Het federale Joegoslavische leger heeft zich borg gesteld voor de eenheid van de republiek Joegoslavië. En hoewel Joegoslavië officieel tot de niet-gebonden naties behoorde, bleek toch uit de feiten tijdens de ‘Kroatische lente’ dat Moskou achter Belgrado stond. Is dat ook úw indruk?
Ja, juist. Ik durf zelfs beweren dat Joegoslavië meer door het sovjetleger dan door het federale leger werd bijeen gehouden. Dat hebben we zeer duidelijk ervaren in het jaar 1971-72 na de mislukking van de Kroatische lente. Er ontstond toen zelfs een afscheuringsbeweging binnen de communistische partij tegen het Servische streven naar hegemonie.
De republiek Kroatië beschouwde zich vanaf het begin als de erfgename van het antifascistische Kroatië. Niettemin werd de leider van de Kroatische communistische partij Andria Hebrang, een vriend en strijdmakker van Tito, na de Tweede Wereldoorlog door de Servische communisten terechtgesteld. Hetzelfde lot, als oorlogsmisdadiger gebrandmerkt te worden, onderging kardinaal Alojzije Stepinac die wel niet terechtgesteld werd, maar toch geïnterneerd bleef tot 1960 hoewel hij een krachtige morele weerstand gevoerd had tegen de profascistische Kroatische leiders. Allebei zijn ze eind februari in ere hersteld door het Kroatische parlement. Over het antifascistische verleden mocht niet gesproken worden, alleen over het fascistische. Pas tegen het einde van de jaren 60 begon een groep politici en intellectuelen binnen de communistische partij over dit antifascistische verleden te praten en over de belangen van Kroatië. Zij eisten dat Noord- en Zuid-Kroatië door normale communicatie- en verkeerswegen met elkaar verbonden werden. Er waren namelijk, om politieke redenen, geen degelijke verbindingen tussen Zagreb en Split, de twee belangrijkste steden van Kroatië. Er werd ook gewaagd van een vrije markt. Vóór de Kroatische lente was het verboden Kroatisch te schrijven. Onze teksten werden gecensureerd. Ik had voortdurend problemen met mijn teksten. Tijdens de Kroatische lente hadden wij voor het eerst een regering die enigszins aanvaard werd door de bevolking. Die regering werd zomaar met geweld uit de weg geruimd. Toen de Joegoslavische generaals hun grote bekommernis uitgesproken hadden bij Tito en kort daarop Brezjnev op bezoek kwam in Joegoslavië (1971), beseften we dat het experiment van de ‘Kroatische Lente’ voorbij was. Veel studenten en professoren gingen de gevangenis in, een hele generatie werd gebroken. Het Westen keek bij dit alles de andere kant uit.
Einde april zijn de VN-troepen gekomen. Wat verwacht U van de tussenkomst van de VN?
Wie een duurzame vrede wil, moet gerechtigheid stichten. Daar blijven we nog ver vandaan zolang de vertegenwoordigers van de VN onderhandelen met een verdwenen Joegoslavië en met een schijnpresidium (de heer Kostić) en met de leider van een regionaal terrorisme, met de heren Babić in Knin