Streven. Vlaamse editie. Jaargang 57
(1989-1990)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 690]
| |
Tsjechoslovakije: de wedergeboorte van een krant
| |
[pagina 691]
| |
bovengrondse nummer schrijft een van de medeoprichters uit 1988, Václav Havel: ‘Precies twee jaar geleden schreef ik een inleidend woord voor het eerste nummer van Lidové noviny. Van meet af aan gaf ik onze bezorgdheid te kennen, dat het eigenlijk een utopie was en we er de middelen niet voor hadden. Als iemand me toen gezegd had dat ik twee jaar later een paar regeltjes zou schrijven als afscheid van de samizdatperiode van de Lidové noviny, dan had ik gedacht, iemand die zo'n misplaatste grap kan maken, heeft geen gevoel voor humor. En vandaag is het zover: het volgende nummer verschijnt al in gedrukte vorm. Maar dat niet alleen: blijkbaar was ook mijn vrees dat het lang zou duren voor wij nieuwe Eduard Bassen, Karel Čapeks en Ferdinand Peroutka's zouden hebben, geheel misplaatst. In de laatste drie weken schieten ze rondom ons omhoog en het is waar, ze zijn jong, maar ze worden met de minuut volwassener en rijper’. Sinds dat eerste bovengrondse nummer van december zijn er ondertussen alweer twee maanden verstreken, - er is geen tijd meer voor verbazing of bijkomen van de razendsnelle veranderingen -, de redactie moet zich volop aan haar toekomst wijden. Over dat en andere thema's sprak ik op 1 maart in het redactiegebouw op het Wenceslasplein 47 in Praag met de met meer zo jonge, maar heel energieke hoofdredacteur Jiří Ruml. Zijn zoon Jiří Ruml junior, die vindt dat zijn vader er met de dag vermoeider uitziet, nam aan het gesprek deel.
Hoe stelt u zich Lidové noviny anno 1990 voor?
Op dit moment brengen we twee keer per week een krant uit van acht pagina's. Meer papier hebben we helaas niet. We hebben nu een oplage van 420.000, dat peil zullen we wel kunnen handhaven. Maar er is een probleempje: vanaf 2 april worden we een dagblad en stappen we over naar een andere drukkerij. Melantrich, de drukkerij waar we nu zitten, kan geen derde dagblad aan. We stappen dus over naar Typografie, de drukkerij van de vroegere Rudé Právo (Het rode recht), Večerní Praha (De Praagse avondkrant) e.a. Hun druk is beter, maar hun formaat is kleiner, dat Middeneuropese formaat. We zullen dus kortere artikelen moeten schrijven. Wat de samenstelling van de krant betreft: op de voorpagina, zoals nu, een openingsartikel en enkele actualiteitenrubrieken. Op maandagen telkens een ‘rozhlásek’, zoals Eduard Bass die schreef van 1926 tot 1942 (Een rozhlásek is een zelfverzonnen term van E. Bass voor zijn commentaren in verzen op de gebeurtenissen van de week). Wanneer hij zelf verhinderd was, schreef Karel Čapek ze. Ze werden begeleid door een getekende illustratie). Ivo Fischer zal die nu voor ons schrijven. | |
[pagina 692]
| |
Een kist op het Oude Stadsplein (foto H. Geerts).
‘Kameraden, opgelet! Hier kunt u uw partijlegimitatie deponeren’. Burgerforum! U wil dus aanknopen bij bepaalde tradities van de vooroorlogse Lidové noviny.
We zouden zelfs de titel van de krant weer in het lopend cursief schrift willen hebben, zoals tijdens de Eerste Republiek. Op de tweede pagina komt kort binnen- en buitenlands nieuws, maar dan wel zo dat de lezer er onze opinie kan uit opmaken. We nemen niet gewoon de berichten van de persagentschappen over, maar we becommentariëren ze. Onze commentaar op het nieuws van de dag op pagina drie. Pagina vier reserveren we voor onze buitenlandse correspondenten. Er leven over de hele wereld verspreid enorm veel Tsjechische emigranten die met ons willen samenwerken. Alleen jammer dat er nooit iemand naar de Sovjetunie is geëmigreerd, daar zullen we dus eigen correspondenten naartoe moeten sturen. Dan volgt de cultuurpagina met de gangbare cultuurverslaggeving. Meer diepgaande artikelen komen in een donderdagse bijlage, die weer Literární noviny (De literaire krant) zal hetenGa naar voetnoot2. Dat dit literaire blad nu in onze krant wordt opgenomen, | |
[pagina 693]
| |
is goed voor beide partijen. Wíj krijgen een goede literaire bijdrage en zíj verschijnen in een bekende krant. Die samenwerking heeft trouwens een historische achtergrond. Toen de Lidové noviny in 1952 gedwongen werd haar activiteiten te staken, ontstond daaruit het literaire weekblad Literární noviny. Het blad keert dus in zekere zin naar zijn ouderlijk nest terug en zal gemaakt worden door dezelfde redacteurs van toen, zoals Milan Jungmann, Ludvík Vaculík, Ivan Klíma e.a. Hoofdredacteur wordt Vladimír Karfík. Verder maken we een pagina met grote interviews en reportages, en een sportpagina. Tenslotte brieven, reacties en de vaste rubrieken zoals het weer, de TV-programma's enz. En een ‘Laatste Woord’, een soort punt achter de dag. Het probleem is alleen: Wie gaat dat allemaal schrijven? We willen een krant van persoonlijkheden blijven, zoals in de tijd van de samizdat. Ik heb net onderhandeld met die redactie uit de samizdatperiode, een heel bijzondere redactie: één lid daarvan is nu president, een ander is minister van Buitenlandse Zaken (J. Dienstbier), voorzitter van de Tsjechische deelregering (P. Pithart), rector van de universiteit van Bratislava, enzovoort. Ik zou willen dat ze blijven meewerken aan de krant, maar dat betekent niet dat wij de spreekbuis worden van het officiële beleid. Ze moeten bij ons niet schrijven als president of minister, maar als burger. Een rede van de president bijvoorbeeld willen we graag publiceren, maar dan in de vorm van een bijlage, als document, en alleen als we van meneer Havel of van de persafdeling van de Burcht genoeg papier krijgen. Het zou niet eens zo overbodig zijn zo'n rede in haar geheel te publiceren. Havels redevoeringen zijn uiterst zorgvuldig geconcipieerd, maar worden door de persagentschappen vaak bewerkt, in stukjes gehakt. Wel hebben wij bedongen - en dat wil meneer Havel zelf ook - dat de rest van de krant helemaal onafhankelijk is. We kunnen naar hartelust kritiek uitoefenen en analyseren. Zo'n bijlage verbindt ons tot niets, het is gewoon een document zonder commentaar.
Hoe is de relatie van uw krant met het Slovaakse deel van het land?
We hebben een filiaal in Bratislava onder leiding van Ivan Hoffman, en een in Brno, geleid door Chalupa, tot voor kort redacteur van Lidová demokracie (Volksdemocratie). Zij hebben elk twee, drie mensen aangetrok- | |
[pagina 694]
| |
ken, zodat we ook materiaal uit Slowakije en Moravië zullen hebbenGa naar voetnoot3. Wij zijn de enige krant die Slowaakse bijdragen in het Slowaaks publiceert. Dat stoot wel een beetje op weerstand bij onze lezers, maar daar moeten ze maar aan wennen. Een probleem is echter de distributie. Ons vorige nummer bijvoorbeeld is nog altijd niet in Brno geraakt. De PNS van Bratislava (Poštovní novinová služba), de postdistributie die het staatsmonopolie heeft om dag- en weekbladen over de kiosken te verdelen, neemt ongeveer 5.000 exemplaren af, maar dat blijft ver onder de vraag in Slovakije. We zouden ons beter bij andere kranten aansluiten en een eigen distributienet opzetten.
Bent u voldoende uitgerust om een dagblad te produceren?
Voorlopig is onze redactie nog niet definitief samengesteld. We zullen nog bekwame mensen moeten aantrekken. We zullen ons vooral in de dagelijkse praktijk moeten inwerken. Het grootste probleem in dit opzicht is dat de andere kranten op een jarenlange organisatie kunnen steunen. Zij beschikken over gebouwen, een administratief apparaat, een wagenpark, goed uitgeruste redacties. Wij hadden niets, wij zijn hier in dit gebouw ingetrokken, alle kamers stonden leeg, soms zelfs niet eens geschilderd, hier en daar een telefoon, verder niets. Bovendien werden al die andere kranten gesubsidieerd door de partij waartoe ze behoorden. De partijen werden op hun beurt gesubsidieerd door de Národní Fronta (Nationaal Front), het overkoepelend orgaan van alle legale politieke partijen; de term dateert van 1945. Om de eerste lonen te kunnen uitbetalen, hebben we van de PNS een miljoen kronen moeten lenen. Ik wil hier wel aan toevoegen dat er op onze bankrekening in Zwitserland voortdurend geld gestort wordt (westerse valuta) door onze vrienden. Daar komen we voorlopig niet aan, we willen het gebruiken om een geheel nieuwe apparatuur aan te schaffen, zodat we binnen niet al te lange tijd over een eigen, computergestuurde drukkerij kunnen beschikkenGa naar voetnoot4.
J.R. junior: Denkt u ook aan uitwisselingen met buitenlandse kranten? | |
[pagina 695]
| |
We hebben al een afspraak met de Guardian, die wekelijks een Europees magazine uitgeeft waarin onder andere een Poolse krant en de Komsomolskaja Pravda uit Moskou vertegenwoordigd zijn. Wij zouden Praag vertegenwoordigen, zij zouden sommige artikelen van ons overnemen.
Dienen er zich geen buitenlandse geldschieters aan?
Er cirkelen er wel enkele voortdurend om ons heen, er worden ons allerlei voorstellen gedaan. Gisteren nog een telefoontje uit Londen: heel Londen gonst van het gerucht dat Lidové noviny in contact is getreden met Maxwell. Onze directie weet daar misschien meer over. Maar zelf zou ik het volgende willen zeggen. Zolang ik in Lidové noviny zit, zullen we heel graag en dankbaar van iedereen giften accepteren, maar we zullen geen aandelen aannemen. Niet zolang ik hoofdredacteur ben. Het probleem is alleen, wat dan wel? Ik zie drie mogelijkheden voor de financiële organisatie. We zouden een naamloze vennootschap kunnen oprichten, maar de wet op de nv's treedt pas eind maart in werking. Of we kunnen, in navolging van de Frankfurter Allgemeine, een cultureel-politieke stichting worden. Dat vind ik persoonlijk de beste oplossing. Een derde mogelijkheid is een coöperatieve onderneming. Hoofdzaak is dat we onze onafhankelijkheid niet verliezen, daarom vind ik een stichting het aantrekkelijkst. Als we een vennootschap worden, ben ik bang dat we afhankelijk worden van de aandeelhouders. In het geval van een stichting komt het basiskapitaal van giften van alle deelnemers en leden en dat kan groeien door de winst die we maken. We gaan namelijk niet alleen de Lidové noviny uitgeven, maar ook een weekblad over popmuziek, Rock & Pop, dat het huidige Melodie vervangt; verder Studentské listy (een tweewekelijks studentenblad, ontstaan in januari van dit jaar), het kwartaalblad Dějiny a současnost (Geschiedenis en heden), O divadle (Over theater, eveneens kwartaalblad), Kritický sborník (Kritische bundel, id.) en een Tsjechische en Slowaakse versie van het Franse blad Lettre Internationale, dat geleid wordt door de Tsjechische emigrant Antonín Liehm. Van al deze bladen zullen waarschijnlijk alleen Lidové noviny en Rock & Pop winstgevend zijn, op de andere zullen we moeten toeleggen. Om onze mogelijkheden uit te breiden, denken we ook aan het uitgeven van een Bibliotheek van de LN. Die zal Michal Kubálek op zich nemen. Als eerste titel zal een bloemlezing van Havels essays verschijnen. Het zetwerk krijgen we gratis en Havel heeft zijn auteursrechten aan ons overgedragen. Dus de hele winst hiervan gaat naar de krant. De tweede titel wordt een kersvers manuscript van Milan Šimečka. Het is een soort dagboek van het jaar 1988 tot 1989, waarin getoond wordt hoe de samenleving | |
[pagina 696]
| |
hier in beweging begon te komen. Als derde zal een recent werk van Jan Křen verschijnen, De witte vlekken in de Tsjechische geschiedenis. Deze lijn gaan we dus volgen en met Kaplan hebben we afspraken over titels die in exil verschenen zijn.
Hoe gaat u de verkiezingsstrijd en de verkiezingen verslaan? U staat op uw onafhankelijkheid, maar u steekt uw jarenlange vriendschap met Havel niet onder stoelen of banken.
Enerzijds zullen we proberen de intriges van de Communistische Partij en de partijen die met hen een coalitie zullen aangaan, zoals wellicht de Agrarische Partij, bloot te leggen. Anderzijds zullen we proberen persoonlijkheden uit het Burgerforum te ondersteunen. We zullen - om het met Havels woorden te zeggen - vooral ‘fatsoenlijke mensen’ proberen te steunen, zodat het accent niet zozeer op de partijgebondenheid van een kandidaat maar op diens morele profiel komt te liggen. Dat is zo ongeveer ons credo wat onze rol bij de verkiezingen betreft. Er zijn twee dingen die mij in verband met die verkiezingen verontrusten. Ten eerste denk ik dat de opkomst wel eens lager zou kunnen zijn dan de hele verkiezingsstrijd en de enorme opbloei van partijen laat verwachten. Er zijn op het ogenblik al wel zestig partijen en er komen er dagelijks nieuwe bij. De mensen raken zozeer gedesoriënteerd dat ze misschien niet eens zullen gaan stemmen. Ten tweede staat de Communistische Partij - ook in haar vernieuwde vorm - door haar veertigjarige ervaring organisatorisch en financieel zo sterk, dat ze nog altijd zwaar zal doorwegen.
J.R. junior: Wat denkt u van het wetsvoorstel voor de nieuwe kieswet?
Het is een heel ingewikkelde verwarrende wet, waar weinig mensen uit wijs zullen raken. Ik ben eigenlijk een beetje bang dat ze overhaast is samengesteld en een compromisvoorstel is. Waarschijnlijk heeft Havel gelijk, wanneer hij zegt dat het nog de beste variant van de slechtste is. Maar daarmee is het nog geen goeie. In het land der blinden is éénoog koning. De wet lijkt me niet erg democratischGa naar voetnoot5. Met die kiesdrempel van 5% zijn bij- | |
[pagina 697]
| |
voorbeeld de nationale minderheden al bij voorbaat uitgeschakeld. Ook wat betreft de ondersteuning van onafhankelijke kandidaten lijkt de wet mij ondemocratisch. Belangrijk in dit verband is welke weg het Burgerforum zal opgaan. Ik heb daar pas nog met Pithart over gesproken. De mensen die dankzij of via het Burgerforum op belangrijke plaatsen in de regering terecht zijn gekomen, zouden moeten terugkeren naar hun activiteiten binnen het Burgerforum. Ik bedoel niet dat ze er moeten gaan werken, maar wel dat ze aan de bijeenkomsten, de onderhandelingen van het Burgerforum zouden moeten deelnemen. Dat geldt voor mensen als Pithart (voorzitter van de Tsjechische deelregering), Klaus (minister van financiën), Jíčinský en anderen.
J.R. junior: En Havel?
En Havel, ja, maar die misschien minder, want Havel wordt zo'n beetje naar de functie van een sterke president getrokken. Een ander probleem is de profilering van het Burgerforum. Zij zullen zich toch op de een of andere manier moeten profileren, is het niet als een politieke partij, dan toch als een politieke kracht. Men denkt eraan het Burgerforum op te vatten als een partij zoals dat in Amerika functioneert. Dat wil zeggen, dat er eigenlijk geen lidmaatschap bestaat, dat ze geen lokale organisaties hebben, maar dat ze bij de verkiezingscampagne optreden als een politieke partij. Iets in die zin. Dan zou het Burgerforum ook die partijen onder zijn vleugels kunnen nemen die nu nog niet gestabiliseerd zijn, zoals bijvoorbeeld de christelijk-sociaalgezinden, de groenen e.a. Partijen die op zichzelf geen kans maken aan die 5%-clausule te voldoen.
J.R. junior: Hoe functioneert het Burgerforum, of beter gezegd, hoe functioneren de talloze kleine Burgerfora op de werkplekken?
Ik weet niet of het overal zo is, maar het lijkt erop dat zij zichzelf uitroepen tot een soort vakbonden, tot een nieuwe structuur, op basis waarvan vakbondsorganisaties gevormd kunnen worden. Het zou goed zijn wanneer deze tendens zich zou doorzetten. Daarover zal deze week beslist worden op een vakbondsbijeenkomst.
J.R. junior: Zo krijg je dus eigenlijk twee takken binnen het Burgerforum, die soms ook tegenover elkaar staan. Zo belanden we weer bij het probleem van de politieke profilering van het Burgerforum. Het koketteert met twee identiteiten, en dat maakt het zeker op het platteland voor de mensen niet duidelijker. | |
[pagina 698]
| |
Met Burgerforum zou de kern voor nieuwe vakbonden moeten vormen.
J.R. junior: Dat had dan wel eerder gezegd moeten worden.
Er zijn helaas wel meer dingen die eerder gezegd hadden moeten worden. |
|