Gelukkig zijn er de andere katholieken: theologen, bestuurders, verplegenden, artsen, moeders, die vanuit de priesterlijkheid van het volk Gods en hun katholiek geweten met meer nuances, en daarom meer ernst, voor deze zelfde waarden staan. Gemakkelijk is het niet voor hen door de houding van de bisschoppen. Er ligt echte treurigheid in als, eigenlijk heel on-katholiek, een extreme vleugel de centrale plaats krijgt.
Toch moeten wij de bisschoppen zelf niet te zwaar vallen. Ze zijn er nu eenmaal, It's all in the game: het hebben van ontoereikende bestuurders hoort erbij als men de niet geringe voordelen van een episcopale, ja papale kerkstructuur wil behouden. Je bent niet katholiek vanwege de zekerheid altijd goede bisschoppen te hebben, maar om de gevariëerde rijkdom van Christus' geest in een aldus bijeengehouden gemeenschap. Waarbij nog komt, dat zelfs de meest conservatieve Nederlandse bisschoppen niet star stilstaan. Zij hebben meningen over bijvoorbeeld het heil der ongelovigen of de letterlijkheid van Genesis die tweehonderd jaar geleden nog als ketters beschouwd zouden zijn. Bovendien zullen zij met hun tekorten toch grote delen van hun dienst zinnig verrichten - wat ik met míjn tekorten ook voor mijn werk hoop.
En wij Nederlanders zullen iets meer moeten leren om - op zijn Italiaans - kerkelijke wetten niet uit te voeren maar te relativeren. Of nee, daar is ook een echt Nederlandse weg voor: ‘Niet vanuit het kerkelijk wetboek naar het evangelie kijken, maar vanuit het evangelie naar het kerkelijk wetboek’. In grote menselijke vrijheid de structuren respecteren maar nooit het heil van mensen daarvan afhankelijk stellen.
Je ziet katholieken dat ook algemeen doen. Het KRO-programma ‘honderd jaar dokteren’ toonde in november '87 een voorbeeld hoe ouders en artsen daar rond kunstmatige inseminatie in katholieke ernst hun levensbeslissingen namen.
En hiermee zijn wij dan weer terug bij de laag waar wij begonnen: de gewone mensen. Daarbij mag nog één ding opgemerkt worden: dat het gewone pastoraat de gelovigen niet in de steek laat. Op het niveau van de parochiële zielzorg wordt haast overal een open evangelie vormgegeven, in aandachtig voorbereide liturgie en serieuze Schriftuitleg. Daar hoor je nooit een woord over verbod van de pil. De geest van waaruit gepreekt wordt is veeleer deze: dat de zo waardevolle natuurwet niet statisch opgevat mag worden, omdat zij, zoals heel de evoluerende natuur, een bewegend gegeven is. Er wordt in de plaatselijke gemeenten (ook in Limburg) een open en levend geloof doorverteld.
Zo doet zich het merkwaardig verschijnsel voor dat pas wanneer iemand ophoudt te praktizeren, zijn beeld van de kerk door de bisschoppen be-