Streven. Vlaamse editie. Jaargang 57
(1989-1990)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 945]
| |
ForumWarhol: leven in de banaliteitIn het collectieve bewustzijn van de tweede helft van onze eeuw neemt Andy Warhol een bijzondere plaats in: hij is de vertegenwoordiger bij uitstek van de hedendaagse Amerikaanse kunst en cultuur. Bij zijn dood in '87 genoot hij zowat de bekendheid van een popster. Dat hij zijn dood heeft overleefd blijkt alleen al uit de vele overzichtstentoonstellingen en retrospectieven die hem de laatste jaren te beurt vielen - enkele maanden geleden nog te Venetië. Nog recenter kwam Warhol terug in de media n.a.v. de muzikale hommage van Lou Reed en John Cale. Alle verering ten spijt blijft Andy Warhol echter een controversieel kunstenaar: was hij niet meer popster en zakenman dan kunstenaar? Hij hield er een dure levensstijl op na en dit had een weerslag op zijn kunstproduktie: bij het vervaardigen en aan de man brengen van zijn kunst speelden commerciële overwegingen een belangrijke rol. Was Andy Warhol verder niet eerder de producent van kunst dan de schepper ervan? Zijn bekendste films werden geschreven en geregisseerd door Paul Morrissey. De ideeën en vondsten die hij uitwerkte kwamen vaak van vrienden en bekenden: het idee om dollartekens en soepblikken te schilderen (Muriel Latow), de zijdezeefdruk-techniek (Nathan Gluck)... Zelfs de uitvoering was vaak in handen van assistenten. Was Andy Warhol niet vooral de zaakvoerder van de Andy Warhol Enterprises - zoals Walt Disney van de Walt Disney Productions? Dat hij zijn kunst nooit helemaal au serieux nam, is voor een deel op rekening van de tijdsgeest te schrijven. De popgeneratie, waarmee Warhol toch hoofdzakelijk geïdentificeerd wordt, beleefde haar tijd creatief, maar bracht zelden de kritische zin op om haar produkten te polijsten laat staan te bevragen. Maar bij Warhol stelt dit fenomeen zich zeer extreem. Warhols films werden nauwelijks voorbereid, bleken na de opname vaak onscherp, onder- of overbelicht. Zijn zijdezeefdruk werd meestal slordig uitgevoerd. Warhol was er echter zeer handig in om fouten of gebreken aan te wenden als artistieke expressie. Ook voor zijn landgenoten was hij een dubbelzinnige figuur. Enerzijds de perfecte belichaming van de grote idealen van de Noord-Amerikaanse samenleving: vanuit het niets bouwde hij een succesvolle carrière op, een rijk en welvarend leven. Anderzijds beleefde hij de ‘American Dream’ op een voor de gemiddelde Amerikaan eerder ontluisterende manier: als een frivool entertainment. Morele en ideologische codes waren voor hem een spel, waarvan hij de regels nu eens volgde en ze dan weer overtrad - of erger, parodieerde. Zijn leven was een voortdurend wisselspel tussen de gevestigde en de marginale orde, met als enige logica de wil om een unieke koers te varen en aan elke definiëring te ontsnappen: het wekelijkse kerkbezoek, de drugs, seks en rock'n roll, de hechte relatie met zijn moeder (die tot haar dood bij hem inwoonde), de Piss-paintings en penis-polaroids, zijn | |
[pagina 946]
| |
homoseksualiteit, de recepties op het Witte Huis, het zwarte leren outfit in de flower power-jaren, de Yves-Saint Laurent kostuums in de punkperiode... Warhol bewoonde een eenzaam No man's land. Zijn atelier in de jaren '60, The factory, gaf daar een exotische vorm aan. Het maakte hem berucht en beroemd. | |
BockrisVorig jaar schreef iemand uit die entourage een biografie over WarholGa naar voetnoot1. Victor Bockris is een freelance auteur die al eerder schreef over o.a. Mohammed Ali, Debbie Harry en The Velvet Underground. Hij kende Warhol persoonlijk sinds '75 en in de jaren '77-'81 was hij een nauwe medewerker (vooral van het mondaine blad Interview). Het is tegelijk de verdienste en de tekortkoming van dit boek dat de auteur er niet in slaagt de stukjes van de puzzel ineen te passen. Bockris raadpleegde vele bronnen en getuigen, en reikt de lezer veel materiaal aan. We krijgen dan ook een gefragmenteerd maar, vermoed ik, een erg waarheidsgetrouw beeld. Hoewel de tekst nogal verhakkeld is uitgeschreven, soms ook foutief werd vertaald en hoewel het fotomateriaal van bedenkelijke kwaliteit is, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat Warhol dit boek wel zou hebben geapprecieerd. Bockris doet in zijn evocatie geen beroep op psychologie of moraal, hij verzamelde boeiende getuigenissen, vaak wat nonchalant, wat oppervlakkig, maar ondanks alle evidente tekortkomingen biedt hij de lezer via de figuur Warhol een interessante invalshoek op een belangrijk stuk recente cultuurgeschiedenis. Gewoonlijk is het verschijnen van een biografie geen goede zaak voor de reputatie van de beroemdheid in kwestie. Allerlei minder sympathieke kantjes worden dan voor het oog van het grote publiek uitvergroot. Juist dit gebeurt hier niet, hoewel het er in Andy Warhols leven bepaald ruig en scabreus aan toe ging. Het boek toont dat er een merkwaardige continuïteit bestaat tussen Warhols levensstijl en zijn artistieke activiteit; beide zijn nauwelijks van elkaar te scheiden. Warhols gecultiveerde en artificiële levensstijl maakt deel uit van zijn kunst. In die zin is de biografie de aangewezen toegang tot het oeuvre. | |
Andek WarholaAndek Warhola wordt geboren op 6 augustus 1928 in een armoedig gezin van Tsjechische immigranten. Hij groeit op in de sloppenwijk van de industriestad Pittsburgh, en heeft van in zijn vroege jeugd een bijzondere band met zijn moeder. Hij besteedt veel tijd aan tekenen, is verslaafd aan de bioscoop en schrijft fanmail aan filmsterren. Via de kunstacademie komt hij in contact met de begoede burgerij en krijgt hij toegang tot het Carnegie instituut voor technologie. Daar ontwikkelt hij een eigen stijl die nauw aanleunt bij de esthetica van Bauhaus: een zakelijke houding en een strakke lijnvoering ontdaan van persoonlijke emotie. In 1948 vindt hij werk op de etalage-afdeling van een grootwarenhuis in Pittsburgh, waar hij achtergronden voor de etalages schildert. Hij is van jongsaf wat verlegen en ongemakkelijk over zijn uiterlijk (een grove huid, een dikke neus, haaruitval), maar cultiveert vanaf zijn twintigste een dandyeske theatrale verschijning: hij koopt dure schoenen, morst er verf op, laat ze in water en kattepis weken en trekt ze dan pas aan. Hij krijgt erkenning in het reclamemilieu waar hij intussen goed betaald wordt, maar wil zijn weg maken in de kunstwereld. In 1949 verhuist hij naar New York en komt er terecht in het klimaat van het abstracte expressionisme. Als reclametekenaar krijgt hij eerst geen toegang tot het milieu van Pollock, De Kooning, Kline, e.a., maar | |
[pagina 947]
| |
door thematiek (de consumptiemaatschappij) en stijl (de zakelijke afbeelding) van het reclametekenen aan te wenden als artistieke expressiemiddelen, weet hij van de nood een deugd te maken. Hij raakt in de ban van het succes van de beginnende pop art (Lichtenstein, George Segal, Claes Oldenburg, Johns en Rauschenberg,...) die vanaf 1956 uit Engeland kwam overgewaaid en zet (na enkele werken à la Lichtenstein) zijn eerste stappen op de artistieke scène met zijn aanvankelijk erg controversiële dollartekens en Campbellsoepblikken. | |
Walk on the Wild SideIn 1963 begint een nieuwe periode in het leven van Warhol; hij verzamelt een heel gevolg rond zich dat een actieve rol zal spelen in zijn artistieke produktie. Hij huurt een atelier, dat The factory gedoopt wordt en naar het idee van Billy Linich zilverkleurig wordt geschilderd. Het is over deze factory dat Lou Reed het bekende Walk on the Wild Side schreef. Hoewel Warhol een schijnbaar passieve rol vervult binnen de factory - hij is nogal introvert en zwijgzaam - gaat er, zo zeggen de betrokkenen, een enorme energie van hem uit. De invloed is wederzijds; Warhol put zijn inspiratie voor een groot deel uit zijn aanhang. Met de factory creëert hij een laboratorium waar hij een chronisch gevoel van chaos institutionaliseerde; dit bleek een uitstekende voedingsbodem voor Warhols extatische creativiteit. Hij legt zich nu vooral toe op film en moedigt zijn gevolg aan voor de camera hun fantasieën uit te leven. Met zijn films bouwt hij in het undergroundcircuit langzaamaan een reputatie op, maar zelden brengen deze films geld op. Ze worden nauwelijks vertoond; tenzij hier en daar in een museum voor hedendaagse kunst, een universiteit, een pornobioscoop. Door zijn contacten met de rockwereld - hij promootte Nico, Lou Reed en de Velvet Underground - raakt Warhol bekend bij het grote (vooral jeugdige) publiek. Nog bekender wordt hij in 1968 wanneer hij bijna het leven laat na een moordpoging van een labiele feministe (Valerie Solanas) uit zijn gevolg. De prijzen die men voor zijn werk betaalt stijgen enorm. Warhol wordt voorzichtiger met drugs en junkies en mijdt de omgang met al te extreme persoonlijkheden. | |
Koning van de banaliteitDe factory verandert van gedaante: terwijl het er vroeger op leek dat Warhol putte uit de wereld van de waanzin, krijgt de factory nu de allures van een kantoor: de marginalen van vroeger maken plaats voor yuppies en snobs. De zakelijke posten komen in handen van bekwame medewerkers. Hij richt het sjieke roddelblad Interview op, stort zich in de mode- en de popwereld en zoekt aansluiting bij aristocratie en jetset. Zijn levensstijl wordt internationaler. Hij wordt een society-figuur met een oppervlakkig conservatieve flair: hij onderhoudt relaties met Imelda Marcos en met Farah Diba, hij werkt voor de verkiezingscampagne van Carter. Bij de grote overzichtstentoonstelling in '71 wordt Warhol definitief gecanoniseerd. Zijn naam komt voor op de gastenlijsten van het Witte Huis, de prijzen voor zijn werk gaan opnieuw de hoogte in en de reprodukties vinden een gretige afzetmarkt. Nu Warhol-schilderijen een duur en gegeerd marktprodukt zijn, begint Warhol opnieuw te schilderen. Hij zoekt rijke opdrachtgevers (beroemde sportfiguren, Duitse industriëlen tot zelfs Koning Gustav van Zweden) en schildert hun portret. Die worden vervaardigd in de inmiddels vertrouwde stijl; hij vertrekt van vooraf gegeven afbeeldingen (in dit geval foto's) en bewerkt ze met allerhande technieken. Het resultaat oogt steeds decoratief en aantrekkelijk, maar het nieuwe is eraf. Met het toenemend succes tekent er zich tegelijk een gevoel van vermoeidheid af in Warhols kunst. De bron van | |
[pagina 948]
| |
de geëxalteerde inspiratie lijkt uit te drogen. Naast de routine-matige portretopdrachten, besteedt hij veel tijd aan het afnemen van eerder banale interviews (o.a. van Nancy Reagan), hij acteert in commercials, in een aflevering van de populaire soap-reeks Love Boat, en in zijn schilderwerk herneemt hij vaak oude thema's - de serie Reversals waren negatiefafdrukken van oudere bekende werken (de thema's Monroe, Mona Lisa, Mao, de elektrische stoel...). Als je in Bockris' biografie over deze episode leest, krijg je de indruk dat er zich ook in zijn leven een zekere lusteloosheid aftekent. Het extravagante nonconformisme van weleer wordt afgezwakt tot een vorm van excentriciteit die het grote publiek bereid is van popsterren te accepteren. Toch blijft het waarmerk van Warhol onveranderd: de cultus van de banale oppervlakte. Als reclametekenaar was hij per definitie de schilder van de naakte oppervlakte. Dezelfde klinische kijk vinden we terug in de cynische glamour van zijn afbeeldingen van alle mogelijke exponenten van de consumptiemaatschappij. De concreetheid van zijn films suggereert hetzelfde (met titels als Sleep, Eat, Haircut e.d.). Zelfs de jaren '60 met de grote idealen en het revolutionaire elan beschrijft Warhol in Popism - zijn herinneringen aan deze jaren - als een krankzinnige en wezenlijk frivole tijd. Zoals een kind geniet van het inhoudsloze spel met kleurrijke vormen, geniet Warhol van een formeel spel met emotioneel en symbolisch geladen beelden van onze tijd - beelden waaraan diepere betekenis vreemd is. De werkelijkheid houdt voor hem op bij het concrete. Kunst wordt dan een soort poëzie van het banale. Een poëzie die hij met veel intensiteit en joie de vivre beoefende, maar die hem vooral op latere leeftijd dicht in de buurt van de banaliteit zelf bracht.
Erik Martens |
|