Streven. Vlaamse editie. Jaargang 54
(1986-1987)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 699]
| |
[Alice Walker: er zit een wereld in je oog (vervolg)]taarspeler, die af en toe in een coma wegzonk en er alleen uit gered kon worden door het gestoei en gezoen van de Walker-kinderen. Alice vertelt het verhaal met hetzelfde pokergezicht waarmee ze ons alles voorzet. Bij het laatste bezoek is Mr. Sweet al 90 en is Alice al met haar doctoraalscriptie bezig. Deze keer kan geen affectie meer baten. Maar zij erft zijn oude gitaar en weet dat de dood uiteindelijk zijn slag niet thuisgehaald heeft. Tot nog toe publiceerde Alice Walker drie romans: The Third Life of Grange Copeland (1970), Meridian (1976) en de internationale bestseller The Color Purple (1982). Grange Copeland, de protagonist van de eerste roman, begint zijn leven in Georgia na WO I. Het ‘sharecropping’ systeem, een feodaal overblijfsel van de slavernij waarin ook Walkers eigen ouders gevangen zaten, leidde bij slechte oogsten of veesterfte tot schulden waar de meeste zwarte en blanke pachters nooit meer uitgeraakten. Copeland verliest daarbij alle gevoel van zelfrespect. Zijn enige uitweg is de drank en de terreur die hij op zijn vrouw en zijn zoon Brownfield uitoefent, en in een vergeefse poging nog iets van zijn mannelijke trots te redden, zoekt hij elke zaterdag troost bij ‘de andere vrouw’. Uiteindelijk vlucht hij, zoals honderdduizenden zwarten dit in de naoorlogse periode deden, naar de grote steden van het Noorden, daar zou nog toekomst zijn en rijkdom en vrijheid. In New York komt hij in het milieu van de kleine misdaad terecht. In Georgia werkte hij zich kapot voor de blanke eigenaars, hier valt hij in de handen van Brer Rabbit, een van de typische sjoemelaars en dievenkoningen die van de kunst van het overleven een business hebben gemaakt. Het dieptepunt en tegelijk het catharsismoment van de roman is een incident in Central Park, waar Copeland een jonge blanke vrouw in het ijskoude water ziet vallen en om hulp hoort schreeuwen: ‘Nu realiseerde hij zich dat mensenlevens redden een instinct was, om het even wiens leven je probeerde te redden’. Maar als zij merkt dat hij een zwarte is (‘Nigger!’) weigert de vrouw zijn hand te grijpen. Hij laat haar verdrinken. Gebroken keert hij naar Georgia terug, zijn ‘derde leven’. Daar oogst hij de ellende die hij vroeger gezaaid heeft. Zijn zoon Brownfield is een nog grotere bruut geworden dan zijn vader en doodt tenslotte zijn vrouw. Copeland adopteert dan zijn kleindochter Ruth en uit deze relatie groeit een nieuw besef van verantwoordelijkheid. De conflicten met de wereld houden echter niet op, en in een laatste vuurgevecht met de politie offert Copeland zich op om Ruth te laten ontsnappen, omdat zij ‘nog onschuldig is en nog een kans heeft gelukkig te worden’. In de tweede roman, Meridian, die zich afspeelt in de periode van de Burgerrechtenbeweging, wordt het thema van het geweld verder ontwik- | |
[pagina 700]
| |
keld. Hoe kunnen we vermijden even onmenselijk te worden als onze onderdrukkers? En hoe kun je jezelf als zwarte vrouw volledig ontwikkelen als je je niet verzet tegen de moederrol die je door je omgeving wordt opgelegd? Dezelfde problemen die telkens weer in haar essays terugkeren. Een van de charmes van De Kleur Paars is de humor waarmee een alles bij elkaar zware stof wordt gepresenteerd. Het boek en ook de film van Spielberg zijn waarschijnlijk voldoende bekend, daarom kan de plot hier kort worden samengevat. De roman bestaat uit brieven zoals vrouwelijke auteurs die vroeger veel schreven en waarin het leven verteld wordt van twee zussen, Celie en Nettie. Celie blijft in het Zuiden van de VS wonen en ontwikkelt zich van een op alle mogelijke manieren misbruikt wezen tot een zelfstandige vrouw, die begrijpt wat er in haarzelf en de wereld omgaat. We volgen het proces in haar brieven aan ‘God’, de enige aan wie ze ongestraft al de vreselijke dingen kan vertellen die haar overkomen. Nettie wordt de oppas van een zwart missionarissenechtpaar en trekt met hen naar Afrika. Het verhaal van Celie had Alice Walkers eigen levensverhaal kunnen zijn en is dat in symbolische zin ook. Aanvankelijk laat ze alles wat met haar gebeurt passief over zich heen komen, maar tegelijk observeert ze het heel aandachtig. Langzamerhand gaat ze inzien hoe klein de man is die haar misbruikt en gaat ze open voor de ontmoeting met de blues-zangeres Shug Avery. (Naast sporthelden waren de jazz-muzikanten zowat de enige voorbeelden van een succesrijke ontsnapping uit het gewone zwarte bestaan). Naar haar voorbeeld gaat ze alle talenten ontwikkelen die ze bezit. Haar emancipatie begint met eenvoudige vaardigheden als het naaien van lappendekens en het ontwerpen van kleren voor haar familie en vrienden. Gezien de wrede omstandigheden van het begin had die emancipatie het verhaal kunnen worden van een weerwraak op de onderdrukkende man, maar Celie stijgt daarboven uit: je moet niet in je uitbuiter veranderen om vrij te zijn. Nettie's brieven vertellen het verhaal van de ondergang van een Afrikaanse stam door de hebzucht van de kolonialen. Hoewel Walker heel goed op de hoogte is van de kolonisatie van Afrika en in de roman ook zijdelings verwijst naar zwarte theoretici als dr. W.E. Du Bois, wordt het Afrikaanse deel van De Kleur Paars toch geen roman à thèse. Taal en stijl van Nettie's brieven blijven realistisch en geloofwaardig, omdat de hele situatie door haar ogen gezien wordt. De lezers kunnen er zelf hun conclusies uit trekken. | |
[pagina 701]
| |
In een vorig artikel heb ik De Kleur Paars een utopische roman genoemdGa naar voetnoot2. Niet dat hier een stralende toekomstvisie wordt aangeboden, er worden slechts een paar elementen opgesomd die een betere toekomst mogelijk kunnen maken. In de eerste plaats de solidariteit van zwarte vrouwen die elkaar telkens weer uit de miserie helpen. Pas wanneer ze, zoals Celie en Shug, hun zelfvertrouwen en hun onafhankelijkheid hebben veroverd, kunnen ze opnieuw op een harmonische manier met hun mannen omgaan. Ondanks al hun seksisme en branie zijn de mannen evengoed slachtoffers van de onderdrukking, en zonder de steun van de vrouwen zijn ze niets. Waar aan het begin van de roman bijna iedereen tot een object was gedegradeerd, vinden we op het einde volwaardige mensen die hun menselijkheid opnieuw ontdekt hebben. Parallel daarmee evolueert ook de plaats die de seksualiteit in hun leven inneemt, van verkrachting en incest tot de rijpheid van verschillende vormen van liefde (een lesbische verhouding voor Celie, een traditioneel huwelijk voor Nettie). Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van hun inzicht in de Amerikaanse maatschappij en... de Derde Wereld. Ik stel deze grote thema's hier wat schematisch voor, maar ze zijn niet van buitenaf in de roman gebracht: ze zitten ingebed in de ontwikkeling van de karakters van vlees, bloed en tranen en heel wat Geest, die altijd net genoeg humor bewaren om zich door de omstandigheden niet te laten kapot maken. Met dezelfde ingrediënten had Walker een somber verhaal, een zwarte naturalistische roman of een pamflet over de zwarte ontvoogding kunnen schrijven. Door haar afstandelijk-begrijpende observatie van de karakters, haar ‘dialoog’ met haar personages zoals ze dat noemt, is ze aan die gevaren ontsnapt. De politieke analyses en de utopische dimensies zijn, gelukkig, nooit expliciet genoeg om de overtuigende gang van het verhaal te verknoeien. Maar als je, zoals de ontgoochelende filmversie doet, de impliciete ondertoon van de roman laat wegvallen, hou je niets anders over dan een sprookjesachtige geschiedenis met veel couleur locale en weinig substantie. The Color Purple is het voorlopige hoogtepunt in Alice Walkers oeuvre. Alle ervaringen en denkbeelden die we in haar vorige werk leerden kennen, heeft ze hier in één eenvoudig verhaal weten te verwerken. | |
[pagina 702]
| |
Vragen aan Alice WalkerWalker lokt vragen uit over een hele reeks polemieken en delicate onderwerpen. Maar er is één vraag die zich na de lectuur van haar gedichten, essays en romans blijft opdringen: Hoe kan iemand die zo goed op de hoogte is van de zwarte onderdrukking en de discriminatie van de vrouw, die zo veel weet over het koloniale onrecht en al meer dan twintig jaar actief in de Amerikaanse oppositie militeert, hoe kan zo iemand zo'n optimistische roman als De Kleur Paars op de markt gooien? In een autobiografisch essay, When the Other Danser is the Self, antwoordt Walker hierop met het verhaal van een gesprek met haar driejarig dochtertje dat op een dag heel aandachtig het blinde oog van haar moeder bekijkt en zegt: ‘Mommy, there's a world in your eye’. Uit de verminking, die haar tot een emotionele sukkel had kunnen misvormen, maakte ze met de hulp van haar dochter en haar vrienden een symbool van haar schrijverschap: ‘Helemaal aangepast aan mijn persoonlijkheid en zelfs karakteristiek voor me’. Wie zichzelf zo kan aanvaarden, kan er gerust een deel van de zorgen van de wereld bij nemen. |
|