schillend cultuurpatroon’... De wereld is nu eenmaal één ‘Risikogesellschaft’, en dat wij niet in de hoek zitten waar de klappen vallen heeft niets te maken met de omstandigheid dat anderen iedere dag voor hun overleving moeten vechten. Overigens, in de toekomst zal iedereen het beter hebben. Een paar eeuwen geleden had Adam Smith het al in vergelijkbare termen geformuleerd: economie heeft met moraal niets te maken. Om het knagende geweten te sussen is het concept van ‘moral sympathy’ uitgevonden: de tevredenheid die men ervaart door wat men te veel bezit, uit te delen aan wie nooddruftig is. Tegenwoordig heet dit ontwikkelingssamenwerking.
* * *
Tegenover de negationist die weigert het geluksfeestje te laten vergallen staat de grossier van het wereldleed. Voor hem is er geen ontkomen meer aan: hij draagt de zorgen van de hele mensheid. Afghaanse vrouwen, Palestijnse kinderen, Congolese bejaarden en Indische gehandicapten...: hun leed is het zijne. Als hij bovendien het concept van duurzame ontwikkeling omarmt, komt daar nog de toekomstige generatie bij. Langzamerhand schuiven zelfs de primaten op in zijn richting en weldra wordt het lijden van alle dieren evengoed het zijne. Dat is behoorlijk wat, een mens raakt van minder depressief.
De praktische vertaling van al te hoge principes resulteert in het beste geval in een farce, in het andere geval in een drama. Iedereen kent in zijn omgeving wel een wereldverbeteraar die hopelijk nooit in de mogelijkheid zal verkeren zijn plannen uit te voeren. Omdat de taak onoverzichtelijk is, blijft hem vaak niets anders over dan zich te verschansen achter het grote gelijk en zich, zoals Sebastian Haffner het noemde, te wentelen ‘in de perverse wellust van de zelfverloochening’. Na verloop van tijd zal hij dan een zomerse zon als pijnlijk ervaren, omdat die niet overeenstemt met de somberheid van de situatie. Want dit moet je toegeven: zulke lieden sparen zichzelf niet en putten juist daaruit zelfrespect, ja zelfs een gevoel van superioriteit. Als het technisch niet zo moeilijk lag, dan zouden ze zich eigenhandig aan het kruis spijkeren, om zoniet de hele mensheid, dan op z'n minst hun eigen persoon te redden. ‘Wil je de wereld veranderen, begin dan bij jezelf’, is een oud gezegde, - daarom niet per se juist en zeker niet te lezen in spiegelschrift: wil je jezelf veranderen, begin dan, enz. Het is zeker ook niet te begrijpen in de zin van: als ik alvast zwelg in het wereldleed, dan zal de realiteit daardoor beter worden.
Het zich toe-eigenen van het wereldleed, om er vervolgens mee te zwaaien als een vlag die de individuele zielenadel demonstreert, is een bijproduct van de welvaartsstaat: ik heb nooit een dergelijke aandrang geconstateerd bij diegenen die echt vervolgd worden of honger lijden. Ik heb al evenmin gemerkt dat zij zulks van ons zouden eisen: wat ben je er tenslotte mee gebaat dat diegene die op je rug leeft weliswaar tot tranen toe bewogen wordt om jouw miserabel lot, maar overigens geen vin verroert?
* * *
Hoe moet het dan wel? Om te beginnen en volgens de criteria van rationaliteit en haalbaarheid (in principe zouden die moeten samenvallen maar,