Streven. Vlaamse editie. Jaargang 57
(1989-1990)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 174]
| |
ForumDe pathologie van normale mensenlevensBrede Heupen, de laatste roman van Kristien HemmerechtsGa naar voetnoot1 kent geen begin en geen einde. We komen midden in het verhaal van een jonge vrouw, Laura, die een discreet bezoek brengt aan haar zus in een psychiatrische instelling en wanneer we het boek sluiten, zijn de dokters en het verplegend personeel nog steeds bezig de patiënte op een eventueel bezoek van haar naaste verwanten voor te bereiden. De leden van het gezin, en de lezers, hebben er het raden naar waarom Elza, de ‘abnormale’ zus, in die inrichting terechtkwam en waarom ze weigert met haar familie contact op te nemen. Die onzekerheid hangt als een schaduw over het leven van iedereen, vooral van Laura die de evolutie van haar zus van dichtbij had gevolgd:
‘Elza huilde iedere nacht’, zei Laura, ‘Ze kermde’. ‘Wat zeg je?’ ‘Ik zeg dat Elza iedere nacht huilde. Ze hield me wakker met haar gehuil’. ‘Waar haal jij dat plots vandaan? Als haar moeder zou ik toch geweten hebben dat ze huilde. Als ze huilde. Elza was een opgewekt kind’.
Dergelijke dialogen kenmerken dit boek. Het is vlot geschreven en bewust onderkoeld. Je weet dat er ook tussen de andere, ‘normale’ leden van het gezin weinig of geen contact is en dat Elza's situatie slechts een extreme uiting van dezelfde malaise is. Een malaise die ook de weinig bevredigende relaties kleurt waarin Laura telkens weer terecht schijnt te komen; een toevallige ontmoeting op het vliegveld, met de chef op het kantoor, met vrienden en buitenstaanders. Het is net of iedereen een tijdje haar leven leidt en er geen echte ontwikkeling mogelijk is, een stukje leven zonder uitzicht op verbetering. | |
Na de nouveau romanIn zijn studie over de sociologie van de roman onderscheidde de Franse literatuurfilosoof Lucien Goldmann drie fasen: die van de klassieke roman uit de negentiende eeuw, waarin de protagonist nog een soevereine rol speelde, die van de anti-held uit de modernistische periode, waarbij de ‘held’ verloren loopt in de structuren van de maatschappij, en tenslotte die van de nouveau roman, waarin de ‘dingen’ belangrijker werden dan de menselijke karakters. In Brede heupen gaat Hemmerechts nog een eindje verder. Hier krijg je langzamerhand de indruk dat de mensen zodanig gereïficeerd worden dat ze grotendeels als ding worden behandeld. Dit geldt uiteraard voor de patiënten in de inrichting, maar het is evengoed waar voor Laura, die door haar chef en minnaar met welwillende vanzelfsprekendheid tot een object wordt gereduceerd, een etalagepop met brede heupen die op de juiste manier moet worden aan- en uitgekleed en die op geen enkel ogenblik | |
[pagina 175]
| |
tegen deze behandeling schijnt te protesteren. Eenzelfde objectivering tekent het verhaal van haar zwangerschap, de geboorte en de postnatale problemen en haar beschrijving van haar vriendenkring en familie. Het is een gewilde afstandelijkheid die zowel in het verhaal als in de stijl terug te vinden is. Zo bijvoorbeeld over haar ervaringen in de jeugdbeweging:
‘Ze oefende knopen in en leerde het beloftelied van buiten en daarna het jonggidsengebed en de wet, teksten die ze even moeizaam memoriseerde als de aktes van hoop, berouw, liefde en geloof, de schuldbelijdenis en de geloofsartikelen’.
Wanneer er dan toch onderdrukt gevoel bij te pas komt, gaat het over de manke herinneringen aan haar vroeg gestorven vader, van wie de moeder een ritueel geworden beeld heeft geschetst dat alleen haar bevredigt. Ook hier is er dus geen sprake van echt emotioneel contact. | |
Histoire d'H?Weinig romans hebben in de zestiger jaren zoveel polemiek uitgelokt als l'Histoire d'O van Pauline Réage. Hierin werd de hele waaier van de klassieke sadistische en masochistische literatuur in een nuchter beschrijvende roman samengebracht, zodat men het werk ofwel kon lezen als een geslaagde pastiche op de grote pornografie of als een symbolische aanklacht tegen het lot van de vrouw in een mannenmaatschappij. Het werd dan ook door vele recensenten als voyeuristische seksploitatie verworpen, maar door nog meer, vooral feministische critici als verplichte lectuur aanbevolen en als onmisbare titel op de syllabus van cursussen feministische literatuurgeschiedenis geplaatst. Verre van mij om Brede heupen in dezelfde categorie te plaatsen als het boek van Réage, en toch. Toch heb ik het gevoel dat ook hier, met een heel andere plot en op een andere toon, een stukje menselijke, vooral vrouwelijke realiteit wordt gecreëerd die een soortgelijke reactie bij de lezer kan uitlokken. Je kunt de roman namelijk registreren en eventueel analyseren, of je kunt je afvragen, waarom niemand tegen de ergerlijke passiviteit van de karakters reageert en alles zo gelaten over zich heen laat gaan. Ik weet niet, en wil als lezer in feite ook niet weten of deze ergernis bewust door de auteur wordt uitgelokt, maar ik kreeg tijdens de lectuur van Brede heupen een toenemend gevoel van onbehagen. Dat had niets te maken met de kwaliteit van het boek op zich, wél met de realiteitswaarde die ik er meende in te herkennen: als het leven zoals Hemmerechts het hier beschrijft dan al zo is, moet het dan ook zo blijven? Waarmee ik me op het gevaarlijke terrein van de receptie begeven heb, maar wat is een aandachtig lezer anders dan een recipiënt die een gegeven tekst in een voor hem vertrouwd kader plaatst en er in het beste geval bruikbaar materiaal in vindt?
Ludo Abicht |