Streven. Vlaamse editie. Jaargang 52
(1984-1985)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 817]
| |
U2: onvervalste rock, hartverwarmend
| |
Ontstaan en thematiekZanger Bono, drummer Larry Muilen, gitarist The Edge en bassist Adam Clayton vinden mekaar in hun geboortestad Dublin op een experimentele, gemengde school (jongens en meisjes, protestant en katholiek). Als de groep gevormd wordt, zijn ze nog geen muzikanten. Ze moeten al doende leren. Er wordt hard geoefend, de onderlinge verstandhouding werkt stimulerend. Weldra treden ze hier en daar op, brengen in september 1979 hun eerste plaatje uit. Dan komt er vaart in de zaak: optredens te Londen, een aantal singles, concerten op het vasteland en in de VS. Het resultaat wordt vastgelegd op drie LP's: Boy (okt. '80), October (okt. 81) en War (maart '83), met telkens Steve Lilly white als producer. Hun sterkste nummers en de sfeer van hun concerten zijn te beluisteren op de life LP Under A Blood Red Sky, eind 1983 op de markt gebracht als afsluiting van een | |
[pagina 818]
| |
eerste fase. De groep is op dat ogenblik aan herademing toe. Bono verzet hemel en aarde om Brian Eno, ooit medewerker van David Bowie en producer van Talking Heads, voor zijn toekomstplannen te winnen. Eno had de rockwereld reeds enige tijd de rug toegekeerd, maar hij zwicht voor de bezieling van U2. Als producer heeft hij de klank van de jongste plaat, Unforgettable Fire (okt. '84), duidelijk beïnvloed. Muziek en thematiek zijn met de jaren rijper geworden, de oorspronkelijke intuïtie is gestadig uitgewerkt. Zoals ze zelf zeggen, zijn de leden van U2 op het podium volwassen geworden. Hun groeiproces kan men uit hun werken aflezen. Boy weerspiegelt nog grotendeels de wereld van adolescenten, zinspeelt op seksualiteit, verleidelijke ontmoetingen, het verlies van zekerheden en heimwee naar de zuiverheid en eenvoud van het kind (cfr. de hoes): ‘Into the heart/ Of a child/ I can't go back/ I can't stay a while’ (Into the heart). De opbouw van de songs afzonderlijk en van de plaat in haar geheel is reeds typisch voor de groep, met de afwisseling van agressieve en meditatieve momenten, met de dynamiek van donker en licht, angst en vreugde, protest en overgave. October laat uitdrukkelijk hun christelijke achtergrond horen. Gods lof wordt zelfs in het Latijn bezongen: ‘Gloria/ In te domine/ Gloria/ Exultate/ Oh Lord, if I had anything, anything at all/ I'd give it to you’ (Gloria). In een ander lied (With a shout) wordt uiting gegeven aan de harde realiteit van het kruis en aan de hunker naar een nieuwe wereld: ‘I want to go, to the foot of mount zion,
To the foot of He who made me see.
To the side of a hill blood was spilt, we were filled with a love.
And we're going to be there again. Jerusalem’.
October is wellicht de belangrijkste plaat om de geest van U2 te begrijpen, beweert Bono. Op de volgende LP worden de grote problemen van de huidige wereld aangepakt: Noord-Ierland, Polen, kernbewapening, vluchtelingen, verdeeldheid in onszelf, zelfmoord. Conflicten en geestelijke leegte wettigen echter geen pessimisme. U2 zingt van geloof, hoop en liefde als overwinning op oorlog en dood: ‘The real battle just begun.
To claim the victory Jesus won,
On a Sunday, bloody Sunday’ (Sunday bloody Sunday).
Maar ook geen leeghoofdig optimisme! Op een tentoonstelling in Chicago worden zij getroffen door een reeks Japanse schilderijen van overlevenden van Hirosjima, de Unforgettable Fire paintings. Meteen is de titel voor hun volgende plaat gevonden. Het beeld van het vuur had Bono al eerder | |
[pagina 819]
| |
gebruikt om zijn inwendige drijfkracht uit te drukken (‘There's a fire in me, when I call out...’, Fire). Voortaan wordt het symbool negatief en positief geduid: het vuur van vernietiging en van stille verwachting zoals op de Japanse schilderijen, het vuur dat Elvis Presley verteerd heeft, het innerlijke vuur van Martin Luther King dat zijn dood overleeft. Welk ander beeld zou treffender de bewogenheid van U2 kunnen weergeven, waarin het protest tegen alle mogelijke vormen van vernedering en afbraak gepaard gaat met een hartstochtelijke oproep tot liefde en hoop? Op de hoes van de plaat staat een vervallen burcht afgebeeld: de oude wereld, het verlaten tranendal. Wij, overlevenden, zijn op tocht, in een grensgebied tussen dood en leven, op weg naar huis: ‘Oh oh on border land we run
and still we run, we run and don't look back (...)
Oh don't sorrow, no don't weep/ for tonight, at last
I am coming home’ (A sort of homecoming).
| |
Muziek en boodschapRock is volgens U2 de krachtigste uitdrukkingsvorm van deze tijd. Maar van de hele ‘rock'n'roll circus’ met zijn modes en trends, maskers en poses moeten ze niets hebben. De markt wordt overspoeld met prettige muziek zonder diepgang. U2 eist meer. ‘Onze muziek is positief en bevat veel passie en emotie. We tonen onze emoties ook aan het publiek, we verbergen ons niet achter maskers’, zei Bono reeds toen ze begonnen. Die keuze zijn ze trouw gebleven. Goede muziek drukt een bezieling uit. ‘Muziek moet meedelen wat in je gebeurt, je wordt verrijkt door wat er gebeurt. Great music is like meeting somebody’. In deze ontmoeting gaat het niet om pure zelf mededeling. U2 is zich bewust van een hogere kracht die hen leidt. In de muziek zit iets dat hen overstijgt. ‘Menselijke kunst blijft aan de grond gespijkerd zolang ze niet door een plotse ingeving op een hoger peil wordt gebracht’ (The Edge). Staat het publiek echter open voor hun ‘inspiratie’? Is er niet een tegenstelling waar te nemen tussen vorm en inhoud, medium en boodschap? De vraag rijst hier terecht. De woorden van de liederen worden vaak niet verstaan, laat staan begrepen en massa's jongeren gaan naar het concert gewoon om zich uit te leven. Wat fans tot U2 aantrekt is niet noodzakelijk de expliciete boodschap van de groep, wel de kracht van hun muziek. Maar staat die muzikale kracht los van de boodschap? Authentieke muziek brengt door middel van haar eigen kwaliteiten iets van de oorspronke- | |
[pagina 820]
| |
lijke bezieling over. Muziek is een taal. En naarmate deze taal rijper wordt, neemt de onvermijdelijke ambiguïteit van de muzikale vorm afGa naar voetnoot1. Is de muziek van U2 zuiver genoeg om die dubbelzinnigheid te overwinnen? De betekenis van een lied ontstaat in een context. Los van die context kan men alle kanten uit. Zoals de betekenis van een roman ontstaat in een creatief proces waaraan auteur en lezer bijdragen, zo groeit de betekenis van een lied in een samenspel tussen zanger (rockgroep) en luisteraar. Aan de kant van de toehoorder spelen affiniteiten en omstandigheden (b.v. het gezelschap van vriend of vriendin) een rol in de betekenis die een groep kan krijgen. De groep zelf beschikt over meerdere middelen om de bedoelingen van haar muziek verbaal en visueel te expliciteren. Verbaal: de woorden van de songs; interviews op TV, in magazines. Visueel: opbouw van het concert (met bewegingen, lichtshow, dia's...), videoclips, enz. Dit visualiseren en verwoorden verheldert de betekenis van de muziek en ontmaskert in sommige gevallen de futiliteit van een groep. Bij U2 vloeien muziek, beelden en woorden harmonisch in elkaar. Daarom is een concert van de groep zo'n belevenis. ‘Ik geloof steevast dat men op het podium staat om te geven en niet om te krijgen’ (Bono). En dat is hem aan te zien tijdens een optreden, wanneer hij bij voorbeeld voor hem bestemde drinkbekertjes aan gelukvogels op de eerste rij geeft. Of wanneer hij aan het eind van het concert een spotlight over het publiek laat dwalen. Hier is rock geen narcistische bezigheid van een handjevol spelers, maar muzikale ontvankelijkheid en overgave. Dit wordt prachtig verwoord in een stukje van Peter Wilcosz over Bono's manier van zingen (ik laat het omwille van de woordspelingen liever onvertaald): ‘He offers it, saying, “You too”. Until the concert I never got it. Bono and the band vanquish the barriers between band and audience. Music isn't just musicians, it's you too’. | |
Rock business en politiek engagementDe eerlijkheid van U2 wordt algemeen erkend. Toch mag men de vraag niet uit de weg gaan of hun sociale bewogenheid door hun inschakeling in de rock business niet ongeloofwaardig wordt. U2 is immers een rockgroep met alles erop en eraan, inclusief een heuse fan club. Hoe de platenindus- | |
[pagina 821]
| |
trie te werk gaat blijkt uit de lancering van hun jongste LP. Achter mekaar kwamen de voorafgaande single (en wel in drie uitgaven: gewone single, maxi-single en import), een reclamecampagne (in muziekbladen, Parijse metrogangen,...), de LP zelf en tenslotte de Europese tournee, volgens een marktstrategisch blijkbaar goed uitgedokterd plan. De hoge produktiekosten van deze plaat (met o.m. drie maanden studiowerk) en de vernieuwing van (U2's sound, waardoor vroegere fans misschien wat afgeschrikt zouden kunnen worden, verklaren de ijver van de platenfirma om het produkt aan de man te brengen. U2 zelf is zich van deze economische dwangmatigheden bewust. Wil men als rockgroep iets te zeggen hebben, dan kan men in de huidige omstandigheden niet buiten de harde business om. U2 probeert de mogelijkheden van het systeem tot het uiterste te benutten om hun eigen doel te bereiken. Of zij hun status als supergroep zullen kunnen uithouden zonder aan de gevaren van het vak te bezwijken (zoals velen voor hen, die idealistisch begonnen waren, denk aan The Clash), zal de toekomst moeten uitwijzen. De goede bedoelingen van de groep blijken uit hun steun aan Amnesfy International en hun medewerking aan een kerstplaat ten bate van Ethiopië (Band Aid, Do they know it's Christmas?, 1984, met medewerking van verschillende Engelse rocksterren en een opbrengst van meerdere miljoenen dollars). Maar kan een rockgroep het verder brengen dan goede bedoelingen en een stel ongevaarlijke maatschappijkritische slogans? Kan rock politiek relevant zijn, als men de werking van de kapitalistische vrijetijdsindustrie gadeslaat waar U2 toch ook in meedraait? De ‘revolutie’ in de zin van een daadwerkelijke ombouw van sociaal-economische structuren zal door rock wel niet onmiddellijk naderbij gebracht worden. Muziek is geen politiek. Maar rock zou wel mee kunnen helpen om de voorwaarden van een ingrijpende verandering te scheppenGa naar voetnoot2. Over de verhouding tussen muziek en politiek zijn uit de songs en interviews van U2 volgende punten af te leiden: 1. De groep stelt zelf dat zij geen ‘politieke muziek’ maakt. Zo is War een ‘emotionele plaat veeleer dan een politieke’. Rock is een uitroep, een schreeuw van verontwaardiging en verlangen, geen concreet actieplan. 2. U2 zet zich in voor pacifistische idealen en wijst op de uiteindelijke nutteloosheid van elke oorlog (‘There's many lost, but tell me who has won?’, Sunday bloody Sunday). Dit inzicht bevat geen politieke oplos- | |
[pagina 822]
| |
sing, wel een oproep aan politici (cfr. de vele protestsongs tegen de oorlog in Vietnam). 3. Zoals de woorden van een lied de betekenis van de muziek kunnen verduidelijken, kan de muziek de eenzijdigheid en strakheid van mooie theorieën helpen relativeren. Want woorden blijven ook maar een beperkt medium. U2 verzet zich tegen de ideologische verenging van godsdienstige en politieke partijen, zoals in Noord-Ierland. De werkelijkheid is immers ingewikkelder dan links of rechts, protestant of katholiek: ‘I don't know which side I'm on
I don't know my right from left
Or my right from wrong’ (Two hearts beat as one).
4. De gemeenschapsband tijdens een rockconcert kan ervaren worden als een soort kortstondige anticipatie van de utopische samenleving. ‘Rock'n'roll kan op een concrete wijze tot stand brengen wat politici slechts in theorie kunnen. Ik meen echt dat muziek de kracht bezit om muren neer te halen’ (Bono). 5. Voorwaarde voor sociale en politieke veranderingen is volgens U2 een inwendige bekering: ‘I can't change the world,
But I can change the world in me.
Rejoice’ (Rejoice).
Een uitspraak als deze kan gemakkelijk opgevat worden als een zelfgenoegzaam, wereldvreemd streven naar geluk. Je weet wel: ‘Verander de wereld. Begin bij jezelf’. U2 ziet echter de noodzakelijke bekering van het hart niet als een vlucht uit de wereld, maar als een ethische eis van bewustwording en engagement ten aanzien van de maatschappelijke problemen. Een waarachtig menselijke samenleving wordt maar opgebouwd door mensen die zich niet op hun eigen gelijk blind staren: ‘Angry words won't stop the fight.
Two wrongs won't make it right’ (Like a song).
Op hun manier verwoorden ze de evangelische oproep: ‘If I want to live,
I've got to die to myself someday’ (Surrender).
6. Op uitnodiging van de Ierse eerste-minister heeft Bono een tijdje deelgenomen aan een regeringscommissie i.v.m. werkloosheid. Voor hem een ontgoochelende maar leerrijke ervaring: je hoeft niet alles zelf te kunnen. ‘Als je bent waar je moet zijn en je weet dit in je hart, dan is dat de plaats van jouw engagement’. | |
[pagina 823]
| |
Sacraliteit en spiritualiteitRockconcerten hebben riten en symbolen ontwikkeld en kunnen de indruk wekken van een sacraal gebeuren rond de bijna priesterlijke figuur van de groep op het podiumGa naar voetnoot3. Mag men veronderstellen dat er wezenlijk zo iets als een sacrale dimensie tot ons menszijn behoort? Alleszins lijkt die dimensie in de rockwereld zowel regressief uitgebuit als positief geïntegreerd. Prince (onlangs in de belangstelling met Purple Rain) lijkt me een voorbeeld van het eerste - een mengeling van religieuze en seksuele dromerijen - en U2 van het tweede. Sacraliteit is zeker een aspect van hun concerten. Over hun optreden in Vorst verleden jaar oktober schreef Dirk Dauw in De Standaard: ‘U2 is beangstigend populair. De Ierse groep maakt zoveel emoties los bij zijn publiek dat een concert minder vandoen heeft met een optreden dan met een viering, een soort gemeenschapsfeest. Van het begin tot lang na het einde zwaaien de vuisten duizendvoudig door de lucht, wordt er luidkeels meegezongen en geven de vlammen van aanstekers een haast sacraal karakter aan het gebeuren’. Staat dit sacraal karakter in tegenspraak met U2's expliciet christelijke inspiratie? Me dunkt dat de aan het rockgebeuren eigen vorm van sacraliteit door deze groep in een authentieke spiritualiteit wordt opgenomen en overstegen. Zij cultiveren de rockrituelen en -symboliek niet in de richting van narcistische zelfverheerlijking of halfmythische goochelarijen, het ritueel wordt een taal van gave en overgave. Zij schenken zich weg, geven zich over aan hun publiek. Dat is de geest die hen bezielt. Over zijn godsdienstige overtuigingen vertelt Bono: ‘Ik ben niet echt katholiek. Het geloof in God is mij dierbaar, maar de godsdienst ben ik geneigd opzij te schuiven. Dat neemt niet weg dat ik een zekere vorm van geestelijk leven heb en geloofspunten die diep in mij verankerd zitten’. En elders: ‘Ik verwerp de gedachte van godsdienst zodra ze tot conflicten tussen individuen leidt. Kijk naar wat er in Ierland gebeurt: onzin’. In recente interviews maakt hij een onderscheid tussen gevestigde godsdienst en spiritualiteit: tot ideologie vernauwde godsdienst verdeelt, spiritualiteit doet leven. De spiritualiteit van U2 zou ik als volgt willen schetsen. Zij putten kracht uit hun geloof in God, waaruit ook een geloof in de mens voortvloeit. Wij zijn meer dan dieren, en niet door louter toeval op aarde verschenen, noch tot een even toevallig verdwijnen gedoemd. Onze geestelijke dimensie | |
[pagina 824]
| |
geeft ons een waardigheid die geen moordenaar ons kan ontnemen. Daarin ligt een ethische opdracht vervat. Geloof in Jezus Christus en oproep tot bekering en liefde horen in hun visie samen. Deze geest heeft hen geholpen om in de moeilijke momenten die zij persoonlijk en als groep gekend hebben het hoofd boven water te houden. Je kunt je huis op zand bouwen of op de rots, mijmert Bono. ‘It's only when a flood comes that you find out which is built on a rock’. Meer en meer is de groep gevoelig geworden voor de idealen van geweldloos verzet. Op de hoes van de single Pride (In the name of love) lieten ze een citaat van Martin Luther King afdrukken, dat precies de boodschap van hun muziek verwoordt: ‘I believe that unarmed truth and unconditional love will have the final word in reality. This is why right temporarily defeated is stronger than evil triumphant’. | |
U2-maniaDe gespecialiseerde pers heeft U2 in de loop der jaren voornamelijk twee onhebbelijkheden verweten: 1. Ze hebben te veel ambitie. 2. Bono preekt te veel. Inderdaad hebben ze van meet af aan hoog gemikt. Reeds bij het uitbrengen van hun eerste LP beweerde Bono: ‘Er is een soort vonk, een aantrekkingskracht die speciaal was bij de Stones, de Who en de Beatles, en ik denk dat dit ook geldt voor U2’. Zij hebben altijd ambitie gehad, uit overtuiging. ‘We nemen onszelf niet ernstig op, we nemen de muziek au sérieux’. Muziek is een taal met een boodschap, meer dan een lichtzinnig tijdverdrijf. U2 is de antithese van Michael Jackson en de huidige ‘U2-mania’ het bewijs dat jongeren voor ‘ernstige muziek’ open staan. Wat het preken betreft: sommige rock journalisten gaan er ogenschijnlijk nog steeds van uit dat rock per definitie met de christelijke boodschap niets te maken heeft. Omgekeerd volharden sommige christelijke publicisten in het oordeel dat rock des duivels is. U2 stelt beide kampen in het ongelijk. Sinds Psalm 40 op hun repertoire staat hebben ze de gewoonte elk concert met dat eeuwenoude lied te besluiten. De fakkel van menselijke hoop en goddelijk vuur wordt doorgegeven. |
|