| |
| |
| |
The Satanic Verses
Walter Boers
Nu de hetze rond The Satanic Verses wat geluwd lijkt, al geldt nog altijd het doodvonnis tegen Rushdie, kan het nuttig zijn eens rustig na te gaan waar het eigenlijk om ging. Waarom heeft dit zeker niet voor een doorsnee publiek bestemde boek zulke heftige reacties opgeroepen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst weten wie Rushdie is en wat de bedoeling van zijn werk is.
| |
Rushdie
Salman Rushdie werd op 19 juni 1947 geboren in Bombay uit een islamitisch gezin. Twee maanden na zijn geboorte werden Pakistan en India onafhankelijk. Vooral in het noorden van het subcontinent ontstonden bloedige conflicten en omvangrijke volksverhuizingen. De Rushdies bleven voorlopig in het relatief rustige Bombay wonen. Zij voedden hun zoon tweetalig op in het Engels en het Urdu. Urdu werd na de Partition de officiële taal in Pakistan en Kashmir; het werd en wordt overal in India door veel islamieten gesproken en is dikwijls de algemene tweede taal in streken waar de bevolking niet houdt van de dominantie van het Hindi. Alleen al door hun taal onderscheidden de Rushdies zich dus van de hindoe-meerderheid in Bombay en omgeving, die vooral Marathi sprak. Maar zij behoorden ook tot de gegoede, traditioneel sterk op de Engelse cultuur gerichte klasse. Zij stuurden Salman dan ook naar een Engelstalige school in Bombay, later naar Rugby in Engeland.
In 1964 nam Rushdie de Britse nationaliteit aan. In 1968 promoveerde hij in de geschiedenis aan het prestigieuze King's College in Cambridge. ‘Vervuld van de radicale hartstochten van dat fameuze jaar’, keerde hij terug naar zijn familie, die ondertussen verhuisd was naar Karachi in Pakistan. Enkele ervaringen met de Pakistaanse censuur droegen waarschijnlijk bij tot zijn besluit zo snel mogelijk naar Engeland terug te gaan. Daar speelde hij een korte tijd in een experimentele theatergroep en werd van 1969 tot 1973 reclame-copywriter.
| |
| |
Zijn eerste roman, Grimus, verscheen in 1975. Het is een bizar verhaal over tijd en eeuwigheid, over parallelwerelden, Indiaanse legenden en grote mysteries. Hij droeg het op aan Clarissa Luard, met wie hij in 1976 in het huwelijk trad.
Rushdie nam zijn vroegere baan als copywriter weer deeltijds op en werkte vijf jaar lang aan zijn volgende roman. Midnight's Children (1981) sloeg in de literaire wereld in als een bom. Tientallen drukken volgden elkaar in snel tempo op; vertalingen in twaalf, later twintig talen, waaronder het Nederlands, verschenen; verscheidene prijzen, waarvan de belangrijkste de ‘Booker McConnell Prize for Fiction’, vielen de roman ten deel. Voortaan kon Rushdie volledig van zijn pen leven, rustig aan zijn literaire ontwikkeling werken en regelmatig artikelen, recensies en kortverhalen publiceren in de meest gezaghebbende kranten en tijdschriften.
In 1983 verscheen Shame, een satire op de politieke geschiedenis van Pakistan, die in Engeland enthousiast maar in Pakistan vijandig onthaald werd. In 1986 ondernam Rushdie een reis naar het Sandinistische Nicaragua. Zijn reisverslag, The Jaguar Smile (1987), geeft een eerlijke evaluatie van de revolutie.
Waar is het Rushdie om te doen? Laat ik, voor ik nader inga op The Satanic Verses, even stilstaan bij de thematiek van het vroegere werk, met name Midnight's Children en Shame.
| |
Vroeger werk
Midnight's Children handelt over een zekere Saleem Sinai die precies op het moment dat India onafhankelijk werd (15 augustus 1947, om middernacht) geboren werd. Hij belichaamt het lot van de jonge en toch oeroude staat, tot hij, samen met alle andere ‘middernachtskinderen’ die tijdens het eerste uur van de onafhankelijkheid geboren zijn, in opdracht van Indira Gandhi gecastreerd wordt. Ondanks de sympathiëen en vooral antipathieën voor bepaalde historische personages die hij overduidelijk laat blijken, is de roman niet zonder meer een politiek pamflet. Rushdie spreekt niet als een moraliserende buitenstaander. Saleem (alias India) is niet het onmondige slachtoffer van de boze politici, maar neemt zelf actief deel aan de goede en kwade gebeurtenissen van de geschiedenis. Hij is aanwezig bij het beramen van een militaire staatsgreep. Als (West-)Pakistaans soldaat raakt hij verzeild in de bloedige oorlog in Oost-Pakistan/Bangladesj. Om alle pogingen tot afscheiding van het oostelijke landsgedeelte voorgoed de kop in te drukken, roeide West-Pakistan, ‘het land der Zuiveren’, systematisch alle intellectuelen uit. Meer dan een miljoen doden in acht maanden tijd. Saleem
| |
| |
ontvlucht deze hel en verdwaalt half opzettelijk in de jungle, maar weigert dit zich als verdienste aan te rekenen. Hij raakt voortdurend verstrikt in de historische gebeurtenissen, neemt wijze en domme beslissingen, veroorzaakt leed en vreugde, streeft (meestal) het goede na, maar vergist zich vaak. Rushdie tekent een twijfelende en onberekenbare mens met uitzonderlijke gaven - net als alle middernachtskinderen had hij immers een bijzondere eigenschap, in zijn geval telepathie. Via zijn hoofdpersoon beschrijft Rushdie een twijfelende en onberekenbare natie, die in handen is van twijfelende, onberekenbare mensen, bang voor haar uitzonderlijke gaven.
Shame beschrijft de hele politieke wereld van ‘Peccavistan’ als een ingewikkelde familievete en een uit de hand gelopen dorpstwist. Rushdie gebruikt elementen uit het leven en de persoonlijkheid van reëel bestaande mensen en verwerkt die tot een grandioze satire. Zia Ulhaq, de Bhutto's en vele anderen zijn goed herkenbaar, maar dat wil niet zeggen dat zij zonder meer met de romanpersonages geïdentificeerd kunnen worden. Gebaseerd op observatie en interpretatie van de realiteit, blijft Shame fictie, maar hoe dan ook, het boek wekte de verontwaardiging van Benazir Bhutto, de huidige premier van Pakistan. Rushdie weigerde immers mee te doen met de mythologisering van haar vermoorde vader, die haar uiteindelijk mede aan de macht zou brengen.
In Shame pakt Rushdie ook voor het eerst de islam aan, vooral dan de vorm waarin de Pakistani deze godsdienst beleven. De Pakistaanse (en Indiase) islam is overwegend strenger dan de Marokkaanse of Turkse die wij in België kennen. De integratie van ca. anderhalf miljoen Aziatische moslims in Groot-Brittannië schept dan ook grote moeilijkheden.
‘Schaamte’ is in Rushdies ogen het hoofdkenmerk van de Pakistaanse mentaliteit. Mensen leven met twee gezichten, hebben angst voor de buitenwereld en zichzelf, kunnen geen maat houden als zij uiteindelijk tot handelen gedwongen worden, willen niet zien wat hen niet bevalt of willen het vernietigen. Zij reageren haatdragend tegen al wie niet beheerst wordt door datzelfde schaamtegevoel. Alle schaamte van de hoofdpersonages wordt belichaamd in de dochter van Raza Hyder (alias Zia), die een soort bloeddorstige weerwolf wordt die het hele land terroriseert en de eigen familie in het verderf stort.
| |
The Satanic Verses
Met de sensatie die rond zijn Satanic Verses ontstond en het doodvonnis dat hij er zich mee op de hals haalde, werd Rushdie pas echt goed beroemd,
| |
| |
c.q. berucht. Vanwaar die fanatieke reactie van de islam. Er bestaan daaromtrent nog altijd veel misverstanden.
De inhoud van de roman is in grote lijnen bekend, ook voor wie hem niet gelezen heeft. De twee belangrijkste personages, Gibreel Farishta en Saladin Chamcha, kunnen symbolen genoemd worden van twee aspecten van India: Gibreel, de succesrijke acteur in hindoe-films, vooral bekend van godenrollen zoals Ganesh (de god met olifantshoofd), zou dan het traditionele, zichzelf trouw blijvende India belichamen, terwijl Saladin, de naar Engeland uitgeweken acteur die zijn persoonlijkheid kan verschuilen achter 1001 stemmen, model staat voor het India dat wil opgaan in de westerse cultuur. Na hun gezamenlijke val uit een door terroristen opgeblazen vliegtuig boven Engeland, krijgt Gibreel een engelachtig aureool en Saladin bokspoten, hoorns en een staart. De zich opdringende allegorische interpretatie (traditie = engel = goed; integratie = duivel = slecht) wordt al snel doorgeprikt of minstens gerelativeerd. Saladin wordt door de Engelse politie mishandeld en belandt in een ziekenhuis waar allerlei illegale immigranten en politieke vluchtelingen verblijven. Als beesten behandeld, worden ze allemaal beesten. Saladin ziet er hoe langer hoe afzichtelijker uit, tot hij (al buiten het ziekenhuis) zijn opgekropte woede kan uitspuwen en met de andere immigranten in opstand komt tegen hun discriminatie: in het verzet worden zij opnieuw mens.
Gibreel zoekt ondertussen een oude liefde op, de bergbeklimster Allie, die later het slachtoffer van hun relatie zal worden. Hij begint zich meer en meer met de aartsengel Gabriël te identificeren en ‘herinnert’ zich de tijd dat hij aan de profeet Mahound (Mohammed) de openbaring gegeven heeft. Het boek wordt dan ook doorkruist door enkele hoofdstukken die zich in het begin van de zevende eeuw afspelen en Gibreels visie op de profeet verhalen - of gaat het om het script van een imaginaire film? Het zijn vooral deze hoofdstukken die weerstand oproepen bij gelovige islamieten. Nog een andere verhaallijn (filmscript?) trekt door het werk: een fanatieke vrouw leidt haar hele dorp te voet op bedevaart vanuit India naar Mekka om de genezing van een dorpsgenote te bekomen. De rijke en sceptisch denkende echtgenoot van de zieke volgt de stoet in een moderne auto tot de dorpsgemeenschap de Indische Zee instapt en voorgoed verdwijnt.
Op het einde van het boek keren Gibreel en Saladin terug naar India. Na zijn mislukte come-back als acteur en de dood van Allie pleegt Gibreel zelfmoord. Saladin erft een fortuin van zijn gehate vader, maar moet afscheid nemen van het huis waarin hij opgroeide, omdat het afgebroken zal worden.
| |
| |
The Satanic Verses is geen gemakkelijke lectuur. De roman zit boordevol verwijzingen naar andere literatuur, naar politiek, filosofie, theologie, televisieprogramma's,... De hele complexiteit van de moderne wereld zit erin verwerkt. Het veronderstelt dezelfde eruditie als waarover Rushdie beschikt. Dat kan irriteren. Vandaar dat nu vaak gehoord wordt dat The Satanic Verses eigenlijk een slecht boek is, dat alleen maar door al die publiciteit in de belangstelling is gekomen, een oordeel dat ook wel eens overgenomen wordt door (pseudo-)intellectuelen die graag een wijs en onpartijdig klinkende mening ten beste geven zonder moeite te hoeven doen zich een zelfstandig oordeel te vormen: ‘Uiteraard ben ik tegen dat doodvonnis door Khomeini - ik ben toch voor vrijheid van meningsuiting - maar het boek is heel die hetze niet waard. Rushdie heeft willen provoceren en dat is wat verkeerd uitgedraaid. Zonder Khomeini zou geen mens Rushdie kennen’. Is een vergelijking met de beroering die ontstond rond The Last Temptation of Christ hier op haar plaats? Nauwelijks, geloof ik. De film van Scorsese was een middelmatige film, die enkele theologisch interessante vragen opwierp, vragen die voor theologen nauwelijks nieuw waren, maar die aan de aandacht van het grote publiek ontsnapten. De protesten van fundamentalistische christenen waren weliswaar tekenend voor de toenemende onverdraagzaamheid, maar raakten de kern van de problematiek niet en bezorgden de film een onverdiende belangstelling. Rushdies The Satanic Verses daarentegen is m.i. een meesterwerk. Vóór de protesten werd het werk reeds door critici unaniem geprezen. De protestbeweging zelf is minstens gedeeltelijk gebaseerd op een degelijk inzicht in wat Rushdie duidelijk probeerde te maken. Het gaat in de zaak Rushdie om zwaarwegende ideologische meningsverschillen waarin toegevingen voor beide kanten gevaarlijk kunnen
zijn. De polemiek beweegt zich dus op een veel hoger niveau dan die rond Scorseses film.
Op welk niveau? Welke punten zijn het in Rushdies roman, welke theorieën of hypothesen, welke verhalen of voorstellingen, die islamieten zo dodelijk ergeren?
1. De persoonsverwarring tussen de blijkbaar half geschifte hindoe-acteur Gibreel en de aartsengel Gabriël gaat voor sommigen al te ver. Een engel is voor hen een geestelijk wezen dat niets met de mens te maken heeft. Die identificatie is echter slechts een literair procédé en hoeft helemaal geen theologische uitspraak te impliceren. De kern van de islamitische kritiek ligt niet hier.
2. Rushdie beschrijft een imam in ballingschap die voortgedreven wordt door zijn haat tegen een keizerin. Zijn grote ideaal is het stilzetten van de tijd: ‘After the Revolution there will be no clocks; we'll smash the lot’.
| |
| |
Hoewel Khomeini's naam niet genoemd wordt, kan deze passage wel mede de heftigheid van de Iraanse reactie verklaren. Kritiek op het gedrag of de opvattingen van een geestelijk leider zijn binnen de islam echter getolereerd. Vele sji'ieten kenden de ondertussen overleden imam in de praktijk weliswaar een veel belangrijker rol toe dan gebruikelijk, maar toch kan de indirecte kritiek die in deze passage te beluisteren valt, niet de officiële reden zijn voor een doodvonnis.
3. Rushdie stelt Abraham voor als een soort bendeleider en roverhoofdman. Die voorstelling is wellicht geïnspireerd op eerder onderzoek over de historische kern van de aartsvaderverhalen of op een zelfstandige kritische lectuur van Genesis. Het is niets nieuws, maar kan wel vrome joden, christenen en moslims tegen de borst stoten. Maar het verklaart nog altijd niet de zo heftige islamitische reacties.
4. De beruchte bordeelscène, waarin de meisjes de namen van de vrouwen van de profeet aannemen om meer klanten te lokken in het pas bekeerde Mekka, heeft volkomen onterecht veel kwaad bloed gezet. De ‘boosdoeners’ worden in de roman immers zelf gestraft en men kan Rushdie toch moeilijk het wangedrag van zijn personages verwijten. Hij heeft het hier niet over de profeet zelf, noch over zijn boodschap, niet eens over zijn vrouwen. Het is dan ook moeilijk te begrijpen waarom precies deze passage in de polemiek zo dikwijls aangehaald wordt. Het fragment lijkt veeleer mensen te ergeren die al andere bezwaren hebben.
5. Mohammed zelf wordt voorgesteld als een handige zakenman die overal voordeel weet uit te slaan. De persoon van Mohammed is in de islam echter helemaal niet zo belangrijk als Jezus in het christendom. De islam baseert zich op de openbaring die God via de aartsengel Gabriël en Mohammed aan de mensheid gegeven heeft. Persoonlijke opvattingen en gedragingen van Mohammed zijn van secundair belang. Het is dan ook fout islamieten ‘Mohammedanen’ te noemen. De bewering dat Jezus gezondigd zou hebben (Kazantzakis en Scorsese hoefden van hem daarom nog geen beul of collaborateur te maken) staat in het christendom gelijk met het erkennen van het kwade in God zelf. Of Mohammed al dan niet gezondigd heeft, is in de islam echter van minder belang. Het ideaalbeeld van de profeet, dat vele vrome moslims koesteren, kan er wel door geschokt worden, en dat kan ten dele de woede van sommige eenvoudige gelovigen verklaren.
In zijn beschrijving van het leven en de persoonlijkheid van Mohammed vertelt Rushdie trouwens hoofdzakelijk bekende feiten, al hanteert hij daarbij wel een Cambridge-bril en een westerse waardenschaal. Met onze waardenschaal kunnen wij in de levensloop van de profeet moeilijk een ethisch ideaal zien. Wat wij wel moeten interpreteren als rooftochten, genocide (uit- | |
| |
roeiing van de joden van Qurayzah), wraakexpedities, polygamie, oorlogen, vermoorden van dissidenten, expansionistische politiek, het is niet bepaald een levenswijze die wij van een ‘heilige’ verwachten (al zijn er natuurlijk ook in Europa legerleiders heilig verklaard!). Onze westerse waardenschaal, waarin democratie, tolerantie, gewetensvrijheid en vredelievendheid minstens in theorie centraal staan, kan Mohammed ethisch moeilijk hoog kwalificeren. Ook als we beseffen dat we hier een andere waardenschaal moeten hanteren, kunnen we hooguit begrip opbrengen, maar geen bewondering. Alleen al Mohammeds wereldlijke (politieke, militaire, economische) succes is van aard om iemand die uit de christelijke traditie komt, waar een ‘totale mislukking’ als ideaal wordt gepresenteerd, achterdochtig te maken.
De profeet van de islam komt er in vele door westerlingen geschreven werken nogal bekaaid af. Alleen romantische en pertinent foute levensverhalen (b.v. Mohammed van de Duitse auteur Klabund) brengen een voor ons sympathiek beeld.
Het feit dat Rushdie de oude westerse naam ‘Mahound’ voor Mohammed gebruikt, wijst er wellicht op dat hij bewust een westerse visie wilde vertolken en geen aanspraak maakt op volledige objectiviteit; die naam is overigens niet zo minachtend bedoeld als wel gesuggereerd werd. Rushdie kan in dezen alleen verweten worden dat hij, ondanks zijn islamitische achtergrond, kiest voor een westerse waardenschaal. Maar dan gaat het hier minder om de feitelijke inhoud van het boek, dan om de persoon van Rushdie: dat een christen weinig begrip opbrengt voor Mohammed, tot daar aan toe, maar Rushdie had als ex-islamiet beter moeten weten. Rushdie is een ‘afvallige’. Een ‘gematigde’ interpretatie van het doodvonnis is dan ook dat het ‘slechts’ een vaststelling van deze afvalligheid zou zijn. Afvalligheid is dan een soort ‘zonde tegen de Heilige Geest’, waarvoor ook in het Nieuwe Testament geen vergeving mogelijk is. Khomeini zou volgens deze opvatting gewoon geoordeeld hebben dat Rushdie ‘geestelijk dood’ is.
Toch is er binnen de islam discussie mogelijk over de vraag in hoeverre de 7e eeuwse Arabische ethiek samenvalt met de algemeen geldige islamitische. Als andere islamieten nu anders denken over afvalligheid, kan dat door sommigen (b.v. de Engelse Pakistani die hun eigenheid verdedigen) als verraad gezien worden, maar dit raakt nog altijd de kern van de zaak niet. Niet Mohammed is het centrum van de islam, maar wel de koran.
6. De kern van de islam wordt uitgedrukt in de koran: het geschrift dat woord voor woord door de aartsengel Gabriël aan de profeet Mohammed werd geopenbaard en daarna letterlijk door deze werd opgeschreven of gedicteerd.
| |
| |
De bijbel is voor christenen een ‘geïnspireerd’ boek: de auteurs ervan werden ‘bijgestaan door de Heilige Geest’ (hoe men zich dat ook mag voorstellen). Persoonlijke gevoeligheden en opvattingen, historische omstandigheden, eerdere - ook ‘profane’ - geschriften hebben bijgedragen aan de totstandkoming ervan. Geen enkele exegeet beschouwt de bijbelse geschriften nog als rechtstreeks uit de hemel komend. Volgens de islamitische traditie is dit met de koran juist wel het geval: hij is, zonder omweg langs de gedachten, gevoelens en belangen van een mens of groep, door God geopenbaard. Hij drukt de volledige, definitieve en absolute waarheid uit. Ieder onderzoek naar literaire achtergronden of historische ontstaansgeschiedenis is uit den boze en een uiting van ongeloof.
Hierin ligt dan ook de kern van de kritiek op Rushdie. De voorstelling van zaken als zou de aartsengel Gabriël soms ook niet goed geweten hebben wat te zeggen, de bewering dat Mohammed de zogenaamde openbaringen op een verregaande wijze aanpaste aan zijn behoeften en verlangens, de suggestie als zou de schrijver aan wie Mohammed dicteerde woorden en begrippen uit de tekst gewijzigd hebben, tasten het geloof in de rechtstreekse goddelijke herkomst van de koran en daarmee de kern van de hedendaagse islam aan. Of, anders gezegd: zij treffen de kern van de problematiek van de islam in de moderne wereld.
De kwestie van de ‘Satanische verzen’ zelf gaat wellicht terug op een historisch feit. Enkele koranverzen zouden de verering van twee plaatselijke godinnen toegestaan hebben. Mohammed trok deze verzen echter later terug en beweerde dat ze door de duivel ingefluisterd waren. Dat de duivel, al was het maar één keer, de kans gekregen heeft iets van zijn gedachten in de koran te krijgen, is een idee dat vele islamieten niet bevalt, maar het is voor hen al bij al nog de meest aanvaardbare verklaring voor het feit dat die verzen er weer uitgehaald werden. Als we echter met Rushdie het zo voorstellen dat Mohammed of Gabriël op een bepaald moment deze verzen geïntroduceerd hebben om er meer aanhang mee te winnen, dan zou dit wel eens meer gebeurd kunnen zijn. De ‘duivelse verzen’ bleken een foute gok te zijn en werden geschrapt, maar andere verzen kwamen misschien wel goed over en werden dus bewaard. Maar als we het zo zien, is de koran volgens de islamieten een boek dat als alle andere door een mens geschreven is en dus geen absolute zekerheid meer biedt.
De kwestie is geen randprobleem: zodra men binnen de islam ervan overtuigd zou worden dat de koran door mensen geschreven is, met mensenwensen en mensenproblemen, vervalt de aanspraak op absolute Waarheid. Er zijn dan alleen nog maar relatieve of onvolledige percepties van de waarheid, die mekaar kunnen overlappen, omvatten of aanvullen. De ijver om
| |
| |
het enige Ware Geloof te allen koste te verspreiden wordt dan een anachronisme en veler machtspositie zou aan het wankelen worden gebracht. Rushdie zegt in The Satanic Verses niet dat het op schrift stellen van de koran precies zo in zijn werk gegaan is als hij beschrijft. Hij suggereert slechts een mogelijk scenario, maar dan wel met een zeer grote kennis van zaken en met veel inzicht van binnenuit. Juist omwille van die grote eruditie en ervaring wordt Rushdie door vele islamieten als ‘gevaarlijk’ beschouwd. Een doorsnee Amerikaans politieromannetje waarin een Lybische terrorist opereert, is voor de islam veel beledigender dan Rushdies roman. Rushdie beledigt met, maar hij pakt wel de echte problemen aan.
The Satanic Verses is geen pamflet van een jonge Turk. Rushdie luistert, observeert, verwerkt en beschrijft wat hij in de wereld, in zijn wereld ziet. Hij maakt geen karikaturen, maar stelt mensen voor met hun fouten en twijfels. Zijn roman is geen radicale afwijzing van de islam, maar een impliciet pleidooi voor matiging en gezond scepticisme. Hij heeft voor alles en iedereen respect, maar niets en niemand is voor hem heilig en onaantastbaar.
In zijn hele oeuvre heeft hij blijk gegeven van inzet voor de zwakken, de machtelozen en de onderdrukten: de Indiase en Pakistaanse armen, het Nicaraguaanse volk en nu de Engelse Aziaten. Het is paradoxaal dat het juist de islamitische immigranten in Groot-Brittannië zijn geweest die de hele protestbeweging hebben laten escaleren (de publikatieverboden in India en Pakistan vormden slechts een relatief rustig preludium). Want The Satanic Verses is in de eerste plaats voor hen geschreven. Rushdie wilde hun respectabiliteit bezorgen en begrip vragen voor hun problemen in een vreemde wereld. Nu verenigen zij zich tegen hun meest talentrijke en intelligente exponent. Zij versterken daardoor racisme en xenofobie en verspelen kansen op een waarachtige integratie. Wellicht is dit ook de bedoeling van zekere raddraaiers, die meer bekommerd zijn om een machtspositie in hun gemeenschap dan om het heil van die gemeenschap, laat staan om ware religiositeit.
|
|