Streven. Vlaamse editie. Jaargang 52
(1984-1985)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 163]
| |
Vietnam en Cambodja
| |
[pagina 164]
| |
met een oplossing voor de dag moeten komen. Overigens staat het volledig achter de ASEAN-eis, dat eerst alle Vietnamese troepen uit Cambodja weg moeten. In tegenstelling met de Amerikanen dringen de Westeuropese staten, vooral Frankrijk, erop aan dat de ASEAN-landen vrede sluiten met Hanoi. | |
Vietnams ASEAN-diplomatieErkenning van de Vietnamese controle over Cambodja en van het door Hanoi geïnstalleerde bewind van Heng Samrin door de ASEAN is het doel dat nu al jarenlang door de Vietnamese diplomatie wordt nagestreefd. De houding van de ASEAN is voor Vietnam in tweeërlei opzicht van belang: in de eerste plaats zijn het de ASEAN-landen die de kwestie-Cambodja op internationale bijeenkomsten steeds weer onder de aandacht brengen, en in de tweede plaats vreest Hanoi een nagenoeg volledig isolement in de eigen regio wanneer de ASEAN, als gevolg van de Cambodjaanse kwestie, zich meer op de Volksrepubliek China zou gaan oriënteren. Dit laatste lijkt momenteel overigens nogal onwaarschijnlijk gezien de meningsverschillen binnen de ASEAN zelf. Thailand en Singapore beschouwen Vietnam als de grootste bedreiging voor de stabiliteit in de Zuidoostaziatische regio, Maleisië en Indonesië zijn meer beducht voor een eventuele vergroting van China's invloed in het gebied, terwijl de Filippijnen min of meer een tussenpositie innemen. Onjuist lijkt de veronderstelling dat de ASEAN zou streven naar een volledige nederlaag van Vietnam in de kwestie-Cambodja; in ASEAN-kringen is men zich namelijk wel bewust van het belang van een krachtig Vietnam als tegenwicht tegen de Volksrepubliek China. Maar dat wil niet zeggen dat zij bereid zijn de Vietnamese overheersing van Cambodja als een voldongen feit te accepteren. Het ziet er dan ook niet naar uit dat Vietnam in staat zal zijn om de afwijzende houding van de ASEAN tegenover de Vietnamese aanwezigheid in Cambodja te wijzigen. De positie van Hanoi is er bovendien de afgelopen tijd niet beter op geworden. De Sovjetunie, Vietnams belangrijkste bondgenoot, ziet zich, bij haar pogingen tot vergroting van de eigen invloed in Zuidoost-Azië, ernstig belemmerd door de koele betrekkingen tussen Vietnam en de ASEAN-landen, en schijnt derhalve meer aan te dringen op een soepeler houding van Hanoi. Een bevriend regime in Phnom Penh is voor de veiligheidsbelangen van Hanoi van groot belang. Daarom getroosten de Vietnamezen zich zoveel moeite om het door hen geïnstalleerde bewind van Heng Samrin in het | |
[pagina 165]
| |
zadel te houden. Maar, zoals reeds gezegd, noch de veelvuldige campagnes tegen het gewapend verzet, noch de pogingen om een geregeld Cambodjaans leger op te bouwen, noch de vestiging van grote aantallen Vietnamezen op Cambodjaans grondgebied zijn er tot nu toe in geslaagd de positie van Heng Samrin in Phnom Penh helemaal veilig te stellen. Een verbetering van zijn betrekkingen met de ASEAN zou Vietnam niet alleen uit zijn isolement in de eigen regio halen, maar zou ook de deur kunnen openzetten voor betere relaties met het Westen, waarvan de economische hulp Hanoi zo goed van pas zou komen. Voorwaarde daartoe is echter wel een regeling van de kwestie-Cambodja, die meer inhoudt dan louter kosmetische verfraaiingen van de werkelijkheid van de Vietnamese bezetting. Een mogelijkheid zou zijn: de vorming van een regering van nationale verzoening in Phnom Penh, waarvan Norodom Sihanouk wel maar de Rode Khmer geen deel zouden uitmaken. Tot op heden zijn er evenwel nog geen tekenen die wijzen op een bereidheid van Hanoi om aan de wensen van de ASEAN tegemoet te komen. De vraag blijft of Vietnam nog steeds vasthoudt aan de gedachte dat het in de kwestie-Cambodja geen concessies zal doen, omdat het zich zowel tegenover de ASEAN-landen als tegenover de Chinese Volksrepubliek geen tekenen van zwakheid of toegevendheid kan veroorloven, of dat de Vietnamezen toch op zoek zijn naar een verandering van hun positie, gebaseerd op de een of andere vorm van overeenstemming met de ASEAN-statenGa naar voetnoot1. | |
ASEAN en China: wederzijdse argwaanDe Maleise minister van buitenlandse zaken, Chazali, bezocht einde juni Peking naar aanleiding van het tienjarig bestaan van de diplomatieke betrekkingen tussen Maleisië en de Volksrepubliek China. De verhouding tussen beide landen blijft echter belast met geschilpunten. Zo weigert de Chinese regering te beloven dat zij geen steun meer zal verlenen aan de in Maleisië verboden communistische partij en haar guerrillastrijders. Zij gaat uit van de verplichting tot morele en politieke steun aan de communistische rebellen in Zuidoost-Azië. Wel verzekerde de Chinese minister van buitenlandse zaken, Wu Xueqian, zijn gasten uit Maleisië, dat Peking thans alle Chinezen in het buitenland aanmaant, niets te ondernemen wat strijdig is met de belangen van hun gastland of nieuwe vaderland. Voor | |
[pagina 166]
| |
Koeala Loempoer klinken deze woorden echter hol, want de Maleise legerleiding meent te weten dat Peking de top van de Maleise Communistische Partij eens per maand uitnodigt voor een bespreking van de situatieGa naar voetnoot2. De Volksrepubliek China wil haar invloed op de thans snel in aantal slinkende communistische opstandelingen in Zuidoost-Azië behouden, uit vrees dat deze rebellen, mocht Peking eenzijdig de banden verbreken, automatisch in de armen van Hanoi en Moskou worden gedreven. In de meeste Zuidoostaziatische hoofdsteden deelt men die zorg echter niet. Volgens de Maleise oud-premier Hoessein Onn vormt de Volksrepubliek China en niet de Sovjetunie het grootste gevaar voor Azië, en deze mening wordt ook gedeeld door premier Lee Koean Yew van Singapore en president Suharto van Indonesië. Zij herinneren zich nog maar al te goed hoe China in de jaren zestig onder Mao Zedong onrust in Zuidoost-Azië zaaide. Djakarta en Singapore weigeren daarom nog steeds diplomatieke betrekkingen met Peking aan te gaan. Het ziet er niet naar uit dat ze hiertoe binnenkort zullen overgaan; onlangs werd te Djakarta het ambassadegebouw van de Chinese Volksrepubliek afgebrokenGa naar voetnoot3. Koeala Loempoer beperkt zijn diplomatieke contacten met Peking tot het hogere niveau. Chinese matrozen mogen in Maleisië niet aan land gaan, en Chinese kunstenaars en sportlieden worden evenmin toegelaten. Ook op handelsgebied wil Maleisië de contacten inperken. Vele van deze punten worden in de gesprekken met Peking openlijk besproken. Momenteel toont de Volksrepubliek China zich op politiek terrein tot compromissen bereid. Voorts onderstreept het zijn bereidheid tot sterkere economische samenwerking, waarbij ook bepaalde militaire overwegingen een rol spelen. Dit bleek bij het laatste bezoek van generaal Arthit, de legerleider van Thailand aan PekingGa naar voetnoot4. De relaties tussen de Volksrepubliek en Thailand zijn sinds de Vietnamese inval in Cambodja wat verbeterd, en de Cambodja-politiek van de ASEAN-landen strookt in hoge mate met China's belangen. De Indonesische bezorgdheid hierover wordt in Thailand niet gedeeld. Onlangs werd Bangkok zelfs verkozen tot zusterstad van Peking. Hoewel de beide staten niet veel gemeen hebben was de symboliek van deze stap veelbetekenend. Dat Hanoi die begrepen had, bleek uit de protesten die Arthits bezoek aan Peking ontlokte in de Vietnamese media. Dit vermag de Thailands-Chinese toenadering echter niet af te rem- | |
[pagina 167]
| |
men; volgens de jongste berichten overweegt Bangkok zelfs de aankoop van Chinese verkenningsvliegtuigenGa naar voetnoot5. | |
In het drijfzand van Cambodja weggezakt?Zinkt het Vietnamese leger weg in het drijfzand van Cambodja? Zijn de Vietnamese leiders zich bewust van de gevolgen op langere termijn van dit conflict voor de economie van hun land? Er is onbetwistbaar iets nieuws te constateren op het militair toneel. Het droge seizoen, dat medio juni ten einde liep, was eertijds gunstig voor grote offensieven van de Vietnamezen, maar thans erkent kolonel Tran Cong Man in de Vietnamese legerkrant dat de verzetstrijders hun acties tegen Siem-Réap en Battambang, de twee strategische steden in West-Cambodja, hebben geïntensiveerd. De veiligheid van Phnom Penh acht hij overigens niet bedreigd omdat de Cambodjaanse hoofdstad te diep in het binnenland ligtGa naar voetnoot6. Al willen de Vietnamese leiders niet van grote problemen spreken, hun schattingen van het aantal tegenstanders komen overeen met die van Westerse deskundigen: ongeveer 30.000 Rode Khmers, 5.000 aanhangers van Son Sann en 2.000 van prins Sihanouk. Het grote doel, de eliminatie van de strijdkrachten van Pol Pot, werd tijdens de laatste operaties (in mei en juni) niet bereikt omdat ze zich op het grondgebied van Thailand kunnen terugtrekken, zo wordt in Hanoi toegegevenGa naar voetnoot7. De Vietnamese aanval op het hoofdkwartier van de troepen van Son Sann te Amfil, medio april, is eveneens op een betrekkelijke mislukking uitgelopen. Het Vietnamese ministerie van buitenlandse zaken zegt dat de Vietnamese troepen de aanval niet hebben willen doorzetten, teneinde de burgerbevolking te sparen, maar de Cambodjaanse nationalisten gewagen van een grote overwinning op de bezettingstroepen. Tenslotte zijn de waarnemers verrast door het uitblijven van een operatie tegen Tatum, het hoofdkwartier van de troepen van prins Sihanouk. In Hanoi merkt men op dat deze troepen geen serieuze militaire bedreiging vormenGa naar voetnoot8, maar opnieuw duikt de vraag op of de Vietnamezen misschien toch Norodom Sihanouk willen ontzien. | |
[pagina 168]
| |
De geleidelijke terugtrekking van Vietnamese troepen uit Cambodja lijkt een discutabele zaak te worden. Men wil afwachten welke hulp Pol Pot van de Volksrepubliek China zal krijgen en hoe de thans zeer gespannen situatie aan de Chinees-Vietnamese grens zich zal ontwikkelen. Gemeenschappelijke Russisch-Vietnamese manoeuvres aan de Vietnamese kust wekken verontrusting onder de Westerse diplomaten te Hanoi. Ze zien er een antwoord in aan China, aangezien de Chinezen in het verleden Vietnam altijd via de zee hebben aangevallen. De Vietnamese leiders zelf echter trachten deze indruk weg te nemen en zeggen in dit verband soms verrassende dingen: dat de intensiteit van de Chinese propaganda tegen Vietnam de laatste maanden is afgenomen en dat het Chinese beleid op zijn minst op ondergeschikte punten gewijzigd isGa naar voetnoot9. De weg naar de socialistische economie is lang. Een groot probleem voor de Vietnamese leiders is, hoe de gewone man voor onzekere en ver verwijderde doeleinden warm te maken als hij in Hanoi slechts twee weken kan leven van zijn maandloon van 280 dong. In de bespreking te Hanoi van de gevolgen van de Cambodjaanse crisis voor de economische situatie treedt haast onmerkbaar ook enige verandering op. Vice-premier Tran Phuong geeft thans toe, dat voor een land in opbouw de verplichting tot de zending van troepen naar een ander land een zware last voor de plaatselijke economie vormt. Vietnam, dat nu reeds 57 miljoen inwoners heeft, zal in het gunstigste geval, na een volledige modernisering van de landbouw, niet meer dan 70 miljoen mensen kunnen voeden. De COMECON heeft, aldus Tran Phuong, Vietnam geen enkele oplossing voor zijn fundamentele problemen geboden. Vietnam zal zich tot de Westelijke landen moeten wendenGa naar voetnoot10. Tegen welke prijs? De Vietnamese regering denkt aan een door onderhandelingen bereikte oplossing voor Cambodja, mits de veiligheid van Vietnam gewaarborgd blijft. De ministers van buitenlandse zaken van de ASEAN-landen hebben in mei op hun laatste bijeenkomst echter moeten constateren dat de Indonesische inspanningen om tot zo'n akkoord te komen geen enkel succes hadden geboektGa naar voetnoot11. | |
[pagina 169]
| |
Een uitweg uit de impasse?Vijf jaar na de Vietnamese invasie in Cambodja heeft Vietnam - ondanks scherpe internationale kritiek en verzet van guerrillastrijders van de Rode Khmer en andere nationalistische groeperingen - de controle over Cambodja weten te behouden. Het zou echter voorbarig zijn de huidige impasse in Cambodja als permanent te beschouwen. Vietnam is vrijwel geheel afhankelijk van economische en militaire steun van de Sovjetunie. Verstoken van bijna elke internationale bijstand (met uitzondering van de Sovjetunie, Zweden, Frankrijk en India) zijn de vooruitzichten voor een opleving van de Vietnamese economie zeker niet rooskleurig. Het door de Vietnamezen in Cambodja geïnstalleerde satellietregime blijft onbetrouwbaar. Naarmate Cambodja zich herstelt van de terreur van het regime-Pol Pot, krijgt het Cambodjaanse nationalisme geleidelijk weer de overhand. Zelfs als Vietnam - in tegenstelling met de Amerikaanse strijdkrachten in Vietnam in het verleden - op militair vlak zegeviert, verliest het thans toch de politieke strijd om Cambodja. De aanslepende economische crisis in Vietnam en de militaire en politieke patstelling in Cambodja stemmen de landen van de ASEAN hoopvol, dat Vietnam vroeg of laat zal willen onderhandelen over een compromisregeling over Cambodja. De voornaamste kenmerken van een dergelijke compromisregeling zullen moeten zijn: een geleidelijke terugtrekking van Vietnamese strijdkrachten uit Cambodja, ontwapening van alle Khmerfacties, de vorming van een interimregering teneinde het land met internationale steun te kunnen regeren en tenslotte vrije verkiezingen onder toezicht van de Verenigde Naties. Cambodja zal de status van een neutrale staat moeten aanvaarden. Men zal niet gemakkelijk overeenstemming kunnen bereiken over de details van de regelingen. Is men het echter eenmaal eens over de fundamentele kwesties en zien de voornaamste partijen, met name de ASEAN-landen, Vietnam en de Volksrepubliek China, in dat de overeenkomst in hun eigen belang is, dan zullen de regelingen uiteindelijk ten uitvoer kunnen worden gebracht. De Verenigde Staten lijken het meest aangewezen land om als bemiddelaar op te treden. Zij zullen echter moeilijk te bewegen zijn om een leidende rol op het Indochinese politieke toneel te spelen. Toch zou een bemiddelende rol van de VS in de kwestie-Cambodja en een meer tegemoetkomende houding ten aanzien van Vietnam alleen maar in het belang van de VS zijn. De weg voor een historische verzoening tussen Vietnam en de VS zou kunnen worden geplaveid en een bitter hoofdstuk uit de Amerikaanse geschiedenis zou wellicht kunnen worden afgesloten. Bovendien zouden de belangen van de VS in dit deel | |
[pagina 170]
| |
van de wereld veilig gesteld kunnen worden. Een toenadering tussen de VS en Vietnam zou in Zuidoost-Azië zeker in goede aarde vallen. De VS onderhouden thans nauwe politieke en economische betrekkingen met elk van de ASEAN-landen. Hun betrokkenheid bij de veiligheid van met name Thailand hebben zij herhaaldelijk bevestigd. De Vietnamese leiders zullen dit ter harte hebben genomen. Een meer actieve rol in het proces zou de Vietnamese leiders thans misschien ertoe kunnen bewegen in een compromisregeling voor Cambodja toe te stemmen. Tot dusver heeft de Amerikaanse regering verklaard dat zij zich in de kwestie-Cambodja aansluit bij de beleidslijn van de ASEAN-landen. In de praktijk evenwel moest de Amerikaanse regering, bij de formulering van haar beleid ten aanzien van de kwestie-Cambodja, ook rekening houden met haar wereldomvattende belangen, waarvan ook haar betrekkingen met de Sovjetunie en de Volksrepubliek China deel uitmaken. Er staat veel op het spel in Cambodja. De ontwikkelingen in dat land kunnen de toekomstige politieke oriëntatie van Zuidoost-Azië bepalen. Als Vietnam - ondanks de oppositie van de ASEAN-staten, China en de landen van de Pacific - er tenslotte toch in slaagt het huidige marionettenregime in Cambodja te consolideren, zou het ook wel eens andere, soortgelijke initiatieven in de regio kunnen ontplooien. Dat zou niet zozeer betekenen dat Vietnam in wezen ‘expansionistisch’ is: Vietnam zou alleen maar de leninistische gedragslijn volgen. Om die reden alleen al kunnen de landen van de ASEAN niet toestaan dat Vietnams opzet slaagt. Maar een zwak Vietnam kan duidelijk alleen maar instabiliteit in het gebied veroorzaken. De landen in de regio zullen eerder gebaat zijn bij een welvarend Vietnam, dat zich afzijdig kan houden van de conflicten tussen de grote mogendheden en dat zich, in harmonie met andere landen van Zuidoost-Azië en het gehele gebied van de Pacific, met inbegrip van de Chinese Volksrepubliek, kan wijden aan zijn economische ontwikkeling. De VS, Japan en andere geïndustrialiseerde landen zullen dan wel moeten zorgen dat deze optie voor Vietnam mogelijk blijktGa naar voetnoot12. | |
Het Vietnam-trauma van de VSIn de tien jaar die zijn verstreken sinds de terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Vietnam is de rol van de VS op het Indochinese conti- | |
[pagina 171]
| |
nent van steeds minder betekenis geworden. Samen met de Volksrepubliek China en de ASEAN-landen hebben de VS getracht druk uit te oefenen op Vietnam en het land te isoleren. Blijkbaar bestaat er in de VS de behoefte om Vietnam te laten boeten voor een aantal zonden die het volgens Washington sinds 1973 heeft begaan: de schending van de akkoorden van Parijs tussen 1973 en 1975, de vestiging van de Socialistische Republiek Vietnam in 1976 na de hereniging met het Zuiden, de invasie in Cambodja, de uitwijzing uit Vietnam van honderdduizenden Chinezen, de vestiging, begin 1979, van de Volksrepubliek Kampuchea geleid door president Heng Samrin en het geven van aanzienlijke invloed aan de Sovjetunie in Vietnam. Momenteel wordt met name de kwestie van de Amerikaanse krijgsgevangenen en vermiste personen door de VS zeer hoog opgenomen. Ook de oorlogvoering met chemische en bacteriologische wapens tegen de Hmong-minderheid in Laos en de Khmer-dissidenten langs de Thais-Cambodjaanse grens, waarvan de Sovjetunie wordt beschuldigd, de kwestie van de mensenrechten en de vluchtelingen blijven de gemoederen in Washington beroeren. Tot dusver hebben de VS tegen Vietnam de volgende maatregelen afgekondigd: geen normalisatie van de betrekkingen tenzij op bepaalde voorwaarden, waarvan de terugtrekking van Vietnamese troepen uit Cambodja de belangrijkste is, het niet verlenen van hulp aan Vietnam en Cambodja en visumbeperkingenGa naar voetnoot13. Het Vietnamese denken wordt beheerst door de Volksrepubliek China en door de dreiging die van dit land voor geheel Zuidoost-Azië heet uit te gaan. Thailand wordt gezien als het eerste slachtoffer van het Chinese expansionisme, een visie waarvan de Vietnamese leiders beweren dat ze door de ASEAN-landen wordt gedeeld. Ongetwijfeld overdrijven de Vietnamezen op dit punt. De ASEAN-landen blijven unaniem van mening dat van een modus vivendi met communistisch Indochina geen sprake kan zijn als Vietnam niet eerst zijn bezetting van Cambodja opheft. Vietnam staat echter op het standpunt dat de tijd daarvoor nog niet rijp is. Over een paar jaar, zo wordt beweerd, als de structuur en de instellingen van Vietnam sterk genoeg zijn en de coalitie van Khmer-groeperingen aan kracht zal hebben ingeboet kan een gedeeltelijke, zo niet algehele terugtrekking in overweging genomen worden. Maar ook dan zal Cambodja een Vietnamees protectoraat blijven en dienen als bufferzone tegen de veronderstelde dreiging vanuit het Westen. Economische druk zal hierop, naar alle waarschijnlijkheid, niet van invloed kunnen zijn. | |
[pagina 172]
| |
Op dit moment ziet het ernaar uit dat de VS niet veel te winnen hebben bij een normalisatie van de betrekkingen met Vietnam, maar op de langere termijn zouden andere overwegingen een rol kunnen gaan spelen. Het huidige Amerikaanse en ASEAN-beleid zal geen veranderingen in Vietnam kunnen bewerkstelligen en evenmin kunnen bijdragen tot de opheffing van de Vietnamese bezetting van Cambodja. De huidige politiek van de ASEAN en de VS, gericht op de bezetting van de zetel in de Verenigde Naties door de Khmercoalitie, lijkt dan ook een doodlopende weg te zijn. Er wordt bovendien geen rekening gehouden met de mogelijkheid van een toenadering tussen de Sovjetunie en de Volksrepubliek China, die geheel andere verhoudingen in Indochina tot gevolg zou kunnen hebbenGa naar voetnoot14. Zonder meteen de betrekkingen met Vietnam geheel te normaliseren, zouden de VS kunnen nagaan of Vietnam bereid is de vestiging van een Amerikaans verbindingskantoor in Hanoi te aanvaarden, waarmee de Vietnamezen de indicatie zou worden gegeven dat de VS in de toekomst de betrekkingen zouden willen normaliseren, zonder daaraan de voorwaarde van een algehele Vietnamese terugtrekking uit Cambodja te verbinden. Voorts zouden de VS enkele strafmaatregelen kunnen verzachten en vooral de tot nog toe gevolgde koers met betrekking tot de bezetting van de zetel in de Verenigde Naties (door vertegenwoordigers van het Pol Potregime) kunnen bijstellen in de richting van de zogeheten open zetel-optie voor Cambodja. Tenslotte lijkt een open dialoog met de Volksrepubliek China over de kwestie-Cambodja alleszins gewenst. |
|