Streven. Vlaamse editie. Jaargang 52
(1984-1985)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 68]
| |
Doodsstrijd van het Marcos-regime?
| |
Twee communistische oppositie-bewegingenEen onderzoek van het communisme op de Filippijnen wijst uit dat men een onderscheid dient te maken tussen het op de Volksrepubliek China georiënteerde marxistisch-leninistische communisme en het op de Sovjetunie georiënteerde traditionele communisme. De thans ondergronds opererende Marxistisch-Leninistische Filippijnse Communistische Partij (FCP-ML), die op 7 januari 1969 ontstond uit de oorspronkelijk in 1930 opgerichte Filippijnse Communistische Partij (waarvan de ontwikkeling stagneerde), is een zeer uitzonderlijke beweging in Zuidoost-Azië. Zij is de enige zuiver autochtone communistische beweging in de regio die op echte sympathie van de bevolking kan rekenen en een zeer grote aanhang in universitaire kringen heeft, waaruit ook haar voornaamste leiders zijn voortgekomen. De leiders van de oorspronkelijke, in 1930 opgerichte, Filippijnse Communistische partij, die sedert 1951 gevangen zaten, werden in 1969 in vrijheid gesteld. Wat nog van hun partij overgebleven was oriënteerde zich meteen geheel op de Sovjetunie en voerde voortaan de naam Traditionele Filippijnse Communistische Partij (FCP-T). In tegenstelling tot de Marxistische-Leninistische FCP wil deze partij haar legaliteit niet door gewapende confrontatie maar langs parlementaire weg verkrijgen. | |
[pagina 69]
| |
De Marxistisch-Leninistische FCP onthoudt zich van elke overdreven propaganda. Zij boekt slechts beperkte successen, heeft een tekort aan wapens en maakt daar trouwens geen geheim van. Het Nieuwe Volksleger, de militaire tak van deze ondergrondse partij, heeft met name veel volgelingen onder de Filippijnse katholieken, die zich met deze guerrillero's meer verwant voelen dan met het Filippijnse regime. De leiders van de partij erkennen dat zij zeker twintig jaar nodig zullen hebben om de strijd te winnen. Het Democratisch Front daarentegen (opgericht door de Traditionele Filippijnse Communistische Partij met de bedoeling alle politieke groeperingen die zich tegen het regime van president Marcos verzetten, samen te bundelen) ontwikkelt zich, zowel in de steden als op het platteland, voorspoedig. Het zou op den duur een werkelijke bedreiging voor de stabiliteit van het Filippijnse bewind kunnen worden. De banden die de Traditionele Filippijnse CP met de Sovjetunie onderhoudt, zouden voor het Filippijnse regime wel eens veel gevaarlijker kunnen zijn dan de guerrilla-activiteiten van de Marxistisch-Leninistische CP. De Traditionele Filippijnse CP functioneert als een nagenoeg wettelijk geoorloofd instrument dat ten behoeve van de Sovjetunie een wakend oog op de Amerikaanse bases in de Filippijnen kan houden. Sedert begin 1981 schijnt de Sovjetunie deze partij ook financieel te steunen. Er zijn aanwijzingen dat dit volgzaam instrument van Moskou ook reeds is geïnfiltreerd in de Filippijnse vakverenigingen, studentenkringen en zelfs in het regeringsapparaat. Het is niet denkbeeldig dat de Sovjetunie thans bezig is de eerste, werkelijk van haar dogma's doordrongen Filippijnen te vormen, waardoor een nieuw gevaar voor het toch al zo bedreigde land zou ontstaanGa naar voetnoot1. | |
Guerrilla en verkiezingenTijdens de verkiezingscampagne in de Filippijnen werden meer dan zestig soldaten van het regeringsleger in hinderlagen gelokt en gedood door het Nieuwe Volksleger (NPA), de gewapende vleugel van de Marxistisch-Leninistische FCP. Deze partij had een intensivering van de gewapende strijd in 1984 toegezegd. Ook is een nauwere samenwerking tussen de platte-landsguerrillastrijders en hun frontorganisaties in de steden te verwachten. | |
[pagina 70]
| |
Over de werkelijke kracht van het Nieuwe Volksleger heerst veel onzekerheid. President Marcos heeft het communistische verzet altijd als een motief gehanteerd om zichzelf buitengewone bevoegdheden toe te eigenen en om het Filippijnse leger te versterken. Tegelijk laat hij zich altijd kleinerend uit over de effectiviteit van het Volksleger. Het is echter onmiskenbaar dat het Nieuwe Volksleger in kracht toeneemt en aan sympathie wint bij de plattelandsbevolking, vooral na de moord op Benigno Aquino verleden jaar. Volgens het Centraal Comité van de Marxistisch-Leninistische FCP is het aantal leden tussen 1980 en december 1983 verdrievoudigd tot 30.000. Uit goed ingelichte bronnen verneemt men dat het aantal - aparte - guerrillafronten is toegenomen van 28 tot 45 en dat het aantal soldaten van het Nieuwe Volksleger, exclusief de plaatselijke dorpsmilities, van 8.000 tot 20.000 is aangegroeid. Vanuit het bergachtige gebied in Noord-Luzon en Samar is het Nieuwe Volksleger doorgedrongen in grote delen van Centraal- en Zuid-Luzon en de bergen van Noord- en Zuid-Mindanao. Ook op de eilanden Negros en Panay heeft het de laatste tijd aan invloed gewonnen. In vele van deze gebieden werden vrijwel geen verkiezingen gehouden; in Samar werden op de verkiezingsdag 427 stembussen door het Volksleger gekaapt. In streken rond een communistisch kamp, onlangs bezocht door Guy SacerdotiGa naar voetnoot2, zijn volgens plaatselijke bewoners helemaal geen verkiezingen geweest. De aantrekkingskracht van het Nieuwe Volksleger op het achterland is in de eerste plaats het gevolg van de verwaarlozing van deze uiterst arme gebieden door de centrale regering. De kloof tussen arm en rijk is er opvallend groot. De meeste boeren zijn pachters die tenminste de helft van hun produktie aan de landeigenaar moeten afstaan. Leden van het Nieuwe Volksleger moedigen deze boeren aan om zich te organiseren om betere arbeidsvoorwaarden te verkrijgen. In de laatste jaren krijgen de bewoners bovendien bescherming van het Volksleger tegen militair machtsmisbruik. Het Nieuwe Volksleger heeft vooral behoefte aan wapens. Nog steeds is de belangrijkste manier om die te verkrijgen: het in een hinderlaag lokken van de regeringstroepen, met name van de paramilitaire gendarmerie-eenheden. De regering reageert daarop met nog meer troepen te zenden, wat dan weer de excessen in de hand werkt die door de plaatselijke bevolking zo gevreesd worden. Als volksbeweging heeft het Nieuwe Volksleger nog een lange weg te gaan. De steden en omliggende gebieden blijven meestal onder controle van het | |
[pagina 71]
| |
leger. De Marxistisch-Leninistische
Het motief tot verhoging van de activiteiten van het Nieuwe Volksleger is in wezen van strategische aard: de communisten van de Marxistisch-Leninistische richting hopen dat de regering-Marcos scherp zal reageren, maar dat tegelijk het grotere aantal actieve guerrillafronten het vermogen van de overheid zal verkleinen om haar troepen in een of twee gebieden te concentreren. Dat zou de positie van het Nieuwe Volksleger versterken, zodat het zijn invloed kan blijven uitbreiden en meer contacten kan leggen in de stedelijke gebieden. Volgens generaal Fabian Ver, de stafchef van het Filippijnse leger, willen de Marxistisch-Leninistische communisten de steden omsingelen. Hij erkende dat de uitbreiding van het Nieuwe Volksleger inderdaad het uiterste vergde van het militair vermogen om alle tactische operaties effectief te beantwoorden, maar verklaarde dat het leger eveneens enige nieuwe strategieën in petto hadGa naar voetnoot4. | |
[pagina 72]
| |
Of de activiteiten van zowel de Marxistisch-Leninistische FCP als de Traditionele FCP al dan niet een belangrijke politieke factor zullen worden, hangt voor een groot deel af van de visie van de Filippijnse bevolking op Marcos' beleid en op de nieuwe situatie na de verkiezingen. Die verkiezingen hebben de parlementaire meerderheid van president Marcos intact gelaten. Maar ondanks de straffe regie van deze alleen in naam vrije verkiezingen kon het regime niet verhinderen dat de oppositie opmerkelijke successen boekte. | |
Controverse over de Amerikaans-Filippijnse betrekkingenDe huidige instabiele politieke situatie op de Filippijnen bedreigt het voortbestaan van de uiterst belangrijke militaire bases van de Verenigde Staten op de Filippijnen. Dat zijn de luchtmachtbasis Clark en de marinebasis Subic. Het verlies daarvan zou een zeer gevaarlijke verzwakking van de strategische positie van de VS in de Indische Oceaan en de Perzische Golf betekenen. De moord op Aquino heeft ook in de VS tot een controverse over de betrekkingen tussen de VS en de Filippijnen geleid. President Reagan heeft onder druk van de internationale publieke opinie en van de aanhoudende demonstraties in de Filippijnen zijn voor november 1983 geplande reis voor onbepaalde tijd uitgesteld. Voor de VS is president Marcos een belangrijke bondgenoot en zijn regime wordt - hoewel het verzet daartegen in de VS toeneemt - krachtig door Washington gesteund. Van 1898 tot 1946 waren de Filippijnen de enige echte Amerikaanse kolonie. Sinds 1947 bestaat tussen de VS en de Filippijnen een overeenkomst die de VS militaire faciliteiten op de Filippijnen verleent en om de vijf jaar vernieuwd moet worden. De laatste vernieuwing vond plaats op 1 juni 1983 en geldt voor de periode 1985-1989. Gedurende die periode betalen de VS voor het gebruiksrecht van de militaire bases en installaties 900 miljoen dollar: 475 miljoen ontwikkelingshulp voor projecten die veelal in de naaste omgeving van de bases worden opgezet, en 425 miljoen militaire hulp, waarvan 125 miljoen bestemd is voor directe militaire hulp, terwijl een bedrag van 300 miljoen dient als krediet voor militaire aankopen. Vergeleken met het memorandum over de bases van 1979, waarbij de Filippijnen 500 miljoen dollar werd toegezegd, behelst de laatste vernieuwing een aanzienlijke verhogingGa naar voetnoot5. | |
[pagina 73]
| |
Het belang dat Amerika aan de bases op de Filippijnen hecht, heeft ertoe geleid dat het zich van de Filippijnse binnenlandse politieke ontwikkelingen distantieerde. De initiatieven van de Amerikaanse regering, om democratie, politieke mededinging en bescherming van de mensenrechten op de Filippijnen aan te moedigen, bleven beperkt. De nadruk van de VS op hun militair-strategische belangen in de Filippijnen en de daarmee gepaard gaande steun aan het regime van president Marcos hebben het imago van de VS bij de gematigde elementen van de Filippijnse oppositie geschaad. Steeds meer oppositieleiders eisen de beëindiging van de Amerikaanse rechten op militaire bases. Ook in de VS zelf gaan stemmen op die aandringen op een alternatieve oplossingGa naar voetnoot6. De bases zouden weliswaar vervangbaar zijn, maar het verlies ervan zou militair-strategisch toch een ingrijpende maatregel zijn. De Amerikaanse regering zal prioriteit moeten verlenen aan een beleid waardoor zij de binnenlandse politieke ontwikkelingen in de Filippijnen zou kunnen beïnvloeden. Eigenlijk had zij reeds haar opstelling ten aanzien van de parlementaire verkiezingen op 14 mei 1984 en van de gematigde elementen in de Filippijnse regering moeten bepalenGa naar voetnoot7. Een betere verdeling van de economische en militaire hulp die de VS voor het gebruiksrecht van de bases bieden, had er mogelijk toe kunnen bijdragen de binnenlandse situatie te stabiliseren. De economische hulp wordt voornamelijk gebruikt in gebieden rond de Amerikaanse bases. Noch de regering-Reagan, noch de regering-Carter hebben prioriteit gegeven aan een beter gespreide distributie ervan. Een bepaald bedrag van de militaire hulp zou ook kunnen worden gebruikt voor een Amerikaans-Filippijns luchtverdedigingssysteem om de bases te beschermen. De luchtverdediging is minimaal en door de introductie van Russische backfire bommenwerpers in het Verre Oosten neemt de kwetsbaarheid van de bases toeGa naar voetnoot8. In strategisch opzicht zullen de bases in de Filippijnen voor de VS in de naaste toekomst van vitaal belang blijven voor het behoud van hun strategische positie in het westelijk deel van de Stille en de Indische Oceaan. Van een juiste benadering van de binnenlandse Filippijnse problemen zal derhalve voor de VS veel afhangen. | |
[pagina 74]
| |
Leven zonder MarcosDe formulering van een beleid ten aanzien van politieke ontwikkelingen die gepaard gaan met machtsoverdracht in landen met autoritaire regimes waarmee de VS vriendschappelijke banden onderhouden, blijft voor de Amerikaanse regering een delicate aangelegenheid. Daar de meeste landen waar dit probleem rijst voor de VS van strategisch belang zijn - dit geldt ook voor de Filippijnen - wordt aan de benadering van deze ontwikkeling door de Amerikaanse regering een zeer groot gewicht toegekend. Het ligt voor de hand te veronderstellen, dat de Amerikaanse regering intussen ook wel tot de slotsom gekomen is dat de dagen van het regime van president Marcos hoe dan ook zijn geteldGa naar voetnoot9. Een voortijdige afzetting van president Marcos zou kunnen leiden tot een chaotische situatie, die de Amerikaanse militair-strategische belangen ten zeerste zou kunnen schaden. Er zijn gegronde redenen om aan te nemen dat de Amerikaanse diplomatie zal kunnen bijdragen tot een ordelijk verloop van de machtsoverdracht en een vreedzame normalisering van de binnenlandse politieke situatie. De vraag is alleen: hoe zou dit moeten gebeuren? Tot dusver hebben de VS met een voorzichtig beleid getracht te voorkomen dat dezelfde fouten werden gemaakt als in het verleden tijdens de regering-Carter in Iran en Nicaragua. Thans zouden extreme opties, zoals het aanmoedigen van een burgeroorlog of het verbreken van de banden met Marcos vóór zijn eventuele aftreden, inderdaad dezelfde repercussies kunnen uitlokken als destijds respectievelijk in Iran en Nicaragua. De meest verleidelijke optie zal voor de VS misschien wel zijn om voorlopig niets te doen. Zowel Marcos als zijn tegenstanders zouden deze tactiek echter verkeerd kunnen uitleggen, namelijk als steun aan een beleid van onderdrukking tegen een gematigde oppositie. De polarisatie zou bovendien kunnen opgedreven worden en het geweld zou kunnen toenemen. De meest ideale benadering zou zijn dat president Reagan alsnog een bezoek brengt aan Manila om door zijn aanwezigheid een aanvaardbaar programma voor machtsoverdracht te bekrachtigen dat van tevoren reeds door Amerikaanse functionarissen zou zijn uitgewerkt. Op die manier zou de regering-Reagan rechtstreeks en op positieve wijze bijdragen tot een proces van ordelijke politieke machtsoverdracht. In dat proces zou Marcos nog als ‘vriend’ moeten worden benaderd, aangezien hij een betrouwbare bondgenoot van de VS is geweest in politieke en strategische aangelegenheden die ertoe hebben | |
[pagina 75]
| |
geleid dat het machtsevenwicht in Oost-Azië werd gevestigd. Het doel van de Amerikaanse interventie zou voornamelijk moeten zijn Marcos ertoe te bewegen alles in het werk te stellen om een burgeroorlog - waarvan de dreiging zeker bestaat - af te wenden. De grote meerderheid van de Filippijnse bevolking heeft vermoedelijk nog enig vertrouwen in de VS. Het Filippijnse leger bevat bovendien nog een kader van verantwoordelijke beroepsofficieren - afgestudeerd in West-Point - dat belast zou kunnen worden met toezicht op eerlijke verkiezingen als dit mandaat wordt gegevenGa naar voetnoot10. Kortom, de mogelijkheid voor een ordelijke machtsoverdracht, met bemiddeling van de VS, is zeker aanwezig. Men zou kunnen aanvoeren dat een dergelijke rechtstreekse betrokkenheid met de binnenlandse aangelegenheden van de Filippijnen in strijd is met de gangbare internationale regels van niet-inmenging. De betrekkingen tussen de VS en de Filippijnen zijn echter uniek en de Amerikaanse invloed in de Filippijnen is bijzonder groot. De VS hebben in het verleden redenen genoeg gevonden voor inmenging in binnenlandse aangelegenheden van andere landen. Zeer goede redenen zijn er zeker om dat nu in de Filippijnen te doen, want daar staan voor de VS aanzienlijke strategische belangen op het spel. |
|