Streven. Jaargang 69
(2002)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |
ForumHet antwoord van Verhofstadt op het democratisch globalismeSeattle, december 1999, conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO): voor de eerste keer baart de democratische globaliseringsbeweging opzien als haar protestacties de vorm aannemen van massale betogingen en zware rellen, waarin het repressieve optreden van de politie ook aandeel heeft. Hetzelfde tafereel doet zich voor tijdens de jaarvergaderingen van het Internationaal Muntfonds (IMF) en de Wereldbank te Praag, en op de Europese Topconferenties van Nice en Göteborg. Bij de G8-ontmoeting in Genua valt voor het eerst een dode. Het Belgische EU-voorzitterschap is gewaarschuwd. Wonderwel blijft alles rustig tijdens de EU-Top van 19 oktober jl. in Gent. De betogingen verlopen vreedzaam, twee luttele gebroken ruiten maken de balans uit. Een verklaring? | |
Verhofstadt neemt initiatiefOp 26 september jl. verschijnt een open brief van de Eerste Minister aan de antiglobalisten wereldwijd in een vijftigtal kranten. De bedoeling is tijdens het EU-voorzitterschap de dialoog aan te gaan met ngo's die een drijvende kracht zijn achter de democratische globaliseringsbeweging. Dat de brief bijna uitsluitend negatieve reacties oproept, is te wijten aan het onbegrip dat Verhofstadt aan de dag legt tegenover de democratische globalisten en hun agenda. Nu eens schildert hij ze af als een charmante verademing in deze tijden van saaie politiek, dan weer vernoemt hij ze in een adem met het Black BlocGa naar eind[1], of interpreteert hij hun eisen verkeerd als een terugkeer naar een Bokrijkachtig bestaan. Fout, deze beweging is naar eigen zeggen helemaal niet tegen globalisering. Ze is wel van mening dat de huidige globalisering alleen de economische elites ten goede komt en de negatieve effecten opstapelt op de kap van het grootste deel van de wereldbevolking. Een rechtvaardiger wereld met meer aandacht voor mens en milieu is het streefdoel. Vandaar dat | |
[pagina 72]
| |
de beweging zich liever ‘democratisch globalisme’ dan ‘anti-globalisme’ laat noemen. Laten we dan ook deze term hanteren. Ondanks de kritiek op de inhoud van de open brief mogen we het belang ervan niet uit het oog verliezen. Voor het eerst betrekt een regeringsleider de democratische globalisten in het politieke debat. Voor het eerst wordt er uitdrukkelijk naar hun replieken gevraagd en geluisterd. Bovendien zullen de thema's van de open brief besproken worden op 30 oktober 2001 tijdens een internationale bijeenkomst in Gent. De brief, de provocerende aard ervan en de uitnodiging tot een conferentie zijn echter naar mijn mening niets minder dan een tactische zet van Verhofstadt om de democratische globalisten een stem te geven, of tenminste toch het gevoel dat ook zij meetellen in het huidige globaliseringsdiscours. Wat er ook van zij, in Gent is het rustig gebleven. Verhofstadt en het Belgische voorzitterschap hebben hier duidelijk gescoord. | |
Een conferentieOp 30 oktober organiseert Verhofstadt een internationale conferentie over globalisering, - niet op initiatief van het hele Belgische voorzitterschap of de federale regering, maar uit eigen naam. Na de persoonlijke successen van minister van Buitenlandse Zaken Michel - ik heb het hier dan vooral over Durban - lijkt het alsof onze premier ook z'n deel van de buit wil krijgen. In zijn openingstoespraak erkent hij de lawine van kritiek op de open brief en geeft hij toe dat hij heeft bijgeleerd: ‘Ik weet nu dat we de term “anti-globalisten” beter naar de prullenmand verwijzen’. Zelf prefereert hij de notie ‘ethisch globaliseren’, aangezien het debat handelt over hoe globalisering moet verlopen, hoe we de uitwassen ervan kunnen tegengaan, kortom hoe we de huidige mondialisering kunnen inbedden in een ethisch kader. Daarover valt geen slecht woord te horen in het kamp van de democratische globalisten. Maar zij verschillen met de eerste minister grondig van mening over de wijze waarop de aberraties van de economische globalisering gecounterd moeten worden. Conform het liberale gedachtegoed legt Verhofstadt te veel nadruk op het vrijmaken van de wereldhandel. Daar verwacht hij alle heil van: meer vrijhandel brengt meer welvaart, ook in de derde wereld. Vrijhandel moet de kloof tussen rijk en arm dichten. Juist daar staan de democratische globalisten zeer sceptisch tegenover. Onder meer Susan George, een van de gastsprekers, heeft erop gewezen dat het überhaupt empirisch niet bewezen is dat vrijhandel gunstig is voor iedereen. Meer dan twee derde van de wereldhandel verloopt via multinationals, zodat die de eersten zijn om er baat bij te hebben. Zij en andere sprekers trekken de aandacht op de neveneffecten van de economische globalisering. Thema's die alsmaar terugkeren zijn de afbraak van het milieu, armoede en ongelijkheid, het onvermogen van de civil society om aan de politieke, economische en juridische besluitvorming deel te nemen, de macht van transnationale ondernemingen, het democratisch deficit binnen de Wereldhandelsorganisatie, de Wereldbank en het IMF, het onderscheid tussen welvaart en sociale rechtvaardigheid. Nochtans zijn er middelen om de mistoestanden in te perken. Er moeten dringend wereldwijd afspraken gemaakt worden - het liefst in de vorm van bindende internationale regelgeving - over mensenrechten, arbeidswetgeving en sociale normen, milieu, | |
[pagina 73]
| |
aansprakelijkheid van ondernemingen, toegang van derdewereldlanden tot geneesmiddelen. Om dit programma te realiseren werden op de conferentie volgende financiële voorstellen gedaan: aflossing of zelfs kwijtschelding van de schuldenlast van de ontwikkelingslanden, een minimum aan verplichte ontwikkelingshulp, de invoering van de Tobintaks of soortgelijke taksen op muntspeculatie en andere internationale financiële verrichtingen, en winstbelastingen op transnationale ondernemingen. Wat levert een dergelijke conferentie nu op? Verhofstadt nodigt een aantal prominente namen uit, onder wie Naomi Klein (auteur van No Logo: Taking Aim at the Brand Bullies), Mary Robinson (Hoge Commissaris van de VN voor de Mensenrechten), en Owens Wiwa (minder bekend, maar broer van de vermoorde Ken Saro-Wiwa), in de veronderstelling dat zij spreekbuizen zijn voor de democratische globaliseringsbeweging. Die veronderstelling is niet vanzelfsprekend, aangezien de beweging uiterst gefragmenteerd is en uiteenlopende agenda's en eisen verdedigt. Maar toch, je moet ergens beginnen. Daarnaast is ook Bill Clinton van de partij, wiens aanwezigheid ongetwijfeld extra glans geeft aan de bijeenkomst. Hij krijgt voldoende spreektijd, terwijl de andere sprekers maar over een kwartier mogen beschikken, d.w.z., net genoeg tijd om een thema aan te snijden, maar veel te weinig om enige inhoudelijke diepgang in het debat te brengen. Sommige heikele onderwerpen, zoals de juridische aansprakelijkheid van multinationals, worden amper aangeraakt. Het debat blijft op een abstract niveau, het publiek steekt er weinig van op. En dat is jammer, vooral als er zoveel experts aan de sprekerstafel zitten. Maar ook dat moet je relativeren: niet de inhoud, maar het initiatief zelf is van belang. De eerste minister heeft de democratische globaliseringsbeweging het signaal gegeven dat haar zienswijze welkom is. Hij sleept ze uit de marginaliteit en inviteert ze op het politieke toneel. Men kan niet langer beweren dat deze beweging de mond wordt gesnoerd. Verhofstadt neemt de beweging de wind uit de zeilen, terwijl hij wordt geprezen voor zijn initiatief. Verhofstadt gaat zelfs verder en wil dat zijn initiatief herhaald wordt. Hij stelt voor dat er om de zes maanden, onder elk EU-voorzitterschap, een evaluatie van het globaliseringsdebat wordt opgemaakt. De Europese Unie is als verst gevorderde regionale organisatie het meest geschikt om het voortouw te nemen in de strijd voor een rechtvaardiger wereld. Haar handelsbeleid begint rechtvaardigere trekken aan te nemen: in hun betrekkingen met ontwikkelingslanden moeten de lidstaten voortaan het principe ‘everything but arms’ toepassen. Ook tijdens de WTO-ministerconferentie van 9 tot 14 november 2001 in Doha (Qatar) vertoont de Europese Unie zich in een gunstig daglicht door een brede agenda te verdedigen, waarin ook milieu, gezondheid, sociale normen en onderontwikkeling aan bod komen. Op wereldschaal ziet Verhofstadt het grootser: er moet binnen of buiten de Verenigde Naties een forum komen waarin afgevaardigden van alle internationale deelorganisaties proberen de globalisering te sturen. Daarnaast moet de huidige G8 vervangen worden door een G8 van de bestaande regionale samenwerkingsverbanden, zodat het Zuiden op gelijke voet betrokken wordt. En de voornemens van de democratische globaliseringsbeweging? De organisatoren van de betogingen in Gent, | |
[pagina 74]
| |
alsmede de aanwezige buitenlandse betogers zijn tevreden over het vreedzame verloop ervan en willen dezelfde sfeer tijdens toekomstige manifestaties. Ook wordt afstand genomen van het Black Bloc en zijn gewelddadig optreden tegenover personen of eigendom. Het Black Bloc zorgt voor negatieve media-aandacht, terwijl het maar een kleine minderheid van de beweging voorstelt. Door dergelijke voornemens wil de beweging geloofwaardiger overkomen in de publieke opinie. Verhofstadt neemt ze alvast in dank aan. □ Steven Sterkx | |
Jan van het Kruis: Donkere nachtNaar een nieuwe Nederlandse vertaling van het werk van Jan van het Kruis is reikhalzend uitgekeken. De vorige vertaling van de volledige werken dateert van 1963 en kende vier, grotendeels onveranderde herdrukken. Vandaag is ze achterhaald vanwege het vrij stroeve Nederlands en de verouderde opvatting over spiritualiteit en mystiek die eruit spreekt. Het is dan ook een goede zaak dat het Titus Brandsma Instituut het plan heeft opgevat om een volledig nieuwe vertaling te maken. Het eerste deel, Donkere Nacht, is nu verschenen. Het fraai uitgegeven boek bestaat uit een lange inleiding door Hein Blommestijn, de geannoteerde vertaling en een uitvoerige woordenlijst. De annotaties en de woordenlijst van de hand van Elisabeth Hense werden, met hier en daar een aanpassing, overgenomen uit de in 1995 verschenen Duitse vertaling van Donkere Nacht. Over de manier van vertalen, de principes en gezichtspunten die gehanteerd werden, vernemen we helaas niets. Globaal zou ik deze vertaling beoordelen als verdienstelijk, zonder meer. Vergeleken met de vorige betekent ze een vooruitgang: het Nederlands is geactualiseerd en volgt het Spaanse origineel nauwgezetter. Niettemin is de zinsbouw hier en daar te gekunsteld en volgt hij te weinig de dynamiek die de Spaanse tekst kenmerkt. De volgende zin, bijvoorbeeld, kon men toch iets begrijpelijker vertalen: ‘Zoals reeds gezegd, dooft deze dorheid ook de natuurlijke begeerten en overmoed uit. Want als het niet het genoegen is dat God haar uit zichzelf af en toe ingiet, vindt de ziel, zoals reeds gezegd is, alleen door een wonder genoegen en voelbare troost | |
[pagina 75]
| |
door haar ijver in een of ander werk en geestelijke oefening’. (I; 13,12 - blz. 107) Tekenend voor de ietwat lauwe manier waarop Jan van het Kruis hier vertaald wordt, is de volgende zin, die we eerst in het Spaans aanhalen: ‘Y así, los de ja tan a oscuras que no saben dónde ir con el sentido de la imaginación y el discurso, porque no pueden dar un paso en meditar como antes solían, anegado ya el sentido interior en estas noches, y déjalos tan a secas que no sólo no hallan jugo y gusto en las cosas espirituales y buenos ejercicios en que solían ellos hallar sus deleites y gustos, mas, en lugar de esto, hallan por el contrario sinsabor y amargura en la dichas cosas; porque, como he dicho, sintiéndolos ya Dios aquí algo crecidillos, para que se fortalezcan y salgan de mantillas los desarrima del dulce pecho y, abajándolos de sus brazos, los veza a andar por sus pies; en lo cual sienten ellos gran novedad porque se les ha vuelto todo al revés.’ (I; 8,3) In de jongste vertaling klinkt het: ‘Op deze wijze laat Hij hen zó in duisternis achter, dat ze niet meer weten waar ze met hun verbeelding en redeneringen naar toe moeten. Ze zijn niet in staat ook maar één stap in de meditatie te doen zoals ze voordien gewoon waren, want de innerlijke zin is reeds gedompeld in deze nacht en God laat hen in dorheid achter. Hierdoor is het niet alleen zo, dat ze geen vreugde en genoegen vinden in de geestelijke zaken en goede oefeningen, waarin ze anders hun geneugten en genoegens vonden; integendeel, in plaats daarvan vinden ze onbehagen en bitterheid in deze dingen. Want, zoals ik al heb gezegd, God laat hen al enige groei voelen, en neemt hen van de zoete borst af, zodat ze sterk en zindelijk worden. Hij zet hen uit zijn armen op de grond en leert hen op eigen benen staan. Dit ervaren ze als volkomen nieuw. Alles is voor hen immers anders geworden.’ (Ik cursiveer) Slecht is deze vertaling niet en ook de betekenis klopt wel, maar het had mijns inziens toch treffender en expressiever gekund. Uiteraard kun je de Spaanse volzin, typisch voor Jan van het Kruis, niet met één Nederlandse zin vertalen, maar het parallellisme dat erin zit had de vertaler toch minstens moeten handhaven (vet gedrukt in de tekst): ‘los deja tan a oscuras ... y déjalos tan a secas...’ De idee is dat God de ziel, die zich in de overgang van meditatie naar contemplatie bevindt, overgeeft zowel aan duisternis, wat slaat op het onvermogen om te mediteren, als aan ‘droogtes’ (dorheden), waarmee Jan van het Kruis wil aangeven dat ze in de meditatie geen smaak meer vindt. De mogelijkheid om met het verstand te overwegen wordt verduisterd, en het gevoel dat daarmee gepaard gaat wordt drooggelegd. Ook vind ik het jammer dat ‘smaakvolle’ woorden als jugo y gusto met het neutrale ‘vreugde en genoegen’ vertaald worden. Bij vele mystici is de smaak het geprivilegieerde zintuig om de genoegens van het geestelijk leven uit te drukken. De vertaler had dit plastische taalgebruik moeten bewaren door jugo y gusto | |
[pagina 76]
| |
gewoon met ‘sap en smaak’, en sinsabor met ‘smakeloosheid’ te vertalen. Voorts vraag ik me af of het zinsdeel ‘... God laat hen al enige groei voelen...’ de juiste vertaling is. Is het niet veeleer: ‘... omdat God vindt (bemerkt) dat ze al enigszins gegroeid zijn...’ (vergelijk met de Franse en Duitse vertaling)? En misschien kon ook de laatste zin krachtiger. Wie meemaakt wat hier beschreven wordt, heeft immers de indruk dat er helemaal niets meer klopt en de wereld op zijn kop staat. In de Duitse vertaling luidt het: ‘... denn für sie hat sich alles auf den Kopf gestellt’. De belangrijkste woorden en uitdrukkingen worden in de woordenlijst achteraan in het boek verklaard. In het algemeen is de toelichting interessant, ook al zouden een aantal centrale begrippen een meer specifieke uitleg verdienen, zoals ‘aanraking’ (toque), waarvan we de summiere verklaring onder ‘mededeling’ (comunicación) moeten zoeken, of purgar en purificar, die beide met ‘louteren’ vertaald worden, maar toch niet helemaal dezelfde lading dekken. Merkwaardig genoeg komt sentir niet in de woordenlijst voor. Een laatste bedenking. Ik heb vragen bij de opvatting van mystiek, die in de inleiding van dit boek naar voren komt. In de overgang van gelovig, niet-mystiek naar mystiek leven, suggereert men een continuïteit die ik bij Jan van het Kruis niet terugvind. De indruk wordt gewekt dat elke lezer de weg van mystieke omvorming kan (en moet?) gaan en dat Jan van het Kruis elke gelovige daarin wil begeleiden. Niets lijkt me minder waar. In feite heeft Jan van het Kruis een relatief kleine groep mensen op het oog. Immers, lang niet iedereen is ‘geroepen’ om mysticus of mystica te worden, zegt Jan van het Kruis zelf; het zijn er zelfs heel weinig: ‘Niet allen die zich uitdrukkelijk oefenen op de weg van de geest, voert God immers tot het schouwen, nog niet de helft; het waarom kent hij alleen’ (I; 9, 9) - en het is juist voor dit kleine aantal mensen dat hij schrijft. Hij wil hen vooral geruststellen, bevestigen en bemoedigen door woorden aan te reiken om hun ervaringen te benoemen en te begrijpen. Wellicht zijn zij ook de enigen die hem echt begrijpen en van zijn geschriften ten volle profijt trekken. Het komt me voor dat de inleider enige moeite heeft met deze ‘selectiviteit’, en dat hij de mystieke weg zoals Jan van het Kruis die beschrijft veeleer als een mogelijke weg voor iedere gelovige beschouwt. Er zijn overigens genoeg andere redenen om Jan van het Kruis te lezen. Het gaat hier om onovertroffen liefdesliteratuur, die door iedereen bewonderd en gesmaakt kan worden. De (niet-mystieke) gelovige kan er bovendien het getuigenis in lezen van een liefdesavontuur met God. Het kan hem versterken en bemoedigen in het geloof; maar een ‘mysticus’ zal hij er niet automatisch door worden... □ Dirk Boone Jan van het Kruis, Donkere Nacht, vertaald door Cees Bartels, Marika Meijer (commentaar) en Kees Waaijman (poëzie). Voorzien van annotaties en een woordenlijst door Elisabeth Hense. Met een inleiding van Hein Blommestijn, SUN/Carmelitana, Nijmegen, 2001, 223 blz., € 9,10, ISBN 90-7009-295-6. Johannes vom Kreuz, Die Dunkle Nacht, vollständige Neuübersetzung (= Sämtliche Werke Band I). Herausgegeben und übersetzt von Ulrich Dobhan, OCD, Elisabeth Hense, Elisabeth Peeters, OCD. Mit einer Einleitung von Ulrich Dobhan, OCD und Reinhard Körner, OCD, Herder, 1995/2000, 223 blz., ISBN 3-451-04374-2. |
|