om een plaats in de maatschappij te veroveren? De islamitische doctrine met het eraan gekoppelde rechtssysteem belooft hun voordelen die ze in onze maatschappij niet kunnen krijgen, meer nog, stelt hen als moslims superieur voor en compenseert zo een zeker minderwaardigheidsgevoel. De islam is een machtsinstrument voor moslims die in het Westen niet aan hun trekken komen, en wat houdt hen tegen om de islam zo te hanteren, of wat houdt in de toekomst islamitische politici tegen om hun godsdienst ten dienste te stellen van hun eigen machtsstreven? Les banlieues de l'islam, zoals men in Frankrijk zegt, zijn ook bij ons niet veraf. Volgens moslims heeft de profeet Mohammed in Medina meermaals van God het bevel gekregen andere, soms duidelijk bij name genoemde geloofsgroepen te bevechten of te doden: niet uit zelfverdediging of om politieke redenen, maar enkel omdat zij niet geloofden in Allah en zijn profeetGa naar voetnoot[2]. Die overtuiging is voornamelijk te vinden in de hadith, een verzameling van ongeveer driehonderdduizend teksten over het leven van Mohammed die tevens de status hebben van een vroomheidsideaal. Uiteindelijk hebben de hadith zelfs meer invloed op de islamitische doctrine gehad dan de Koran, meer nog, ze vulden de Koran aan en waren essentieel voor een goed begrip ervan. Via deze teksten is er een heerszuchtig en bijwijlen gewelddadig element in de islam geslopen, dat eeuwenlang vrijwel verdwenen leek, maar nu alom herleeft in verschillende fundamentalistische bewegingen. De oorzaak daarvan ligt bij de slechte economische, politieke, en sociale omstandigheden van elk moslimland afzonderlijk. Het religieuze aspect volledig negeren kan echter niet: excessen zijn in elke religie te vinden, maar men moet zich ook durven af te vragen of sommige godsdienstige beginselen en vroomheidsidealen niet de weg effenen voor agressieve ideologieën. Dit is één element van het fundamentalisme dat we soms over het hoofd zien. Wie de ernst van deze drie punten inziet, zal begrijpen waarom ik de idee van ‘co-existentie van de islamcultuur met onze westerse cultuur’ afwijs. Een principieel multiculturalisme is niet het antwoord op de problemen waar- | |
[pagina 71]
| |
voor de islam ons stelt, want het doet de democratische kernwaarden teniet die het samenleven mogelijk maken. Onze maatschappij verliest dan alle weerwoord tegen sterke culturen die de eigen identiteit als absolute norm tegenover onze samenlevingsprincipes stellen. De idee van een multiculturele samenleving als lappendeken van gelijkwaardige culturen is trouwens puur ideologie. Ze heeft geen antropologische grond en weerspiegelt in Europa geen historische realiteit. De problemen die ik hier aanhaal zijn in essentie van religieuze, en niet van sociale of economische aard. Wie om een onverklaarbare reden de islam toch van fundamentele kritiek wil sparen, kan ik enkel aanraden zich ook eens te bekommeren om moslims en niet alleen om de islam: wie wil men immers geviseerd zien, mensen of een ideologie? Als er bijvoorbeeld moeilijkheden zijn met moslims die na de scheiding van hun Belgische vrouw de kinderen ontvoeren naar Marokko, heeft dit niets te maken met het slechte karakter van die mannen. Zij doen gewoon wat zij als vrome moslims moeten doen volgens het traditionele islamitisch recht, namelijk ervoor zorgen dat een moslimvrouw hun kind(eren) opvoedt, en daarom het kind afnemen van de niet-moslimmoeder. Hoe minder men de religieuze oorsprong van dit probleem blootlegt, hoe meer men de schuld op individuele personen zal werpen, met alle sociale en politieke gevolgen van dien. Begrijp me niet verkeerd: ik zeg met mijn beschouwingen helemaal niets over individuele moslims, ik wil slechts de aandacht vestigen op de islamitische doctrine en de mogelijke consequenties ervan. Zeker, de islam mag niet gereduceerd worden tot de betwistbare elementen ervan. Toch denk ik dat men de pijnpunten niet uit de weg mag gaan Ook binnen de islam gaan er overigens stemmen op die pleiten voor een herinterpretatie van hun geloof, al blijven dat intellectuele eenlingen. Willen we een vreedzame multiraciale samenleving, dan moeten we een concrete visie uitstippelen over de aanpassing van de islamitische religie. Anders zou het ooit wel eens een keer te heet kunnen worden onder ons multiculturele lappendekentje. □Remi Hauman |
|