| |
| |
| |
Het schone rechterhandje
Yvan Lebrun
Een van de bijbelse voorstellingen die in de schilderkunst, in fresco's, op kathedraalgevels het vaakst uitgebeeld zijn, is ongetwijfeld die van het Laatste Oordeel: ‘Wanneer de Mensenzoon komt in zijn heerlijkheid en vergezeld van alle engelen, dan zal Hij plaats nemen op zijn troon van glorie. Alle volken zullen vóór Hem bijeengebracht worden en Hij zal ze in twee groepen scheiden, zoals de herder een scheiding maakt tussen schapen en bokken. De schapen zal Hij plaatsen aan zijn rechterhand, maar de bokken aan zijn linker. Dan zal de Koning tot die aan zijn rechterhand zeggen: Komt, gezegende van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld. (...) En tot die aan zijn linkerhand zal Hij dan zeggen: Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur dat bereid is voor de duivel en zijn trawanten’ (Mat. 25:31-41).
Met dit tafereel zet het evangelie een aloude traditie voort: altijd is de linkerkant ongunstig, onheilspellend of verderfelijk, terwijl de rechterkant het goed en het geluk voorstelt.
| |
Aan de rechterhand van de Macht
In het Oude Testament kan men al lezen: ‘Het hart van een wijze zit rechts, maar dat van een dwaas zit links’ (Prediker, 10:2). Altijd trekt het Oude Testament de rechterkant voor. Genesis 48 vertelt dat Jakob, toen hij de dood voelde naderen, zijn zoon Jozef en diens kinderen Efraïm en Manasse liet komen om ze te zegenen. Hij legde zijn rechterhand op het hoofd van Efraïm en zijn linkerhand op het hoofd van Manasse. Jozef protesteerde: Manasse was de oudste zoon; op zíjn hoofd diende de grootvader zijn rechterhand te plaatsen. Maar Jakob repliceerde dat de nakomelingen van Efraïm talrijker zouden zijn dan die van Manasse: Efraïm moest daarom met de goede hand gezegend worden. Exodus 29 schrijft voor hoe Aäron en zijn zonen tot hogepriesters gewijd moeten worden: ‘Ge slacht de ram en doet wat bloed op de rechteroorlel van
| |
| |
Aäron, de rechteroorlel van zijn zonen, op de duim van hun rechterhand en op de grote teen van hun rechtervoet’. Leviticus 7:32-33 en Numeri 18:18 bepalen dat de hogepriester steeds de rechterschenkel van het offerdier zal krijgen. Om een melaatse te zuiveren hoort de priester het bloed van een offerlam op de rechteroorlel, de rechterduim en de grote teen van de rechtervoet van de lepralijder te strijken (Leviticus 14:14). Om zijn moeder te eren laat koning Salomo haar aan zijn rechterzijde plaatsnemen (1 Koningen 2:19). Ook God zelf verkiest de rechterhand. Als hij redt of beschermt, doet hij dat met de rechterhand; ‘Hij liet zijn rechterarm (zijn luisterrijke arm, zegt de nieuwe vertaling) voor Mozes uitgaan’ (Jesaja 63:12). ‘Zo zegt Jahweh tot mijn heer: wees gezeten aan mijn rechterhand’ (Ps. 110:1). ‘Gij hield mijn rechterhand vast’ (Ps. 73:23). ‘Want ik, Jahweh, Ik ben uw God, die u vasthoudt bij uw rechterhand’ (Jesaja 41:13; 45:1). En Exodus 15:6: ‘Uw rechterhand, Jahweh, is heerlijk van kracht, Uw rechterhand, Jahweh, verplettert de vijand’.
Ook het Nieuwe Testament bevoorrecht de rechterzijde. ‘Gij zult de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Macht’ (Mc. 14:62). ‘Hij werd ten hemel opgenomen en zit aan de rechterhand van God’ (Mc. 16:19). En in de Handelingen van de Apostelen (2:25) lezen we: ‘De Heer had ik voor ogen, altijd door, Hij is aan mijn rechterhand, opdat ik niet zou wankelen’.
| |
Rechts is goed, links is slecht
Bij Grieken en Romeinen zien wij dezelfde preferentie. Daar werden bij voorbeeld in de wichelarij voortekenen die zich links voordeden meestal als onheilspellend en voortekenen die zich rechts voordeden als gunstig beschouwd. De Middeleeuwen zetten de bijbelse en antieke traditie voort. In bijbelse taferelen bevinden de rechtvaardigen of welmenenden zich vaak aan de rechter-en de listigaards of boosdoeners zich aan de linkerkant. Zo laat bij voorbeeld een in Zwitserland bewaarde miniatuur uit de 8e eeuw (afb. 1) zien hoe aan de rechterzijde van de gekruisigde Christus de goede Romein staat die hem te drinken geeft, en aan de linkerzijde de boosaardige Romein die hem met een speer de zijde doorboort. Op een schilderij van Andrea Mantegna staan de moeder van de gekruisigde en de wenende vrouwen rechts van hem, terwijl links de soldaten om zijn kleren dobbelen. De ‘goede moordenaar’ die samen met Jezus gekruisigd wordt, wordt meestal rechts van Jezus voorgesteld, de ‘slechte’ links. Een 12e-eeuws fresco in de kerk van Vic in Frankrijk dat het Laatste Avondmaal
| |
| |
voorstelt, plaatst Joannes, de lievelingsdiscipel, aan Jezus' rechterzijde; met zijn linkerhand reikt Jezus de verrader Judas, links van hem, een stuk brood.
De linkerhand wordt vereenzelvigd met het kwaad. Misdadigers werden op het linkerschouderblad gebrandmerkt. Miladay, de verraadster uit Les Trois Mousquetaires, droeg een brandmerk op haar linkerschouderblad. Bastaarden die een wapen mochten voeren, hadden dikwijls een schild met een linkerschuinbalk, een brede dwarslijn die, vanuit de drager bekeken, van boven links naar onder rechts liep, terwijl de normale schuinbalk van boven rechts naar onder links liep.
Nog altijd belijdt de westerse beschaving de leer van het schone rechterhandje. Getuigen voor de rechtbank, ook linkshandigen, moeten de eed zweren met opgestoken rechterhand. Het kruisteken moet met de rechterhand gemaakt worden, militairen moeten groeten met de rechterhand. Priesters reiken de communie uit met de rechterhand. Zowel de nazi's als de Italiaanse fascisten groetten met opgeheven rechterarm. Communisten heffen de rechtervuist. De handdruk gebeurt met de rechterhand: kleine kinderen wordt geleerd dat ze ‘een schoon handje’ moeten geven. Op sommige plaatsen in Italië heet de rechterhand bella mano, de linkerhand brutta mano. In de Engelse omgangstaal wordt de linkerhand wel eens cack-hand (kakhand) genoemd. De Talmoed, het boek dat het familiale, maatschappelijke en godsdienstige leven van de joden regelt, schrijft voor dat de vuile handelingen met de linkerhand en rituele handelingen met de rechterhand verricht moeten worden (Berakoth, 62). Uit een recent onderzoek blijkt dat sommige rechtshandigen op grond van sociale en godsdienstige overwegingen de billen alleen met de linkerhand afvegen (Van der Vlugt, 1979, 27).
Omdat de rechterhand mooier en zuiverder is, dient men bij verplaatsingen in de kerk of in de tempel er steeds voor te zorgen dat men de religieuze voorwerpen, vooral het altaar, aan zijn rechterzijde heeft. Deze rituele verplaatsingen gebeuren van links naar rechts, met de klok mee, ze bootsen de schijnbare beweging van de zon om de aarde na. Om een kerk lopen met het gebouw aan zijn linkerzijde wordt in het volksgeloof als heiligschennend beschouwd of brengt onheil mee. Die minachting van de linkerkant bestaat niet alleen in het volksgeloof. Ook meer ontwikkelde mensen zijn vaak met dit vooroordeel behept (geweest). In het begin van deze eeuw leerde de arts Wilhelm Stekel (1911, 78) dat duizelingen naar links psychogeen, d.w.z. min of meer ingebeeld, waren en vooral bij neurotici voorkwamen, terwijl duizelingen naar rechts echt waren en het gevolg van een organisch letsel.
| |
| |
In India was volgens Bareau (1968, 157-179) de sauwastika, een hakenkruis met naar links gebogen armen, een ongeluksteken, het embleem van Kâli, de gevreesde godin van de dood. De swastika daarentegen, een kruis met naar rechts omgebogen armen, is een antiek symbool van de zon, een geluksteken. Bareau rapporteert verder dat in India de rechterhand gebruikt moet worden om het bovenlijf aan te raken en te wassen, het bovenste deel van het lichaam is immers zuiver; het onderlijf is onrein en mag slechts met de linkerhand aangeraakt en gewassen worden. Vele vegers hanteren de bezem slechts met de linker, de onreine hand en houden hun rechterhand achter de rug opdat ze niet door het veegsel bezoedeld zou worden. Indiërs spuwen gewoonlijk naar links, het zou heiligschennend zijn naar rechts te spugen. Veel rituelen mogen alleen met de rechterhand verricht worden. Sommige boeddhistische monniken bedekken hun (onreine) linkerarm en linkerschouder, hun rechterarm en rechterschouder blijven bloot. De sari van de Indische vrouwen laten de rechterarm en rechterschouder vaak bloot. Ook in India moet men om cultusvoorwerpen en vooraanstaande personen steeds zó heen draaien dat men ze aan zijn rechterzijde heeft. Indiërs en Arabieren mogen zich aan tafel uitsluitend met de rechterhand bedienen, met de linkerhand eten uit de schotel nemen geldt als uiterst onbetamelijk. Dit moet natuurlijk in verband gebracht worden met het feit dat men in die landen zijn billen met de linkerhand afveegt en meestal geen papier gebruikt.
| |
Rechts in de taal
De voorkeur die van oudsher aan de rechterhand is gegeven, heeft in de meeste cultuurtalen duidelijke sporen nagelaten. Het woord voor recht(s) en zijn afleidingen hebben doorgaans een melioratieve betekenis.
In het Nederlands verwijst het woord recht en zijn talrijke derivaten (gerecht, oprecht, rechtgeaard, rechtmatig, rechtschapen, rechtvaardig, rechtzinnig, rechtzetten, terechtwijzen...) naar wat billijk, juist, deugdelijk is. Hetzelfde geldt voor de Franse woorden droit, droiture, correct, rectitude, de Duitse woorden Recht, recht, Gerechtigkeit, richtig, gerade (als in gerader Verstand = gezond verstand, of gerader Charakter = eerlijk karakter), en de Engelse woorden right, righteous, upright, correct, enz. In de Authorized Version van de bijbel leest men over een bezetene die door Jezus genezen wordt: de man was opnieuw in his right mind, goed bij verstand (Mc 5:15). In het Russisch betekent pravyj zowel ‘recht’ als ‘juist’, ‘waar’ (cfr. pravda, de waarheid).
| |
| |
Reeds in het Latijn kon rectus met de melioratieve betekenis ‘goed’, ‘behoorlijk’, ‘mooi’ of ‘verstandig’ gebruikt worden. Rectum duidde niet alleen een rechte lijn, maar ook het goede aan. Dexter betekende zowel ‘recht’ als ‘gelukaanbrengend’. Dezelfde polysemie vindt men in het Grieks terug: orthos betekende niet alleen ‘rechts’ maar ook ‘rechtmatig’, ‘echt’ of ‘redelijk’, en dexios had dezelfde twee betekenissen als dexter. Vermoedelijk zijn dexter en dexios verwant aan het latijnse decere, ‘betamen’ (decus = ‘versiering, schoonheid, puik’).
In het Sanskriet hebben daksina (‘recht’) en zijn afleidingen vaak een melioratieve betekenis. Daksinatva b.v. betekent ‘rechtgezindheid’, ‘oprechtheid’. De stam daks- is trouwens aan decere (Bareau, 1968), aan Dexiva, de naam van de keltische geluksgodin (Partridge, 1958) en aan deisil of deasil verwant. Dit laatste woord wordt in het Engels gebruikt om de richting van rituele verplaatsingen in de tempel aan te duiden.
De geografische naam Jemen betekent ‘rechts’, d.w.z. ten zuiden van Mekka als men naar het oosten kijkt. Het woord betekent echter ook ‘gelukkig’: Jemen werd vroeger Arabia Felix (= gelukkig Arabië) genoemd. De voornaam Benjamin betekent zowel ‘zuiderling’ als ‘gelukskind’.
Ook in vaststaande uitdrukkingen heeft recht vaak een melioratieve betekenis. Men denke aan de rechte weg is de beste (= eerlijk duurt het langst), recht door zee gaan, recht voor de vuist, recht in zijn schoenen staan, het bij het rechte eind hebben, het hart op de rechte plaats hebben, de rechte man op de rechte plaats, een mens van het rechte bedde ( = een braaf mens).
Het Engels kent talrijke uitdrukkingen van hetzelfde type: b.v. to be in one's right mind of in one's right senses, to set out in the right direction (= behoorlijk aanvatten), on the right side of forty (= nog geen veertig jaar oud), on the right side of the law, to be disappointed on the right side (= aangenaam verrast zijn), to get up on the right side of the bed, to start on the right foot. Mr. Right is de rechte of ware Jozef.
Wat niet recht is, is af-rechts of averechts, verkeerd, ongunstig, onjuist, slecht, zoals in averechts uitvallen, averechts opnemen, averechtse begrippen, door averechtse middelen tot zijn doel komen. Het Spaans kent de uitdrukking non hacer nada a derechos, die letterlijk ‘nooit iets rechts doen’, dus ‘alles verkeerd doen’ betekent.
| |
| |
| |
Links in de taal
In tegenstelling tot recht- heeft de stam link- vaak een pejoratieve betekenis. Het woord linkerd (vroeger linker) duidt een listige vent of een bedrieger aan. Links kan met de betekenis ‘lomp’, ‘dorps’ of ‘onvriendelijk’ gebruikt worden: linkse manieren, iemand links bezien, een zaak links aanzetten, iets links laten liggen.
Het Duits spreekt schertsend van een Linksanwalt, een niet heel bekwaam Rechtsanwalt (= advokaat). In de omgangstaal gebruikt men soms linksgewebt met de betekenis ‘homoseksueel’ of ‘lesbisch’. Sie sind weit links! is hetzelfde als ‘U zit er helemaal naast!’.
In het Engels betekende left oorspronkelijk ‘zwak’, ‘waardeloos’. Gawk betekent nu nog ‘links’ of ‘dom’. Over the left (shoulder) wordt gebruikt om wat door iemand anders gezegd is te ontkennen. Ook left-handed heeft een pejoratieve betekenis in uitdrukkingen als a left-handed compliment (een dubbelzinnig compliment, waarin een afkeuring schuilt), a left-handed oath (een eed die men van plan is te breken), a left-handed marriage (een huwelijk over de puthaak).
Het Italiaanse sinistro betekent niet alleen ‘links’ maar ook ‘funest, verderfelijk’. Mancino is hetzelfde als ‘links’, maar kan ook ‘ontrouw’ betekenen. Uit isquierda (‘links’) heeft het Spaans isquierdear afgeleid, dat ‘doorslaan’, ‘onzin uitkramen’ betekent.
In het Bargoens duidt link dikwijls iets slechts, oneerlijks aan: Linke jongens zijn dieven, linke waar is gestolen goed, linken betekent ‘bedriegen’, een linkvogel is een lepe, gewiekste vent. In het Jiddisch betekent link vaak ‘onjuist, verkeerd’. In het Rotwelsch, de Duitse dieventaal, vindt men tal van woorden en uitdrukkingen waar het morfeem link een pejoratieve betekenis heeft. In zijn Wörterbuch des Rotwelschen (1956) vermeldt Wolff o.a. verlinken (vervalsen), sich verlinken (zich verraden), link machen (bestelen), kreuzlink (dom), Linkschneller (stroper), Linkstappler (bedrieger).
In het Frans bestaat het woord gauchisme, dat in de Larousse van 1974 gedefinieerd wordt als: ‘doctrine ou attitude de ceux qui préconisent des mesures révolutionnaires dont la hardiesse masque le peu d'efficacité et qui ne tiennent pas compte de la réalité’. En gauchir betekent ‘kromtrekken’ of ‘verdraaien’.
Het Pools kent uitdrukkingen als sprzedac z lewej reki (= zwart verkopen, letterlijk: uit de linker hand verkopen), lewe papiery (valse papieren, letterlijk: linkse papieren), lewy towar (smokkelwaren, letterlijk: linkse waren), lewa dziewczyna (minnares, letterlijk: linkse vrouw)
| |
| |
In het Latijn betekende laevus zowel ‘links’ als ‘verderfelijk’. Sinister had dezelfde twee betekenissen. De pejoratieve betekenis leeft voort in het Nederlandse sinister, de neutrale betekenis in het Franse sénestralité (= linkshandigheid). Het latijnse woord scaevus betekende zowel ‘links’ als ‘ongelukkig’. Het is verwant aan ons scheef. De Griekse woorden laios en skaios deelden het lot van laevus, sinister en scaevus: ze betekenden zowel ‘links’ als ‘onheilspellend’. Het sanskrietwoord vâma betekent ‘links’, maar ook ‘scheef’, ‘ongunstig’, ‘kwaad’, ‘vies’. De afleiding vâmâcâra duidt een slechterik aan. Het Arabische simal betekent ‘linkerhand’ en ‘ongeluksteken’.
Ook in vaststaande uitdrukkingen heeft de stam link- vaak een pejoratieve betekenis. Met de linkerhand huwen is huwen met een vrouw van mindere rang, aan wie niet al de rechten van een wettige vrouw gegeven worden. De uitdrukking komt ook in het Frans, het Engels en het Duits voor. Iemand over de linkerschouder aanzien is hetzelfde als iemand minachten. In het Engels betekent praise over the left (shoulder) zoveel als ‘laken’. Op iemand met de linkerhand wachten betekent ‘niet op hem wachten’ (b.v. beginnen te eten voordat hij komt). De uitdrukking komt ook in het Frans voor. De uitdrukking met zijn linkerbeen uit bed stappen heeft equivalenten in het Frans (se lever du pied gauche), het Duits (mit dem linken Bein zuerst aufgestanden sein) en het Russisch (vstat' s levoj nogi). Als men in iemands afwezigheid goed van hem spreekt, zegt men dat zijn rechteroor zal tuiten; wordt er kwaad van hem gesproken, dan zal zijn linkeroor tuiten. Wie op rechte wegen gaat, houdt zich niet met linkse of slinkse streken op. Wat rechts is links maken betekent ‘vervalsen’, ‘doen ontaarden’.
De linkerkant werd zo verderfelijk of beangstigend geacht, dat de naam ervan vermeden werd. In de indo-germaanse talen werd het oorspronkelijke woord voor links vaak door een minder gevreesd ‘camouflagewoord’ vervangen. Als gevolg daarvan vertonen de moderne Europese talen een vrij grote verscheidenheid wat de benamingen voor de linkerkant betreft. In het Nederlands en het Duits vindt men de stam link-, in het Engels, Pools en Russisch de stam lef-. Het Engels kent ook het woord gawk dat aan het Franse gauche verwant is. Naast sinistro heeft het Italiaans mancino. En het Spaans gebruikt isquierda. De oude Grieken vervingen de angstwekkende benaming door een eufemisme: aristeros (letterlijk: de betere) of euônumos (letterlijk: die een mooie naam heeft).
| |
| |
| |
Linkshandigen
De linkshandige gaat vaak voor een zonderling, een buitenbeentje door. Wilhelm Fliess (1906, 265-267), een ambtgenoot en vriend van Sigmund Freud, was van mening dat linkshandigen vaker dan rechtshandigen tot homoseksualiteit neigen. Dat was volgens hem te wijten aan het feit dat de linkerkant het andere geslacht vertegenwoordigt. Als vrouwen baardharen hebben, zijn deze beter zichtbaar aan de linkerkant van het gelaat. Linkshandigen hebben meer met het andere geslacht gemeen dan rechtshandigen. Wie zich bij voorkeur van de linkerhand bedient, is niet helemaal mannelijk of vrouwelijk. Fliess meende verder dat veel kunstenaars linkshandig zijn: ‘Die Kunst gedeiht im Zwischenreich’. De opvatting dat linkshandigheid met homoseksualiteit in verband staat, vindt men in het Australisch bargoens terug, waar linkshandigen molly-dookers genoemd worden, een term die samengesteld is uit molly (verwijfd) en duke (hand): de linkshandige is iemand met een verwijfde hand.
Linkshandigen worden soms nog harder bejegend en voor listig, oneerlijk of ontrouw gehouden. De volkstraditie maakt van Judas Iskariot, de verrader van Jezus, een linkshandige. En een Spaanse zegswijze stelt dat linkshandigen evenmin als kaalkoppen en roodkoppen een plaats in de maatschappij verdienen: Zurdos, calvos y rubios no habian de estar en el mundo.
Daar staat tegenover dat zij in sommige opzichten voor superieur worden gehouden. In het bijzonder wordt linkshandigen vaak een grotere fysieke kracht toegeschreven. Linkshandigen zijn flinkhandigen, zegt het volk. Of: hoe linker, hoe flinker, hoe rechter, hoe slechter. Deze opvatting is vrij oud. In het Boek der Rechters (3:15-30) wordt verteld dat de Israëlieten Ehud, ‘een man die linkshandig was’ de opdracht gaven Eglon, de koning der Moabieten, te doden. Alleen een linkshandige kon deze opdracht volbrengen. De koning was immers zo zwaarlijvig dat alleen een bijzonder sterke hand een zwaard door het vet tot aan zijn hart kon drijven. En even verder in de geschiedenis vertelt Rechters 20:16: ‘In dat leger waren zevenhonderd linkshandige soldaten, slingeraars, die met een steen op een haar konden mikken zonder het te missen’. Deze bijbelse opvatting kan in verband gebracht worden met de opvatting die er in Soedan op nagehouden werd omtrent linkshandigen (Dieterleen, 1968, 144-156). In de Soedanese kosmologie golden linkshandige mannen voor bijzonder sterk, omdat zij in tegenstelling tot rechtshandige mannen helemaal geen vrouwelijke componenten in zich hadden. Linkshandige Soedanezen vochten in de eerste linies: zij konden met hun speer de vijand beter tegenhou-
| |
| |
Miniatuur 8e eeuw.
Satanskinderen, 17e eeuw.
Uit M. Barsley, The left-handed book.
| |
| |
Mille Bobbe.
A. Dürer.
den dan rechtshandige krijgers. Vooral dus als het gaat om fysieke kracht of vaardigheid, zijn linkshandigen soms, ondanks het algemene vooroordeel, de meerderen.
| |
De duivel
Omdat de linkerzijde geassocieerd wordt met het kwaad, is in het volksgeloof de duivel linkshandig, de linkerkant is zijn voorkeurkant. Men dacht vroeger dat ‘wanneer de duivel iemand stilletjes benaderde, hij dat van achter en altijd links deed: zijn boze inblazingen fluisterde hij zijn slachtoffers in het linkeroor. Wie vermoedde dat de slechterik met die activiteiten doende was, kon hem razend snel op de vlucht jagen door plotseling wat zout over de linkerschouder naar achteren te gooien’ (Van Stuyvenberg, 1975, 124). Satanisten werden verondersteld de linkerkant te vereren. Tijdens de duivelsdiensten gebruikten ze vooral de linkerhand en draaiden ze zo om het altaar dat ze het steeds aan hun linkerkant hadden. Ze droegen links op hun lichaam een merkteken, dat de duivel zelf met zijn linkerhand aangebracht had. Ze moesten regelmatig met de linkervoet
| |
| |
op het kruis trappen en met een fakkel in de linkerhand de duivel op zijn linkerbil kussen (afb. 2). Faust sneed een ader van zijn linkerhand open om met het bloed dat er uitkwam zijn pact met Mefistofeles te ondertekenen.
Van heksen werd vaak beweerd dat ze zich door een pad of uil lieten bijstaan die op hun linkerschouder zat. Op het beroemde schilderij van Frans Hals dat Hille Bobbe, de heks van Haarlem, afbeeldt, zit op de linkerschouder van het wijf een uil (afb. 3). Heksen dansten op het sabbatfeest van rechts naar links, tegen de zon in, en hun koningin zat aan de linkerzijde van Satan.
Omdat de linkerkant aan de duivel toegewijd is, zijn de verleidingen van die kant te verwachten. Juist daarom, zegt Hertz (1909), wordt de trouwring aan de linkerhand gedragen: om de verzoekingen tot ontrouw en overspel af te weren.
De linkerkant wordt dus in verband gebracht met wat verborgen, geheimnisvol, verboden is. Misschien is het daarom dat ze in seksuele handelingen voor de actieve hand gehouden wordt. In zijn Ars Amandi (2, vers 706) beweert Ovidius dat minnaren elkaar met de linkerhand liefkozen en opwinden. Hetzelfde vinden we in een van de satires van Lucianus (boek 2, satire 8, vers 11). Martialis noemt de linkerhand manus fututrix, de wulpse hand.
Van oudsher wordt de linkerkant dus geassocieerd met het satanisme, de zwarte kunst, de occulte machten, het geslachtsleven, kortom met alles wat van de norm, van de regel afwijkt of zich in het duister afspeelt. Hij werd dan ook soms als symbool gekozen door geheime sektes die zich tegen de bestaande orde verzetten en de samenleving wilden veranderen. Bij de bokkerijders moesten nieuwe leden trouw zweren met de linkerhand. In Indië is er volgens Bareau (1968) een besloten sekte die de traditionele waarden negeert en waarvan de leden vâmâcârin, heten, uit vâma (links).
| |
De vrouw
In de westerse beschaving, vooral in de Middeleeuwen, werd links niet alleen met het kwaad en de duivel doch ook met de vrouw vereenzelvigd. De duivel werd trouwens af en toe als linkshandige vrouw uitgebeeld. De dichotomie rechts-links wordt dus aan de dichotomie man-vrouw gekoppeld.
| |
| |
In de volksverbeelding werd Eva uit een linkerrib van Adam gevormd. De volkstraditie zegt dat de vrouw, als zij een zoon wil ontvangen, tijdens de bijslaap op haar rechterzijde gaat liggen; als ze op haar linkerzijde ligt, wordt het een meisje. Op dezelfde tegenstelling berust de opvatting dat de bevruchte vrouw een zoon kan verwachten als het zaad uit de rechterteelbal van haar partner komt; komt het uit de linkertestis, dan wordt het een meisje. Als een zwangere vrouw spontaan naar haar rechterhand kijkt, wanneer men haar onverwachts vraagt wat ze in de hand houdt, dan is dat een teken dat haar baby een jongen zal zijn (Belotti, 1974, 21). Laurent Joubert, een chirurg uit de Renaissance, leerde dat zwangere vrouwen van wie de rechterborsttepel dikker was dan de linker of die bij het opstaan hun rechterhand op hun rechterknie steunden, een zoon verwachtten.
Vermoedelijk omdat de man traditioneel met de rechter- en de vrouw met de linkerkant geassocieerd wordt, staan op schilderijen of etsen die Adam en Eva uitbeelden, Adam gewoonlijk rechts en Eva links. Tal van voorbeelden zijn hier aan te halen. Denken we maar aan het Lam Gods of Dürer (afb. 4). Deze traditie leeft voort in de manier waarop kleren worden dichtgeknoopt: vrouwenkleren naar links en manskleren naar rechts. De associatie van de man met de rechter- en van de vrouw met de linkerkant is niet eigen aan de westerse beschaving. Dieterlen (1968) rapporteert dat ook in de Soedanese kosmologie het mannelijk geslacht met rechts en het vrouwelijk geslacht met links verbonden wordt. In de levensopvatting der Soedanezen zijn de geslachten evenwel complementair: ze vullen mekaar aan en zijn derhalve van gelijke waarde. Dit is in de westerse overlevering juist niet het geval. In de associatie van de vrouw met de linkerhand zit geringschatting voor het vrouwelijk geslacht: de vrouw verhoudt zich tot de man als de ruwe tot de schone hand. Komt daar onder invloed van de feministische beweging verandering in? Misschien zal dit dan de linkerhand ten goede komen. Ooit wordt ze misschien nog op gelijke voet (!) behandeld met de rechterhand.
| |
Bibliografie
A. Bureau, Norme et latéralité dans la civilisation indienne, in R. Kourilsky, P. Grapin (eds), Main droite et main gauche, Presses Universitaires de France, 1968. |
E. Belotti, Du côté des petites filles, Editions des Femmes, Paris, 1974. |
G. Dieterlen, Norme et latéralité en Afrique occidentale, in R. Kourilsky, P. Grapin (eds), Main droite et main gauche, Presses Universitaires de France, 1968. |
| |
| |
W. Fliess, Ablauf des Lebens, Deuticke, Wenen, 1906. |
R. Hertz, La prééminence de la main droite. Etude sur la polarité religieuse, in Revue Philosophique 68, 1909. |
W. Stekel, Die Sprache des Traumes, 1911. |
H. van der Vlugt, Lateralisatie van hersenfunkties, Swets & Zeitlinger, Lisse, 1979. |
W. van Stuyvenberg, 5000 Jaar dagelijks leven: De Middeleeuwen, Amsterdam, 1978. |
|
|