Stilleven
Onder het licht van drie grote ramen op het zuiden een brede schrijftafel. Daarop, aan de lichtzijde een paar woordenboeken rechtop. Aan het andere uiteinde mappen en een stapel kranten die er verbaasd bij liggen omdat ze hier bij elkaar zijn gevallen: De Groene, Vrij Nederland, The New York Review of Books... In het midden op een paar vellen tekst de hand van Frans Van Bladel, die met zijn kleine, vloeiende geschrift de ruimte vult tussen de regels, in de marges, op de rugzijde van een vel tekst. Frans herwerkt een ingezonden artikel voor Streven.
Talloze keren vond ik hem zo geconcentreerd aan het werk, in de heldere stilte van de achterkamer. De tekst daalde dan twee verdiepingen naar beneden en, tussen de laden met adresplaatjes en de dozen oude nummers, werd hij in drukletters gegoten door de redactiesecretaresse, aanvankelijk op een typemachine, later op de computer; en wij wezen elkaar met een glimlach genietend hoe de kreuken uit de redeneringen waren weggewerkt, de nevels uit het vertoog opgeklaard, de woorden verrassend gekozen. En af en toe lazen wij het antwoord van een dankbare auteur. Ooit schreef een van hen: ‘Pas bij het lezen van de bewerking heb ik begrepen wat ik wilde zeggen’!
En de hand pende verder. Er is niet opgeteld hoeveel maanden, hoeveel jaren; er is geen statistiek bijgehouden, laat staan ophef over gemaakt. Allicht kan meer dan één auteur zich herinneren: ‘Toen en toen heb ik voor het eerst een artikel aan Streven aangeboden en ben ik in de leer gegaan voor het schrijversvak, de kunst van het verwoorden; ben ik “leerling-tovenaar” geworden’.
Geert Boeve