kwam er luid protest uit Beijing. Taiwan is nog steeds een kapitaal probleem ondanks (of vanwege) de nieuwe contacten tussen het eiland en het vasteland. Het democratiseringsproces en de economische prestaties van Taiwan zijn een stevige internationale propaganda voor het regime van Taipei; in duidelijk contrast daarmee is de VRC economisch minder solvabel en op ideologisch vlak onverzettelijk. Beijing vraagt zich dan ook heel bezorgd af of Europa zijn diplomatieke invloed zal aanwenden ten gunste van de VRC of van Taiwan voor het lidmaatschap van de GATT.
De nieuwe politieke meerderheid in Frankrijk na de verkiezingen van maart 1993 is voor Beijing veelbelovend; ‘er is nu hoop dat de nieuwe Franse regering de fouten van haar voorgangers zal herstellen’. Beijing herinnert heel graag aan het feit dat Frankrijk als eerste land de VRC heeft erkend; m.a.w. Beijing hoopt dat het de politiek van de Gaulle zal hervatten, d.i. ‘meer begrip zal opbrengen’ in de kwesties van Taiwan en de mensenrechten.
Met Groot-Brittannië is het bijzonderste wrijvingspunt uiteraard Hong Kong; Beijing wil niet toegeven. Dit is natuurlijk een zeer teer punt, want hier spelen zowel de ideologische principes als de nationalistische overgevoeligheid van Beijing; getuige de brutaal agressieve houding van de Chinese leiders. Toen premier Li Peng in maart 1993 de NPC-afgevaardigden van Hong Kong en Makau ontving, verweet hij gouverneur Chris Patten de Chinees-Britse onderhandelingen op het spel te zetten, omdat hij ‘sprak als een Boeddha maar ondertussen dacht als een slang’.
Anderzijds herhaalde China nog eens, bij het bezoek van de Spaanse premier Felipe Gonzalez, zijn vaste voornemen de betrekkingen met Spanje en met de hele EU te verbeteren. Als een teken dat het de exporteurs van de VRC wilde steunen, gaf Madrid toestemming om een handelsbureau in Spanje te openen.
Ondanks de economische en politieke problemen zijn de relaties van Beijing met het Westen, meer bepaald met West-Europa, dus toch wel aan het verbeteren. De Europareis van premier Li Peng in 1992 volstond weliswaar nog niet om China zijn internationale status van vroeger terug te bezorgen. Behalve Zweden bezocht hij alleen Italië, Spanje en Portugal, d.i. het zuidelijke Europa dat meer begrip lijkt op te brengen voor China's politiek. Maar in juni van dat jaar bezocht Tian Jiyun Zweden, Noorwegen en Finland en in november reisde Zhu Rongji opnieuw naar die landen en naar Groot-Brittannië. China besteedt inderdaad ook aandacht aan de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie. Met al die landen samen was er in 1992 ruim 20% meer handelsverkeer, met Finland (dat ter vervanging van de USSR partners zocht met een soortgelijk economisch systeem) 28,2%