bevestigend of ontkennend (in de vraag) naast ons neer voor het doel van ons antwoord.
Aan universiteiten in de Verenigde Staten, waar grote aantallen Aziatische studenten zijn, kan men van docenten verschillende reacties horen op die ‘oosterse’ strategie. Die zonder enige transculturele tolerantie (‘Kunnen zij dan zelfs <ja> en <nee> niet uit elkaar houden!’) zijn - het is prettig dat te melden - zeer zeldzaam. (Dat zijn waarschijnlijk Republikeinen van de uiterst rechtse vleugel). Vele docenten kennen de twee strategieën niet, en beseffen dat - zij zijn voorzichtig, uit bescheidenheid en sympathie. Ik ontmoette eens een enthousiaste logicus die de mogelijkheden op papier zette, met een stel <ja>/<nee> vragen erbij, en aan zijn studenten gaf met de boodschap ‘maandag inleveren’. Maar hij was uitgegleden: een van zijn vragen was ontkennend gesteld - hij was naderhand ruiterlijk: de ‘verkeerde’ antwoorden van Aziaten rekende hij goed, die van anderen fout.
Een andere (kleine) groep docenten gaat uit van het principe (voorgedragen met vochtige ogen) dat alle wijsheid uit het Oosten komt; zij vinden de oosterse antwoord-strategie ‘logischer’. Blijkbaar is ‘logica’ voor hen nog (zeer onoosters) de Platoonse vrij-zwevende entiteit met universele geldigheidsaanspraken, in plaats van een symbool-geknutsel in de huiselijke maar rommelige kamer van de natuurlijke taal - meestal het Engels). Maar de geografie is hier een slechte maatstaf: het Bengali b.v. heeft de ‘westerse’ strategie, en het Turks heeft een idiosyncratisch mengsel van beide strategieën.
In feite heeft een bepaald professioneel en wereldwijd dialect van het Engels, dit van communicatie in de luchtvaart, een ‘oosters’ systeem (ook voor piloten uit Grootebroek of Purmerend): hun <ja> luidt ‘affirmative’, hun <nee> ‘negative’, en het antwoord op negatieve vragen gebruikt ‘affirmative’ om de ontkenning te bevestigen. Als de toren vraagt ‘U heeft niet voldoende brandstof voor het voorgeschreven circuit?’, en de piloot zegt ‘affirmative’, dan heeft hij niet voldoende brandstof en wil verlof om direct te landen in plaats van eerst die achtjes te vliegen. Luchtvaart-communicatie is een hoog-risico-vorm van communicatie en het ‘oosterse’ systeem is blijkbaar veiliger.
Engels in andere vormen begint ook meer naar dat ‘oosten’ te neigen: als de bankemployee vraagt ‘You have no identity papers?’, dan zegt het <ja>-antwoord ‘That's right’ dat de klant geen identiteitsbewijs bij zich heeft.
Zou dan die ‘oosterse’ strategie beter zijn? De orient-aanbidders van de vochtige ogen hebben het geschoten in de conclusie, maar met valse premissen, en dus hebben ze het niet geschoten.
Wat zegt u? U vraagt of ik me niet vergist heb? Mijn antwoord is <ja> op zijn ‘oosters’ en <nee> op zijn ‘westers’.
Culturen en talen zijn zo verschillend. Elke keer dat je je ermee bezighoudt vindt een grote schoonmaak plaats van de geest - elke keer weer een stap naar saamhorigheid in een steeds kleinere wereld.