Streven. Vlaamse editie. Jaargang 55
(1987-1988)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 717]
| |
Nawoord: De blinde vlekken van een encycliek
| |
[pagina 718]
| |
ervaringsweg van het Godsvolk in zich opneemt. De auteur van Sollicitudo spitst de aandacht toe op het Scheppingsverhaal (Genesis 1 en 2) en op de figuren van Jezus en Maria, maar gaat voorbij aan de hele Verbondsgeschiedenis, aan de profeten (en het grootste deel van de kerkgeschiedenis, maar dat behoort tot de traditie-hermeneutiek, niet tot de Schriftinterpretatie). Deze verhalen leveren nochtans essentiële inzichten voor een gelovig omgaan met economie en politiek. De brief van de Amerikaanse Bisschoppen (Economie Justice for All, 1986) maakte daarvan een beter gebruik. 3. De encycliek zoekt het moeilijke midden. In medio virtus, ‘de deugd ligt in het midden (tussen de extremen)’ is een oud gezegde. Men kan begrijpen dat een pauselijk document geen partij kiest tussen de wereldblokken. Het laat zich, terecht, heel kritisch uit over het rijke Noorden, maar bekijkt toch de wereldsituatie in termen van interdependentie en onderlinge samenwerking tussen Noord en Zuid, en niet in termen van afhankelijkheid (dependentie) en ontvoogding van het Zuiden via het conflict. Het is even kritisch voor de systemen van Oost en West, en relativeert het belang van economische doelstellingen door evenveel aandacht te vragen voor de bestrijding van religieuze, culturele en politieke discriminatie. Voor een wereldbrief die uitgaat van een ‘bruggenbouwer’ (pontifex) is dit waarschijnlijk de enig mogelijke wijze koers. De vraag is echter of op regionaal vlak deze wijze middenlijn wel altijd de aangewezen evangelische koers is. Wie bijvoorbeeld de feitelijke historische relaties tussen de Verenigde Staten en Latijns-Amerika analyseert, weet dat een christen terzake partij moet kiezen. Dit partijkiezen voor de armen houdt dan in dat men een diepergaande kritiek van de vrije markteconomie levert dan de pauselijke encycliek of zelfs de bovengenoemde brief van de Amerikaanse bisschoppen doenGa naar voetnoot5. Dat wil niet zeggen dat men daardoor de evenwichtige kritiek van de encycliek op Oost en West, Noord en Zuid afwijst; enkel dat de concrete situatie ertoe noopt partij te kiezen. Vandaar dat men niet te vlug de rol van regionale kerksynodes en conferenties (zoals b.v. de dialoog tussen gelovigen van Noord- en Zuid-Amerika over de schuldenlast, en over Economic Justice for All mag onderschatten, ten voordele van Romeinse synodes en centrale diensten, die beter geplaatst zouden zijn om voor de wereldkerk te spreken. Vanwege hun insertie in hun regio kunnen lokale kerkvergaderingen een functie vervullen die geen pauselijke encycliek, of geen document van het centrale gezag op zich kan nemen. Paulus VI had dit reeds in 1971 begrepen, toen hij (naar aanleiding van de tach- | |
[pagina 719]
| |
tigste verjaardag van Rerum Novarum) geen encycliek schreef, maar een open brief, waarin hij onder meer zei: ‘Het is nu aan de lokale christelijke gemeenschappen om met objectiviteit de situatie te ontleden die eigen is aan hun land, om daarop het licht te werpen van de onvervangbare woorden van het evangelie, en om richtlijnen, criteria en actiemodellen af te leiden uit de sociale leer van de kerk (...)’Ga naar voetnoot6. Dit laatste blijft meer dan ooit geboden. |
|