Streven. Jaargang 69
(2002)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 889]
| |
Olivier Lins
| |
[pagina 890]
| |
In de namiddag hielpen ze er de kinderen met hun schoolwerk. Deze ‘Scuola della pace’ of ‘School van Vrede’ bestaat nu op tal van plaatsen in de wereld. Dat groepje van toen is nu uitgegroeid tot een wereldwijde familie, die actief is in meer dan zestig landen van verschillende continenten. Het ledenaantal neemt voortdurend toe. Momenteel zijn er ongeveer veertigduizend. Sant'Egidio is een lekenbeweging binnen de Kerk, en ook als dusdanig canoniek erkend. Naast hun inzet voor de gemeenschap hebben de leden een eigen professioneel en familiaal leven, niemand woont ‘in gemeenschap’. In ons land bestaat Sint-Egidius sinds 1984. Een groep studenten leerde de gemeenschap in Rome kennen en raakte er zo sterk van onder de indruk dat ze er ook in Antwerpen mee wilden beginnen. Sindsdien heeft de beweging zich in andere steden in België en Nederland verspreid, maar Antwerpen blijft het centrum van de Lage Landen. Sant'Egidio is gebouwd op drie grote pijlers: het gebed, de broederlijkheid en de vriendschap met de armen. | |
Het gebedHet eerste ‘werk’ van Sant'Egidio is het gebed. Die jongeren van '68 vonden een authentieker leven door het evangelie centraal te stellen. Het was een nieuw project, waaraan ze zowel in hun persoonlijk als in hun gemeenschappelijk leven gestalte wilden geven. Evenzeer ging het om dat eeuwenoude project om leerlingen van Jezus te worden, dat aan elke generatie opnieuw wordt aangeboden. Het is een uitnodiging om op te houden voor jezelf te leven en om, in alle vrijheid, een instrument te worden van een grotere liefde voor alle mensen, in het bijzonder voor de armsten. Heel wat christenen denken tegenwoordig dat het belangrijker is goede dingen te doen dan te bidden. Het is alsof bidden iets is voor professionelen, die over bijzondere gaven en eigenschappen beschikken. Niets is echter minder waar: het gebed is als een taal die je kunt aanleren. Toen de leerlingen bij Jezus waren, vroegen ze Hem: ‘Heer, leer ons bidden...’ (Lc. 11, 1). Vanaf het begin was ik getroffen door de ‘biddende kracht’ van Sant'Egidio. De gemeenschap heeft me leren bidden en via de figuur van Jezus doen begrijpen wie de armen zijn. Andrea Riccardi zegt erover: ‘Het gebed staat centraal in ons leven, het is een antwoord op de vele problemen die ons bezighouden. Gisteren de opvang van vreemdelingen en vluchtelingen, vandaag Algerije en Burundi, morgen wellicht het probleem van de bejaarden in een samenleving die steeds ongastvrijer wordt | |
[pagina 891]
| |
tegenover hen. De bekommernissen van de gemeenschap zijn veelzijdig, we hebben ons nooit uitsluitend op één problematiek toegelegd. Het gebed zorgt voor de eenheid in de veelheid. [...] Het gebed en het luisteren naar het Woord van God geven een zin aan de voorbije dag’Ga naar eind[1]. | |
Een gemeenschap zonder grenzen en murenDe internationale broederlijkheid krijgt elke dag opnieuw gestalte in de vriendschap tussen mensen van verschillende landen en culturen. Bij het begin van het derde millennium, en vooral in het licht van de aanslagen van 11 september vorig jaar, lijkt onze wereld de nationale grenzen en culturele verschillen opnieuw te ontdekken en maakt ze er een bron van conflict van. In veel landen steekt extreem-rechts weer de kop op. In onze geglobaliseerde wereld wordt vaak eenzijdig gedacht. De gemeenschappen van Sant'Egidio willen daarentegen een getuigenis zijn van onze collectieve bestemming, niet enkel onder christenen, maar onder alle mensen. Sant'Egidio stelt zich geen andere grenzen dan ‘die van de liefde’, zoals paus Johannes Paulus II in 1993 zei, ter gelegenheid van de vijfentwintigste verjaardag van de gemeenschap. Die liefdevolle eenheid krijgt gestalte in een concrete communio en solidariteit tussen de broers en zussen, maar vooral in de vriendschap met armen dichtbij en veraf, ‘niet om gediend te worden, maar om te dienen’ (cf. Mt. 20, 28). | |
Vriendschap met de armenSinds de eerste dag en tot op vandaag is de vriendschap met de armen kenmerkend voor Sant'Egidio. Mijn kijk op de armen is grondig veranderd sinds ik de gemeenschap ken. Sant'Egidio benadert de armen op een persoonlijke en directe manier, met veel warmte en vriendschap, en zonder te oordelen. De gemeenschap heeft me ook leren verstaan dat ‘de arme’ vele gezichten heeft: het is de kansarme jongere, de dakloze, de vergeten bejaarde, de ter dood veroordeelde, de aids-lijder, de gehandicapte. Armoede is voor de betrokkenen een complexe realiteit, en meestal het gevolg van een hele reeks moeilijkheden en tegenslagen. Ik denk daarbij aan materiële problemen (verlies van werk, faillissement, schuldenlast), relationele moeilijkheden (echtscheiding en overlijden) en individuele noden (verslaving, emotionele en psychische moeilijkheden). Niet kunnen terugvallen op familie of vrienden blijkt een doorslaggevende factor te zijn. Het is daarom dat Sant'Egidio op 1 juni 1994 in het centrum van Antwerpen Kamiano heeft geopend. Daar krijgen mensen in moeilijkheden (daklozen, thuislozen, kortom: de armen in de strikte zin van het woord) | |
[pagina 892]
| |
tweemaal per week, op woensdag- en zaterdagmiddag, een verse warme maaltijd aangebodenGa naar eind[2]. Vandaag leven tallozen aan de rand van de samenleving, vaak onopgemerkt in de marge van onze grootsteden. Kamiano wil hun warmte, vriendschap en een nieuw perspectief bieden. Ze krijgen niet alleen een maaltijd, administratieve en materiële hulp, maar vinden ook een luisterend oor. Ze zijn onvoorwaardelijk welkom aan de familiale tafel. De uiteindelijke bedoeling is dat zij hun zelfrespect terugvinden, om zo uit de vicieuze cirkel van de armoede te geraken. Ik heb daar leren inzien dat praktisch niemand er bewust voor kiest als arme door het leven te gaan. In Kamiano komen mensen terecht vanuit verschillende achtergronden en culturen. De meerderheid is autochtoon en vaak relatief jong. Het is duidelijk dat de wetten van het economisch bestel niet zomaar buitenspel kunnen worden gezet, maar, dat is me hier duidelijk geworden, ieder van ons kan wel degelijk iets doen: een gekwetste mens niet breken, hem of haar de kans geven weer overeind te komen, opnieuw zelfrespect te krijgen en open te bloeien. Vriendschap en respect kunnen wonderen doen. | |
Vriendschap met kansarme kinderen en jongerenDe eerste dienst van de gemeenschap was de ‘scuola popolare’ of ‘volksschool’ in verschillende Romeinse sloppenwijken langs de Tiber. Dergelijke scholen, nu ‘scholen van vrede’ genoemd, zijn sindsdien op vele plaatsen ontstaan, in wijken en steden waar de gemeenschap aanwezig is. In de school van vrede wordt een bijzondere aandacht geschonken aan kinderen en jongeren die in moeilijke omstandigheden opgroeien. Studenten en jongeren komen er wekelijks een handje toesteken. Ze willen graag een deel van hun vrije tijd besteden aan deze kinderen die opgroeien aan de rand van onze maatschappij. Momenteel zijn er in Antwerpen - zoals op zovele plaatsen in de wereld - vier dergelijke ‘scholen van vrede’, allemaal gevestigd in probleembuurten die af en toe in het nieuws komen ten gevolge van samenlevingsconflicten, afrekeningen of straatgeweld. De wereld van de kinderen die erin opgroeien, wordt niet enkel gekenmerkt door een gebrek aan kansen, maar ook door werkelijke materiële en culturele armoede, die zich onder meer uit in agressie, vandalisme of racisme, en in een totaal gebrek aan toekomstperspectief. De vraag is dan: wat doe je met zulke jongeren? Is repressie het enige antwoord? Onze ervaring is dat je door persoonlijke begeleiding, vriendschap en respect vaak heel wat kunt bereiken. In de school van vrede worden kinderen tot twaalf jaar eenmaal of meermaals per week geholpen bij hun schoolwerk. En dat is vanwege de omgeving waarin ze opgroeien dringend nodig. Thuis worden ze vaak | |
[pagina 893]
| |
weinig opgevangen en bijgestaan, en de schoolresultaten gaan zienderogen achteruit. Vele kinderen raken snel gedemotiveerd, verwaarlozen hun huiswerk en dienen vaak hun jaar één- of tweemaal over te doen. In de school van vrede proberen we het leren aantrekkelijker te maken, en wisselen we ernstige momenten af met ontspanning. In kleine groepjes wordt hard gewerkt en geoefend, en dat geeft de kinderen de moed om opnieuw iets voor de school te doen. Maar het opzet reikt verder: onze school is méér dan een ‘huiswerkschool’. In de eerste plaats vinden kinderen er een affectief referentiekader, dat anders is dan de straat. De school van vrede betekent voor veel kinderen een plaats waar ze gewoon kind kunnen zijn, en waar niet langer de wet van de sterkste geldt. De vriendschap neemt een heel belangrijke plaats in, want waarschijnlijk is het dat wat ze het meest missen: iemand die voor hen klaarstaat en hen bij de hand neemt, iemand die een betere toekomst voor hen droomt. In de zomer gaan we samen op vakantie. Met de jaren is het belang van deze vakanties enorm toegenomen. Een hele week samen zijn betekent immers ook dat er tijd is om aandacht te besteden aan allerlei facetten van het leven van de kinderen. Zo wordt er veel aandacht geschonken aan hygiëne en goede eetgewoonten. De vakantie groeit jaarlijks uit tot een grote leerschool voor heel wat zaken die zo vanzelfsprekend lijken, maar die voor die kinderen meestal onbekend zijn. De kinderen leren elementaire dingen en krijgen zo een belangrijke impuls voor de toekomst. Voor de twaalf- tot zestienjarigen werden de ‘friends’ opgericht. De eerste kinderen van de school van vrede groeiden stilaan op tot tieners, en dit werd een nieuwe uitdaging voor onze werking. De ‘friends’ zijn kinderen die jarenlang onze school hebben bezocht, en met wie in de loop der jaren een hechte vriendschapsband is ontstaan. Ze komen wekelijks samen om huiswerk te maken, maar ook om te werken rond bepaalde sociaal-culturele projecten. We hadden gemerkt hoe de armoede weegt op deze jongeren: weinig algemene kennis, nooit eens naar een toneelopvoering of een museum, nooit een daguitstapje naar een andere stad. Geregeld organiseren we daarom excursies met hen, zodat hun culturele bagage verruimd wordt. Ook met hen gaan we jaarlijks op vakantie. | |
Vriendschap met de bejaardenIn Antwerpen worden wekelijks méér dan honderd bejaarden bezocht, in vier wijken van de stad, thuis, in het rusthuis, of in het ziekenhuis. Zelf ga ik wekelijks op bezoek bij verschillende ouderen in de wijk Luchtbal. Hun eenzaamheid heeft me getroffen, en die is des te nijpender in een grootstad als Antwerpen. Het is perfect mogelijk er anoniem en vergeten door het leven te gaan. Vandaag stelt iedereen vast dat de bevolking ver- | |
[pagina 894]
| |
grijst, vooral dan in het ontwikkelde deel van de wereld, dus ook in Europa. De verlenging van de levensduur is een belangrijke verworvenheid van onze tijd. Toch wordt vanuit verschillende hoeken met groeiende bezorgdheid gekeken naar de aanwezigheid van zoveel bejaarden in de wereld. Men spreekt steeds vaker van ‘het probleem van de bejaarden’: die zouden met al hun behoeften te veel middelen verbruiken, ze betekenen een economische en sociale last en een probleem voor de gezondheidszorg. We zien steeds duidelijker een generatieconflict opdoemen, dat leidt tot de frustratie en de marginalisering van bejaarden overal op deze planeet. Zij hebben het gevoel niet langer deel uit te maken van de gemeenschap waartoe zij behoren, zij voelen zich overtollig, zij zijn een last voor de omgeving en voor hun familie. Sant'Egidio gaat hier een belangrijke uitdaging aan: we willen de bejaarden weer een volwaardige plaats geven in de menselijke familie, waarin elke generatie een rol en een zending te vervullen heeft. De nood aan ‘verzoening’ tussen de generaties is groot: jongeren en volwassenen hebben ouderen nodig, en omgekeerd. Zonder gezelschap houdt voor een bejaarde het leven op. Marginalisering staat gelijk met een terdoodveroordeling. Maar jongeren hebben ook ouderen nodig om de waarde van het leven te begrijpen. Onze samenleving heeft de ouderen nodig! De broosheid van de bejaarden behoedt ons ervoor af te glijden naar een samenleving waarin de zwakkeren in de steek worden gelaten. Tegelijk wordt onze aandacht getrokken op de mens in het algemeen, die een sociaal wezen is, en op de noodzaak om het menselijk weefsel dat in onze tijd op de rand van ontbinding staat, weer te verstevigen. Door de bejaarden weer een volwaardige plaats te geven in de samenleving werkt de gemeenschap aan wat we ‘menselijke ecologie’ zouden kunnen noemen, een sociaal evenwicht waarin alle mensen een beter leven hebben. Het gaat er mij niet om een fase in een mensenleven die tal van ongemakken meebrengt te idealiseren, noch met jeugdig gemak de problematische aspecten van het ouder worden te vergeten. Ik wil er veeleer op wijzen hoe mensen fysieke achteruitgang en toenemende broosheid kunnen aanvaarden en ermee leven, als ze er niet alleen voor staan. In feite is dit het geheim van Sant'Egidio: ongeacht wie je bent, wat je achtergrond is, wat je doet of gedaan hebt, je verdient liefde en vriendschap. Dat is de zwakke kracht van de liefdeGa naar eind[3]. In onze eigen steden leven heel wat armen, maar we herkennen ze niet. En wat doen we met de roep van armen veraf? Wat doen we met de menigtes in zovele landen die lijden onder oorlog, geweld en armoede? | |
[pagina 895]
| |
Vriendschap met de armen verafDe liefde voor de armen herstelt de ecologie van de wereld en dicht de kloof tussen arm en rijk. De Afrikanen dromen van een zekere toekomst, hun leven is niet makkelijk. De meeste Europeanen liggen echter niet wakker van hun problemen, vaak zijn ze onwetend. Sant'Egidio heeft een bijzondere band met Afrika ontwikkeld. De laatste jaren is het aantal gemeenschappen aldaar bijzonder snel toegenomen. Die werken aan de toekomst van hun eigen land: de gemeenschap van Ivoorkust bijvoorbeeld wil een brug bouwen tussen moslims en christenen, te midden van de vele spanningen in hun land. Het is maar een klein voorbeeld van verzoening. Wat is de toekomst van Afrika? De problemen stapelen zich op: oorlog, geweld, armoede, ziekte, en vooral het aids-drama dat miljoenen mensen bedreigt. Terwijl de officiële ontwikkelingshulp tussen het Westen en Afrika jaar na jaar daalt, wil Sant'Egidio tussen Europa en Afrika een pact sluiten. Afrika mag niet gedegradeerd worden tot een vergeten periferie. Wij willen werken aan een cultuur die solidariteit met het Zuiden als een essentieel en integraal deel van het leven beschouwt. Overigens, onze eigen toekomst hangt af van die van de andere continenten. Het is juist dat Afrika Europa nodig heeft, maar dat geldt evenzeer in omgekeerde richting. | |
Inzet voor vrede en verzoeningDankzij de vriendschap met de armen heeft Sant'Egidio begrepen dat de moeder van de armoede vaak de oorlog is. Wie van de armen houdt, moet daarom ook een bewerker van vrede zijn. Sant'Egidio wil ertoe bijdragen de vrede te beschermen waar ze in gevaar is, en te herstellen waar ze verloren is gegaan. De inzet voor vrede en verzoening gebeurt met de eenvoudige middelen van het gebed, het meeleven, ontmoeting en dialoog. Ook als het onmogelijk blijkt te werken voor de vrede, tracht de gemeenschap humanitaire hulp te bieden aan de burgerbevolking die het meest te lijden heeft onder de oorlog. Wellicht is dit het meest bekende aspect van Sant'Egidio. De media spreken erover, maar leggen er niet altijd bij uit dat het werk voor de vrede in het verlengde ligt van de vriendschap met de armen en de evangelische inspiratie. Sommige leden van de gemeenschap spelen ook een rol als ‘facilitators’ (bemiddelaars) bij het zoeken naar wegen om conflicten op te lossen en oorlogen te beëindigenGa naar eind[4]. Zo hebben onderhandelingen onlangs mede dankzij Sant'Egidio nog geleid tot de bevrijding van een Belgische jongen in Colombia. De gemeenschap richt haar aandacht vooral op Afrika, om- | |
[pagina 896]
| |
dat dit arme continent het zwaarst door oorlogen wordt geteisterd. Naast tussenkomsten in Rwanda, Burundi en Congo, tot op de dag van vandaag, is het voornaamste succes het in 1992 in Rome afgesloten vredesakkoord waarmee een einde kwam aan een jarenlange burgeroorlog in Mozambique, met meer dan één miljoen slachtoffers. | |
Aandacht voor de aids-ziekenThans wordt Mozambique, zoals heel Afrika, getroffen door een nieuwe, ditmaal onzichtbare vijand, het hiv-virus dat aids veroorzaakt. De verspreiding ervan is in Mozambique alarmerend. Naar schatting 1,5 miljoen inwoners zijn seropositief, wat goed is voor 16% van de volwassen bevolking. De epidemie bracht al voor 250.000 Mozambikanen de dood mee, en maakte naar schatting 310.000 kinderen wees. De levensverwachting daalt zienderogen: in 1996 bedroeg ze 46 jaar, vandaag slechts 39. De verwachting is dat ze verder zal dalen tot onder de dertig. Daarom heeft Sant'Egidio in Mozambique vorig jaar een project ter bestrijding van aids gelanceerd, dat voorziet in preventie en behandeling. Ter plaatse zijn Europese artsen en verplegers aanwezig, en Mozambikanen worden opgeleid en werken mee aan de verbetering van de basisgezondheidszorg en aan gezondheidsopvoeding. De eerste doelgroepen zijn de zwangere vrouwen en bloeddonoren. Aan de seropositieve zwangere vrouwen wordt therapie aangeboden om te voorkomen dat hun kinderen al besmet zijn bij de geboorte. De zieke moeders krijgen een cocktail van geneesmiddelen, zodat hun levenskansen vergroten en ze zelf kunnen instaan voor de opvoeding van hun kinderen. De eerste fase van het project, de herstructurering van een ziekenhuis en laboratorium in Maputo (in het zuiden van Mozambique) is achter de rug. Het is het eerste publieke biomoleculair laboratorium van Mozambique en van de hele regio, en is bijzonder belangrijk om de nodige testen te kunnen uitvoeren voor de opvolging van de therapie. In een tweede fase worden ziekenhuizen en laboratoria geherstructureerd in Beira (in het centrum) en Nampula (in het noorden van het land). Net zoals vorig jaar werden in juli en augustus 2002 verschillende cursussen gezondheidsvoorlichting georganiseerd. Momenteel worden al heel wat zieken behandeld in een gezondheidscentrum van Matola (Maputo). Daar is ook een dienst voor thuiszorg opgericht. Het project is ambitieus, en loopt in eerste instantie over vijf jaar. Om de hoge kosten te kunnen dragen zijn er heel wat financiële middelen nodig. Enkel met de hulp van velen kan een efficiënt antwoord worden geboden op het aids-drama en kunnen de zieken worden behandeld. Het is nog niet te laat om aids aan te pakken, | |
[pagina 897]
| |
maar de tijd dringt! Die boodschap willen we ook in Europa laten weerklinken. Heel wat Europeanen zijn bijzonder snel in hun oordeel en verwijten de aids-zieken dat ze hun problemen zelf hebben gezocht. Dat is echter niet helemaal correct. Terwijl aids in Europa voornamelijk bepaalde risicogroepen treft (homoseksuelen, druggebruikers), is in Afrika zo goed als iedereen slachtoffer. De vrouwen worden het hardst getroffen: in Afrika maken ze meer dan de helft van het aantal hiv-besmettingen uit. Meestal worden ze besmet via heteroseksueel contact. Daarom besteedt ons project veel aandacht aan preventie. Daarnaast wordt aids ook overgedragen door een slechte hygiëne: het scheermesje bij de kapper en de injectienaald in het ziekenhuis, die soms tot twintig keer toe opnieuw worden gebruikt. Die twee voorbeelden spreken boekdelen. Ons project is efficiënt: aangezien het overgrote deel van de actoren op het veld vrijwilligers zijn, gaat slechts 2,5% van de middelen naar lonen. Alle andere middelen worden aangewend voor de aanschaf van materiaal, geneesmiddelen, herstructurering van ziekenhuizen, bouw van labo's, behandelingsprogramma's, en dergelijke meer. Dit project is een uitdaging voor de toekomst en bewijst dat het mogelijk is iets te doen, en te werken aan de verrijzenis van Afrika. Daar zijn de aids-patiënten de ‘armen van deze tijd’. Zij verdienen onze aandacht. Sant'Egidio neemt ook andere initiatieven op humanitair vlak, waarbij de gemeenschap samenwerkt met alle mensen van goede wil, ongeacht hun geloof of overtuiging. Ik noem maar de campagne tegen de landmijnen, of de hulp aan de slachtoffers van natuurrampen, zoals de vulkaanuitbarsting in Goma, en oorlogen, zoals in Zuid-Soedan, Burundi, Albanië en Kosovo. | |
Interreligieuze dialoogDe gemeenschap stelt zich ook voortdurend ten dienste van de oecumenische en interreligieuze dialoogGa naar eind[5]. In 1986 riep paus Johannes Paulus II alle christelijke kerken en grote religies uit de hele wereld in Assisi samen voor een ontmoeting. Dit initiatief was profetisch - de Koude Oorlog was nog niet afgelopen - en Sant'Egidio was ervan overtuigd dat de ‘geest van Assisi’ niet verloren mocht gaan. Sinds 1987 werden daarom ieder jaar opnieuw, telkens op een verschillende plaats, hoge vertegenwoordigers van de christelijke kerken en de grote religies uitgenodigd voor een ontmoeting, om samen te bidden, de een naast de ander, en niet meer de een tegen de anderGa naar eind[6]. Die ontmoetingen zijn belangrijk, omdat ze de godsdiensten willen bevrijden uit de val van het nationalisme en het etnisch denken. De godsdiensten en religies verkondigen een universele | |
[pagina 898]
| |
liefde die niet gebaseerd is op politieke of economische macht, maar op de zwakke kracht van gebed en spirituele overtuiging. In een wereld die gekleurd is door verschillende godsdiensten, overtuigingen en culturen is dialoog en ontmoeting een noodzaak. De dialoog is geen synoniem van syncretisme en onverschilligheid, maar wil integendeel bouwen aan een universele cultuur van vrede en liefde. In het licht van de aanslagen van 11 september en de verschrikkelijke gebeurtenissen in het Midden-Oosten is dialoog méér dan ooit onontbeerlijk, zowel met de joden als met de islam. Ieder jaar worden de slachtoffers van de Shoah onder meer in Rome en in Antwerpen herdacht met een stille fakkeltocht. Andrea Riccardi zegt hierover: ‘We voelen ons verplicht om te delen in het lijden van het joodse volk: zij hebben te veel en te verschrikkelijke dingen beleefd. Daarnaast is er ook vriendschap voor het Palestijnse volk. Er is geen contradictie tussen deze dubbele vriendschap. De toekomst van het Midden-Oosten is cruciaal, en vrede is noodzakelijk, dat verhopen we en daar moeten we in vertrouwen’Ga naar eind[7]. ‘Geen enkele weg tot dialoog mag verwaarloosd worden. Ieder van ons moet spreken met immigranten, arme moslims, politieke verantwoordelijken en intellectuelen. De islam is een wereld op zich die al te vaak wordt gesimplificeerd. Er bestaat niet zoiets als dé islam, er zijn er vele. Maar geldt dat ook niet in zekere mate voor het christendom? Wanneer iemand zou zeggen dat de Italiaanse gelovigen allemaal sentimenteel zijn, de Franse rationeel en de Spaanse barok, zou niet elkeen van ons geïrriteerd zijn door zoveel simplisme? Maar wij zeggen veel grovere dingen over de islam, wij verlagen ons soms tot ongehoorde simplificaties.’Ga naar eind[8] Alleen door dialoog en ontmoeting wordt vrede mogelijkGa naar eind[9]. ‘Zalig die vrede brengen, zij zullen kinderen van God genoemd worden.’ (Mt. 5, 9) | |
ConclusieHet is duidelijk dat Sant'Egidio van vele markten thuis is, nationaal en internationaal. Niet zozeer wát er wordt gedaan, maar vooral waaróm is belangrijk. Wie met ontroering kijkt naar de armen dichtbij en veraf, naar hen luistert en hen daadwerkelijk helpt, bouwt aan een wereld waarin liefde en hoop, vriendschap en solidariteit realiteit worden, en wordt ook zelf gelukkiger. In Sant'Egidio heb ik een beweging van mannen en vrouwen leren kennen die durven dromen voor de wereld en die ook daadwerkelijk iets tot stand brengen, met vertrouwen en doorzettingsvermogen, zonder zich te laten tegenhouden door tegenslagen. Daardoor leggen ze voor de hele samenleving en in het bijzonder voor de jongeren een | |
[pagina 899]
| |
mooi getuigenis af, dat een hoopvol perspectief opent: alles is mogelijk voor wie gelooft! Voor meer informatie: Sant'Egidio-gemeenschap, Kammenstraat 51, 2000 Antwerpen, tel. (03) 231.48.37, fax (03) 226.07.37, e-mail: santegidio@online.be, website: www.santegidio.org. Aanbevolen literatuur: A. Riccardi, Vrede is mogelijk - De Sint-Egidiusgemeenschap, Rome en de wereld, Gesprekken met J.D. Durand en R. Ladous, Pelckmans, Kapellen, 1998,160 blz.; L. Wouters en F. Maes, Bagage - Zoekers naar geestelijke onthaasting, Pelckmans/Meinema, Kapellen/Zoetermeer, blz. 65-81. |
|