Streven. Jaargang 64
(1997)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 906]
| ||||||
Nadia Molenaers
| ||||||
De realiteit in cijfersVolgens de politiestatistieken zijn de seksuele misdrijvenGa naar eind[3] in Nicaragua gestegen van 538 aangiftes in 1990 tot 2433 in 1995. Dit komt neer op een jaarlijkse gemiddelde stijging van ongeveer 35%, terwijl de criminaliteit in het algemeen in diezelfde periode gestegen is met een jaarlijks gemiddelde van 10%. Tijdens de eerste zes maanden van 1996 stegen de aanklachten met betrekking tot seksueel misdrijf reeds met 19% tegenover de eerste zes maanden van 1995. Voor de | ||||||
[pagina 907]
| ||||||
agressor stellen de cijfers dat, voor de eerste zes maanden van 1996, 32% van de opgepakte verkrachters onder de categorie ‘werkloos’ valt, 26% zijn landarbeiders en 14% is ‘zelfstandig’Ga naar eind[4]. Ook over de hele periode 1990-1996 bewegen de seksuele agressors zich vooral binnen deze categorieën: het overgrote deel zijn werklozen en in de tweede plaats landarbeidersGa naar eind[5]. De slachtoffers van verkrachtingen zijn vooral huisvrouwen en schoolgaande meisjes. De meeste seksuele misdrijven gebeuren thuis (57%) en langs de openbare weg. Deze verontrustende cijfers betreffen alleen maar de aangegeven gevallen. Om zeer specifieke (culturele) redenen, die verder nog besproken worden, gaat het hier vermoedelijk om het topje van de ijsberg. De opwerping dat de stijging in de statistieken misschien geen reële stijging weerspiegelt, kan hier onmiddellijk worden ontkracht. De wijze waarop de statistieken werden opgesteld, zijn de laatste zes jaar nooit gewijzigd. Er kan dus geen sprake zijn van een statistische verschuiving waardoor dit soort van geweld ineens zwaarder doorweegt. Ook de gedachte dat het enkel zou gaan om een stijging van de aangiftes, lijkt IXCHEN niet te overtuigen. Deze organisatie meent dat het wel degelijk gaat om een reële stijging. Meer nog, om zeer specifieke culturele redenen is het aangeven van dit soort van geweldplegingen eerder een uitzondering dan de regel. We mogen dus veronderstellen dat de stijging van de aangiftes een reële stijging weerspiegelt. | ||||||
Geweld, een historisch gegroeide gewoonte?Waarom is er zoveel geweld, en meer specifiek seksueel geweld binnen het huishouden, in de Nicaraguaanse samenleving? Robert H. Holden spreekt van een Latijns-Amerikaanse ‘culture of violence’. De uitermate gewelddadige politieke geschiedenis van deze landen zou mede de oorzaak kunnen zijn van een patroon van ‘volksgeweld’, dat zich langzaamaan ontwikkeld heeft als een reactie op de agressie die uitging van de hogere echelons. Geweld werd immers op politiek vlak, zowel door overheden als door revolutionaire groepen, gehanteerd als het meest efficiënte wapen om problematische situaties op te lossen. Volgens Holden heeft dit agressieve optreden duidelijk een stempel gedrukt op de gedragspatronen van de bevolking. Geweld is voor heel veel sectoren van de bevolking een instrument om problemen op te lossen, zowel in de sociale omgang (ook binnen het huishouden), als op economisch en politiek vlak. Zo ontstaat er een negatieve spiraal van geweld, gepleegd door mannen, op elkaar en op vrouwen en kinderen. Deze kinderen groeien op in een samenleving waarin geweld deel uitmaakt van het | ||||||
[pagina 908]
| ||||||
dagelijkse bestaan. Overleven doe je maar als je bereid bent om eventueel zelf geweld te gebruiken, mocht dat nodig zijn. Dat economische schaarste met een stijging van de criminaliteit gepaard gaat, is reeds lang bewezen. Maar in Nicaragua geven werkloosheid en economische crisis blijkbaar aanleiding tot een stijging van het seksueel geweld, tot binnen het gezin. Hoe kan dit verband verklaard worden? Is de oorzaak ervan te zoeken in de rol van de ‘kostwinner’ en de waarden die ermee samenhangen? | ||||||
Een recent fenomeen: seksegedrag in crisisHet man-zijn in de Nicaraguaanse culturele context is een complex rollenpatroon met verregaande maatschappelijke consequenties. Aanzien, invloed en het afdwingen van respect zijn uitermate belangrijke waarden, die op twee manieren verkregen kunnen worden: via economische en seksuele middelen. ‘Como te ven, asi te tratan’ (Men behandelt je zoals je eruitziet) is een zeer populair gezegde. Je kunt eruit afleiden dat het er altijd op aankomt je image hoog te houden. Uiteraard bepalen beroep, inkomen en familiereputatie wat men zich al dan niet kan veroorloven. Uitgaan, drinken en feesten zijn luxeaangelegenheden die binnen de gegeven economische situatie, waar het werkloosheidspercentage rond de 60% schommelt, prestige verschaffen. En toch kan iedereen die op een donderdag-, vrijdag- of zaterdagavond door de uitgaansbuurten rijdt, vaststellen dat alle bars, restaurants, discotheken, kantines en cafés barstensvol zitten. Je hoort het de vrouwen in Managua voortdurend herhalen: ‘no hay reales para nada, pero para el guaro siempre hay’ (er is nooit geld voor iets, maar voor de drank altijd). Aanzien, geld verdienen en dat geld weer uitgeven aan prestige opbouwende activiteiten was hoofdzakelijk een mannenaangelegenheid. Hoe en met wie zij dat geld uitgaven, bepaalden de mannen zelf. De vrouw kon, wegens haar economische afhankelijkheid, alleen maar jaknikken. Een ander zeer belangrijk attribuut van het man-zijn is de viriliteit, de seksuele potentie. Buitenechtelijke relaties, en ook het verwekken van vele kinderen, binnen of buiten het gezin, verhogen het prestige onder de mannen. In het algemeen geldt dat de man sterk, agressief, viriel, dominant en actief is. Indien hij niet aan dit beeld beantwoordt, wordt hij vlug als een ‘belachelijk figuur’ beschouwd. Een man die zijn wil niet oplegt aan zijn vrouw wordt in de volksmond ‘maricón’ (homoseksueel) genoemd, een van de ergste beledigingen in een macho-cultuur. Voor een man die niet drinkt en/ of geen minnares(sen) heeft, geldt hetzelfde. Maar ongeveer het ergste wat kan gebeuren, is bestempeld te worden als ‘un mantenido’ (on- | ||||||
[pagina 909]
| ||||||
derhouden worden door een vrouw), want dit impliceert afhankelijkheid, onderdanigheid en verlies van vrijheid. Het is immers enkel met geld dat mannen vrienden kunnen uitnodigen om aanzien te verwerven en sociale netwerken uit te bouwen. Enkel met geld kunnen ze vrouwen uitnodigen, wat hun viriliteit bevestigt. Als een man de controle verliest over het inkomen, zet dat voor hem heel wat culturele waarden op de helling en de werkloosheid heeft nu net dat effect. Het is de vrouw die ‘overlevingsactiviteiten’ ontwikkelt, en daarom kan zij vragen en eisen stellen, beslissingen nemen en geld beheren. Haar positie wordt sterker ten opzichte van de man, zowel binnen het gezin als binnen de samenleving. Vermoedelijk proberen de mannen de machtspositie die ze op het economische vlak verliezen, op het vlak van relaties en seksualiteit terug te winnen. | ||||||
Het Maagd Maria-syndroomDe verschillende rapporten leggen er de nadruk op dat het aantal aangiftes waarschijnlijk maar een fractie van de realiteit weergeeft. Waarom blijven heel wat vrouwen de soms extreme geweldplegingen tolereren? Over het algemeen hebben het strenge katholieke geloof en de veronderstellingen waarop het zich baseert, een doorslaggevende invloed. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat het ‘macho-syndroom’ alleen maar kan overleven door zijn compatibiliteit met het diep ingewortelde vrouwelijke ‘Maagd Maria’-rollenpatroon. Aanvaarding, lijdzaamheid en nederigheid staan hierin centraal, de vrouwelijke monogamie wordt gecombineerd met de mannelijke polygamie. Verzorging en opvoeding zijn een opdracht voor de vrouw, en, wat er ook binnen het gezin moge gebeuren, een goede vrouw blijft haar taken minutieus uitvoeren. Er bestaan heel wat uitspraken rond de sociale verwachtingspatronen. ‘Siempre hay que atender al hombre’ (de man moet altijd bediend worden) impliceert dat, wat er ook gebeurt, de vrouw altijd klaar moet staan voor de man. ‘Madre solo hay una’ (moeder kan er maar één zijn) betekent dat de moeder altijd moeder zal blijven, terwijl vaders kunnen komen en gaan, kinderen verwekken en vervolgens ééns en voorgoed verdwijnen. De familie en de onmiddellijke omgeving blijven bovendien een enorme druk uitoefenen op de vrouw. Het ‘Maagd Maria’-syndroom is geladen met schuld. Het verhaal van Adam en Eva speelt vrij sterk door in heel deze culturele setting. Als er iets fout gaat, wordt de schuld vrij snel geschoven op de vrouw. Het was immers Eva die Adam ertoe aanzette in de appel te bijten. De vrouw is een verleidster, die tot zonde voert. In de Nicaraguaanse context wordt een ontrouwe man niet zwaar ‘gestraft’ door de echt- | ||||||
[pagina 910]
| ||||||
genote. Deze zal eerder de minnares opzoeken en haar publiekelijk vernederen en uitschelden. De vrouw ziet het immers zo dat de man nu eenmaal bepaalde instincten heeft die hij niet onder controle kan houden, als ze uitgedaagd worden. Men gaat er automatisch van uit dat het de vrouw is die uitdaagt, zij zal dus altijd gezien worden als de schuldige. Deze culturele context verklaart waarom (seksueel) geweld eerder niet dan wel aangegeven wordt, aangezien de omgeving, de familie en ook de vrouw zelf, eerder de schuld zullen schuiven op het vrouwelijke slachtoffer. Deze sterk ingewortelde rollenpatronen en de problemen die ze meebrengen, worden in de taboesfeer gehouden door de Nicaraguaanse Kerk, die nog steeds de onaantastbaarheid van het traditionele gezin verdedigt. Daardoor blijft geweld in het huishouden onbespreekbaar. De afbrokkeling van het traditionele gezin wordt daarmee een feit. Vooral in de stedelijke regio's ziet men steeds meer alleenstaande moeders. Het aantal vrouwelijke gezinshoofden is in Nicaragua gestegen met 30%. Hoewel deze evolutie begon in de jaren tachtig, had ze niet meteen alarmerende effecten. Deze toename, die zich in heel Centraal-Amerika doorzet, is het gevolg van verschillende factoren: de lange oorlogsperiodes in een aantal van deze landen hebben vele weduwen nagelaten, de exodus uit het platteland heeft vele families gebroken, de migratie naar de V.S. betekende een aderlating van jonge mannen die hun geluk elders gingen zoeken en hun gezin achterlieten. Het is pas vanaf de jaren negentig dat zich het toenemende geweld begon te uiten, waardoor het verband met de werkloosheid en dus met de rol van kostwinner voor de hand ligt. Toch hebben deze ontwikkelingen niet onmiddellijk geleid tot een verandering in de rollen en in de verwachtingspatronen. Deze zijn zo diepgeworteld dat ook de meeste vrouwen doordrongen zijn van die cultureel bepaalde voorstelling van wat een man en van wat een vrouw behoren te zijn. Blijkbaar verwacht ook de vrouw dat een man macho is. Een vrouw die afgewezen wordt, zal er zeker niet voor terugschrikken de man voor ‘maricón’ uit te maken. Van de zonen wordt verwacht dat ze zich van kleins af gedragen als een echte ‘hombre’. De hele opvoedingsstijl is erop gericht het seksegedrag te bevestigen, terwijl er onder de vrouwen heel wat rivaliteit bestaat, omdat iedere vrouw een potentiële verleidster van echtgenoten is. Bewustmaking op dit niveau lijkt dus een primordiale taak voor de vrouwenorganisaties. Volgens IXCHEN verlaat de enorme explosie van seksueel geweld langzamerhand de taboesfeer. Men kan aan het probleem niet meer voorbijgaan, en de vrouwen worden bereikbaarder. In tegenstelling tot het verleden heeft de man op dit moment geen vast omlijnde functie of plaats meer in het gezin, | ||||||
[pagina 911]
| ||||||
en steeds meer vrouwen reageren tegen het geweld, zeker als ze het economisch alleen kunnen redden. De realiteit is dus dubbelzinnig. Verandering en stabiliteit overlappen elkaar. Waar de rollenpatronen in de realiteit wel degelijk onderhevig zijn aan verschuivingen, lijkt de cultureel inhoudelijke herdefiniëring een iets moeilijkere zaak. Het gaat hier dan ook om uitermate diep ingewortelde waarden en normen die momenteel onder zware druk staan. Een dergelijke dieptestructuur kan niet van de ene dag op de andere veranderd of vervangen worden door een andere set van overtuigingen en modellen. Dit proces zal gepaard gaan met een langzame, pijnlijke en moeilijke herdefiniëring van de rollen, verwachtingspatronen, opvoedingsstijlen, kortom, van alle vormen van sociale interactie. | ||||||
De moeilijke weg naar een culturele veranderingEen zeer positief resultaat boekte de koepelorganisatie ‘Red de Mujeres contra la Violencia’ (Vrouwennetwerk tegen Geweld) in 1996, na vier jaar lobbywerk in politieke kringen. Deze organisatie coördineert het werk van een 170-tal groepen m.b.t. geweld in de gezinnen en seksueel geweld tegen vrouwen en kinderen. Jaarlijks organiseert ze een nationale actiedag, en de plaatselijke afdelingen richten eigen activiteiten in waaraan alle vrouwen kunnen deelnemen. Bewustmaking op alle vlak is hun meest belangrijke doelstelling. Hun grootste succes boekten ze echter in 1996 op het juridische vlak, toen er dankzij hun inzet een nieuwe wetgeving kwam, met twee belangrijke winstpunten. In de eerste plaats voorziet een wet voor het eerst in een set van preventieve beschermings- en veiligheidsmaatregelen voor de vrouw en het kind binnen het gezinGa naar eind[6]. Voordien bestond er helemaal geen bescherming voor de zwakkeren in het gezin. De afwezigheid van zulke maatregelen hing samen met de culturele norm dat het gezin onaantastbaar was en ontoegankelijk voor derden. Interventie was totaal onmogelijk. Het gezin bleef in de strikte privé-sfeer, waarin uiteindelijk de machtigste persoon (in de meeste gevallen de man) volledig vrij spel had. In de tweede plaats erkent de wet nu ook ‘psychologische letsels’, terwijl men voordien als bewijs voor huishoudelijk geweld enkel zichtbare letsels van lichamelijke aard in overweging namGa naar eind[7]. Voorts is het netwerk erin geslaagd ‘Comisarias de la Mujer’ (vrouwencommissariaten) te laten oprichten, die binnen de gemeentelijke politiediensten fungeren als een aparte dienst voor de opvang en begeleiding van mishandelde of misbruikte vrouwen en kinderen. Het netwerk heeft bovendien een ‘Comision de Iglesias’ (Kerken-commissie) opgericht, om de steun van de bisschoppen en andere kerkelijke overheden te verkrijgen, in de hoop dat de verschillende kerken publiekelijk het geweld tegen | ||||||
[pagina 912]
| ||||||
vrouwen en kinderen zullen verwerpen. Door in te werken op institutionele factoren probeert het netwerk structuren (Kerk, Staat,...) te laten functioneren als stimulerende en ondersteunende agenten van een culturele verandering, terwijl bewustmakingscampagnes en lokale werkingen pogen deze verandering van onderuit te kanaliseren. Mijns inziens is dit de perfecte combinatie om de gewilde verandering erdoor te krijgen. Instituties en legale normering hebben het vermogen om gedragspatronen te beïnvloeden als hun bepalingen daadwerkelijk worden uitgevoerd - het toepassen van de genoemde wetswijzigingen kan een eerste stap betekenen - maar het bewustmakingsproces moet door verschillende actoren binnen de civiele maatschappij worden voortgezet, want de staat alleen kan deze taak niet op zich nemen. De Kerk en de scholen als uitermate belangrijke dragers van de culturele normen kunnen een onvervangbare rol spelen. De vraag is of de politieke wil zo ver gaat. | ||||||
[pagina 913]
| ||||||
Bibliografie
|
|