Wetsvoorstel
In het najaar van 2000 dienden de PS en Ecolo / Agalev wetsvoorstellen in die ook aan niet-EU-onderdanen het stemrecht wilden toekennen. De SP.A volgde in de zomer van 2001 met een eigen wetsvoorstel. Zo stond in de senaat de stemrechtkwestie vanaf januari 2002 weer op de agenda. De voorstellen van de groenen en van de socialisten werden tot voorwerp van parlementaire besprekingen. In de senaatscommissie van Binnenlandse Aangelegenheden vond een eerste politieke krachtmeting plaats.
Op 12 maart 2002 stemden de liberalen, CD&V en het Vlaams Blok in de senaatscommissie tegen het groene voorstel over het migrantenstemrecht. Hoewel de PRL als partij officieel geboekstaafd stond als ‘pro’, stemde ze tegen, om de VLD ter wille te zijn en om de regering niet in gevaar te brengen. Na afloop van de stemming in de senaatscommissie verklaarden Ecolo, PS, SP.A en Agalev dat ze niet in een volgende federale regering zouden stappen als het migrantenstemrecht niet in het regeerakkoord zou staan. Ook PRL-vice-eerste-minister Louis Michel sprak zich in die zin uit. Het thema zou dus deel uitmaken van de onderhandelingen bij de volgende regeringsvorming na de federale parlementsverkiezingen in 2003.
Na de senaatscommissie boog de senaat zich eind maart in plenaire zitting over het dossier. VLD, CD&V, NVA en MR (Mouvement Réformateur, de nieuwe naam voor de federatie PRL-FDF-MCC) spraken zich uit tegen het stemrecht. Ecolo/Agalev, SP.A, PS, PSC en Spirit toonden zich voorstander. Het rapport van de senaatscommissie van Binnenlandse Aangelegenheden werd uiteindelijk met 36 tegen 33 stemmen aanvaard. Het is nu zogoed als zeker dat het gemeentelijk kiesrecht voor niet-EU-vreemdelingen niet meer tijdens deze legislatuur goedgekeurd raakt. De volgende legislatuur begint in 2003. De eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen vindenplaats in 2006.