Streven. Vlaamse editie. Jaargang 52
(1984-1985)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |||||||||||||
Johannes Paulus II
| |||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||
kaar op een diep en eerlijk niveauGa naar voetnoot1. Als afronding werd besloten tot de oprichting van een ‘Interdiözesanes Pastoralforum’, gedeeltelijk opgevat naar het model van het Vlaamse IPB. Doch meteen begonnen de moeilijkheden. Het Vaticaan vreesde een herhaling van de ‘Nederlandse ziekte’. Insiders vertellen dat de nuntius van oordeel was: ‘De Zwitsers zijn nog erger dan de Nederlanders’. Vooral het plan om een permanent interdiocesaan overlegorgaan op te richten zat de Romeinse instanties dwars, en Paulus VI in eigen persoon verzette zich ertegen. Dank zij de krachtdadige tussenkomst van de bisschoppen en de goede wil van de paus werd tenslotte een compromis bereikt: het ‘Pastoralforum’ zou periodiek samengeroepen worden. De eerste keer gebeurde dat in december 1978 in Einsiedeln. Het tweede Forum zou plaatsvinden tijdens het bezoek van de paus dat voor 1981 voorzien was, maar door de moordaanslag op de paus moest | |||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||
worden uitgesteld. Het ging door in november 1981 in Lugano en behandelde op een betrekkelijk onbevredigende wijze het urgente probleem van ambten en bedieningen. Intussen was de aandacht immers verschoven naar het debat omtrent de nieuwe indeling van de bisdommen, o.m. dat van Genève-Lausanne-Fribourg, die op hevig verzet van de Geneefse protestanten stootte. | |||||||||||||
Zwitserland:Bevolking: 6.365.960 inwoners (1980); talen: Duits (65%), Frans (18,4%), Italiaans (9,8%), Retoromaans (0,8%), andere (6%); vreemdelingen: 6,1% (1950), 17% (1974, recordjaar).
Religieuze indeling: roomskatholieken: 3.030.069; protestanten: 2.822.266 (zonder de vreemdelingen zouden er 50% protestanten en 44% katholieken zijn); oud-katholieken: 16.571; andere christelijke gemeenten: 99.571; moslims: 16.353 (1970); andere godsdiensten: 52.105; zonder religie: 241.551; zonder aanduiding: 69.097 (volgens gegevens van de volkstelling 1981).
Kerkelijke indeling (katholieken): 6 bisdommen, ongeveer 1.800 parochies.
Politieke indeling: 26 kantons en ongeveer 3.000 gemeenten.
Gemengde huwelijken: voor 100 huwelijken tussen twee katholieke partners in Zwitserland waren er 53 confessioneel gemengde huwelijken in 1960, 84 in 1978, 92 in 1981 (in de stad Zürich respectievelijk 97, 131 en 128).
Polarisatie: voor rekening van de Zwitserse televisie stelde een publieke opinieonderzoek o.m. de volgende vraag: ‘Binnen de katholieke kerk zijn er twee tegengestelde stromingen: een progressieve stroming, vertegenwoordigd door b.v. H. Küng, en een integristische stroming, vertegenwoordigd door bisschop Lefebvre. Welke verkiest u?’ De katolieke antwoorden luidden als volgt:
N.B. De jongeren interesseerden zich bitter weinig voor het hele probleem. Het probleem van de ambten bleef echter acuut. De feiten spreken inderdaad voor zichzelf. In 1970 waren er in Zwitserland 132 parochies zonder priester; in 1980 reeds 257. In het uitgestrekte bisdom Basel zullen er in 1985 nog 326 priesters zijn voor 529 parochies. In 1980 maakten de leken er reeds 23% uit van de full-time pastors. Hun aantal neemt voortdurend toe en in de theologische faculteiten van Luzern, Chur en Fribourg worden zij samen met de seminaristen opgeleid. De Zwitserse kerk wordt echter niet alleen met een toenemend priestertekort en met een sterk verlangen naar een meer participatieve kerkvorm geconfronteerd. Steeds meer gelovigen bekritiseren wat men het ‘Zwitserse kapitalisme’ kan noemen: de wijd verspreide negatieve houding tegenover gastarbeiders, het bankgeheim dat van het land één grote kluis maakt voor o.m. de miljarden van staatshoofden-rovers uit de Derde Wereld, de bewapeningspolitiek en het verzet tegen een statuut voor gewetensbezwaarden, de betrekkelijk beperkte inzet voor de onderontwikkelde landen, het melkpoederschandaal van de multinational Nestlé, enz. De jongeren worden daarenboven steeds ongeduldiger tegenover de traagheid die de oecumenische beweging typeert, o.m. inzake gemengde huwelijken en intercommunio, ook al vergeten zij gemakkelijk de toch wel grote verschillen die specifiek bestaan tussen calvinisme en zwinglianisme enerzijds en katholicisme anderzijds. Vervolgens krijgt de hele Zwitserse samenleving, traditioneel zo onbeweeglijk, af te rekenen met de emancipatie van de vrouw. Tenslotte zijn er de jongeren, waarvan velen tastend zoeken naar de levenszin tussen de twee polen van anarchie (denken we aan de jeugdrevoltes in Zürich en elders) en van unidimensioneel hedonisme naar Skandinaafs model. Ook in Zwitserland staat het jonge gezin onder zware druk (echtscheidingen, ongehuwd samenwonen nemen snel toe, ook in de kleinere steden). Een groot gedeelte van de leeftijdsgroep 24-45 jaar dreigt | |||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||
a-kerkelijk te worden: de gemeenten waar nauwelijks de helft van de kinderen gedoopt wordt nemen hand over hand toeGa naar voetnoot2. Dat is, ruw geschetst, de achtergrond waartegen het pausbezoek van juni ll. gesitueerd moet worden. We willen er hier slechts enkele hoofdlijnen van belichten. Albert Longchamp, hoofdredakteur van het Geneefse Choisir, vatte het optreden van de paus bondig samen als volgt: dynamisch en open wat buitenkerkelijke, sociale problemen betreft, behoudend en repetitief inzake binnenkerkelijke vragen. Herder Korrespondenz (juli 1984, pp. 329-341) betitelde zijn dossier over het pausbezoek: ‘Freimütige Eidgenossen - ein charmanter und harter Papst’. Alain Woodrow 's artikel in Le Monde (9.6.84) droeg als titel. ‘Le voyage de Jean-Paul II en Suisse a été marqué par la franchise et la fermeté’. De paus bedoelde vooral te bevestigen en te bemoedigen. De bisschoppen, die het bezoek rondom eucharistie-vieringen organiseerden, wilden er vooral een gebedsmoment van maken. | |||||||||||||
MaatschappijkritiekHerhaaldelijk wees de paus in vriendelijke, maar duidelijke bewoordingen op het gevaar van inkapseling in de eigen veilige neutraliteit. In een gemoedelijke viering te Fluëli, heimat van de heilige Broeder Klaus, wees hij op de vredestaak van de Confederatie en vroeg de horizont te verruimen: ‘Maakt de zorgen van andere volkeren tot uw eigen zorgen en biedt hen over de grenzen heen een helpende hand, ook wat betreft uw staatsstructuren en uw financiële middelen’. In zijn toespraak tot de vertegenwoordigers van vastenacties, missiewerken en kerkelijke administratie wees hij erop dat men niet enkel hulp moet geven aan de Derde Wereld, maar ook de oorzaken van de armoede moet proberen weg te werken: ‘Wie tot de gegoeden behoort moet denken aan de “sociale hypotheek” die roept om privé, kerkelijke en publieke hulp’. Tijdens zijn ontmoeting met de gastarbeiders kon men hem tussen de regels door de Zwitserse xenofobie horen hekelen. | |||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||
KerkopvattingWanneer men de verschillende toespraken van paus en bisschoppen doorneemt, valt het op dat het eigenlijke accent op de kerkopvatting lag. De centrale term die de Zwitserse bisschoppen in hun rapport voor de paus gebruikten was de collegialiteit. Zij accentueerden de behoefte aan open dialoog ‘tussen Petrus en Paulus’, vroegen meer ruimte voor verscheidenheid en decentralisatie en lieten horen dat zij echt ‘gehoord’ willen worden. Een typisch incident kan dit illustreren. Markus Fischer, de woordvoerder van de Duitssprekende clerus, bekritiseerde met medeweten en goedkeuring van de bisschoppen in Einsiedeln de pauselijke nuntius, die Rome slecht informeert. De bisschoppen zelf klaagden in hun rapport over de vele brieven die buiten hen om naar Rome gaan en daar geloofd worden. Een nuntius die na een verblijf van 13 jaar nog geen Duits kent en vele tijdschriften het leven zuur maakt, is natuurlijk niet de meest geschikte ‘gezant’. Dat vond ook de vertegenwoordiger van de Italiaanse clerus in Zwitserland: ‘Tenslotte mag men wensen dat vele beslissingen inzake de plaatselijke pastoraal aan de bevoegdheid van de bisschoppen-conferentie worden overgelaten, zij kent onze problemen beter uit persoonlijke ervaring. Dan zouden sommige gedragswijzen die uitsluitend door pastorale zorg zijn ingegeven, niet zo gemakkelijk als misbruiken of ongehoorzaamheid worden veroordeeld’. Reeds eerder, in september 1982, bij het ad limina-bezoek te Rome, had bisschop Mäder (Sankt Gallen) zich bij de paus onomwonden uitgelaten over de behoefte aan meer ruimte voor de plaatselijke inspraak: ‘...De Zwitsers zijn taaie democraten. Zij willen zelf op elk vlak beslissen... De keerzijde van de medaille is dat zij achterdochtig staan tegenover hen van wie ze vermoeden dat ze teveel macht hebben’Ga naar voetnoot3. Ook Johannes Paulus II beklemtoonde de collegialiteit in zijn toespraak tot de bisschoppenconferentie. Maar hier lag het accent niet op de pool van de particuliere kerk, maar op die van de universele kerk: ‘Daarom betekent over collegialiteit spreken uw volledige solidariteit met het hoofd van het college der bisschoppen beklemtonen...’ en verder: ‘De eenheid met de bisschop is de absolute voorwaarde voor de houding van gelovige katholieken. Ook kan men niet beweren mét de paus te zijn zonder tevens met de met hem verbonden bisschoppen te zijn, noch met de bisschoppen te zijn zonder het hoofd van het bisschoppencollege te eerbiedigen’. Zijdelings verdedigde de paus hiermee tegelijk het Zwitserse | |||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||
episcopaat tegen bisschop Lefebvre, wiens bekende seminarie zich te Ecône in de Valais bevindt, maar ook zijn eigen apostolische brief Familiaris Consortio, geschreven naar aanleiding van de Synode over het gezin (1980), waarmee de meeste Zwitsers zich niet akkoord verklaren op punten als contraceptie en echtscheiding (al zweeg de paus in Zwitserland over ethische problemen inzake seksualiteit). Men ontkomt echter niet aan de indruk dat de grond van de spanningen tussen de H. Stoel en het Zwiterse episcopaat onverminderd voortbestaat (b.v. inzake inzet van leken-pastores, priestercelibaat, algemene biechtviering met absolutie, enz.). Na het gesprek van de paus met de bisschoppen gaf Mgr. Schwery, de voorzitter van de bisschoppenconferentie, dan ook een sober en veelzeggend commentaar: ‘La discussion a bien démarrée’Ga naar voetnoot4. Men kan inderdaad niet loochenen dat in vele delen van de kerk de spanning tussen de bisschop van Rome en de particuliere kerken op de postvaticaanse dynamiek blijft wegen en waarschijnlijk het kruis is zowel van de paus als van de bisschoppen. Sommigen zien hierin de hoofdreden voor het immobilisme dat de huidige kerkfase typeertGa naar voetnoot5. In elk geval heeft de paus de Zwitserse bisschoppen uitgenodigd om in het najaar naar Rome te komen met het oog op een gesprek over de onopgeloste vragen en actuele spanningen. Sommigen zien hierin een eerste stap naar een bijzondere Zwitserse synode naar het model van de Nederlandse bijzondere synode (Rome, begin 1980), met als doel de Zwitserse bisschoppen weer meer op één lijn met Rome te brengen. Op een desbetreffende vraag van de journalisten wees bisschop Schwery deze mogelijkheid met klem van de hand. Hoe echter de democratische Zwitsers zich uit deze nieuwe impasse zullen redden, valt af te wachten. | |||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||
Binnenkerkelijke vragenDe echte hete hangijzers zijn dezelfde als die door de Synode '72 waren aangeraakt. Weken voor het pausbezoek had de parochiale raad van de Sankt-Anton-parochie in Luzern, het zeer katholieke hart van het land, een petitie voorbereid waarbij gevraagd werd het ambt open te stellen voor de vrouw en het celibaat optioneel te maken voor de priesters. Al hadden zowel de pastorale raad van het kanton Luzern als bisschop O. Wüst (Basel) zich van de aangewende methode duidelijk gedistantieerd, o.m. omwille van de harde toon van deze ‘open brief aan de paus’, toch erkenden beiden dat er onmiskenbaar een probleem is. De raad besliste immers zelf een brief te schrijven aan de bisschop om zijn inzet voor de wijding van gehuwde mannen te herbevestigen. De vraag naar meer openheid voor de wijding van vrouwen en voor het optionele celibaat kwam opnieuw ter sprake in de ontmoetingen van de paus met de jongeren in FribourgGa naar voetnoot6 en in Einsiedeln. In Fribourg werden de afgevaardigden van de Zwitserse katholieke vrouwelijke jeugd onderbroken met geroep en gefluit door de meisjes van ‘Comunione e Liberazione’, een uit Italië afkomstige centrum-rechtse beweging, waarvan men weet dat zij het vertrouwen van de paus geniet. De paus zelf toonde enige openheid voor de vraag naar meer ruimte voor de vrouw in de kerk tijdens zijn ontmoeting met de Raad van de Federatie der protestantse kerken in Zwitserland in Kehrsatz. Zo zei hij aan Margrit Stucky-Schaller, die de gereformeerde kerk vertegenwoordigde: ‘Wij moeten ons ernstig afvragen of de vrouw in de kerk en in de maatschappij nu reeds de plaats heeft, voorzien door de Schepper en Verlosser en of haar waardigheid en haar rechten op bevredigende wijze erkend worden’ Ga naar voetnoot7. Het duidelijkst waren echter de officiële woordvoerders van de Italiaanse en vooral van de Duitse clerus in Einsiedeln. Hun teksten waren voorbereid op basis van een enquête bij de priesters en vooral na ruggespraak tussen de bisschoppen en de priesterraden. De tien punten die Markus Fischer voordroeg kwamen hierop neer: 1. De bisschoppenconferentie dient geherwaardeerd te worden. 2. Ook de plaats van de leken verdient herwaardering. 3. Met grote zorg wordt de vraag gesteld: vraagt eenheid eenvormigheid? 4. De nuntius moet Rome objectiever informeren. 5. ‘Wij zijn ervan overtuigd dat de H. Geest niet slechts via decreten spreekt, maar ook via het pelgrimerende Godsvolk.’ 6. Meer achting wordt gevraagd | |||||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||||
voor wat leken, ook vrouwen, presteren in de catechese en in het apostolaat in het algemeen. 7. ‘Heilige Vader, wees blij met ons wanneer de basis van de kerk in Zwitserland begint te handelen. (...) Wij lijden eronder dat de verschillende diensten en nieuwe “ambten”, die - naar onze opvatting door de charismata van de H. Geest - ontstaan zijn door Rome niet erkend worden of sceptisch worden bekeken.’ 8. Een moedige stap voor de hele kerk in deze richting zou zijn: de wijding van gehuwde mannen. ‘Het celibaat is een zeer menswaardig goed, maar moeten wij ons niet afvragen of ook het ja aan het huwelijk een sprekend teken zou kunnen zijn van de bereidschap tot volle kerkelijke dienst, zoals dit in de eerste tijden van de kerk positief werd opgevat? Waarom heeft de Heer Jezus de schoonmoeder van Petrus genezen?’. 9. ‘Een oprechte zorg betreft de integratie van de vrouw in het ambt van de kerk, b.v. het diaconaat van de vrouw.’ 10. ‘Er is nog iets, Heilige Vader. Wanneer wij met onze vreugde en zorg bij U mogen zijn, denken wij als priesters aan onze medebroeders die het ambt verlaten en wier laïcisering onmogelijk wordt gemaaktGa naar voetnoot8. Ik moet nu wat dit punt betreft zwijgen, opdat U mij beter zou verstaan. Zwijgen is een harde taal. Wij zouden liever het gesprek voortzetten en de hand reiken in plaats van een vuist te maken in onze broekzak. Wij zouden U willen bemoedigen stem in onze kerk te zijn en willen Uw stem draagkracht helpen geven. Wij zijn er als priesters van overtuigd dat wij geen zekerheid kunnen bieden. Maar de boodschap van Christus daagt ons uit tot openheid. Met dit symbolisch geschenk zouden wij U onze bereidschap en goede wil willen betuigen. Ik dank U heel hartelijk dat ik U dit heb mogen zeggen.’Ga naar voetnoot9 Toen gaf Fischer een grote open veiligheidsspeld aan de paus als teken dat je eerst moet opendoen voor je veilig kunt sluiten. Voor de bijeenkomst waarop Fischer deze toespraak hield, waren ongeveer 120 priesters door de priesterraden gekozen of gedelegeerd. Maar Opus Dei, waartoe in Zwitserland een tiental priesters behoort, wist het, met medewerking van de nuntius, op het allerlaatste ogenblik, buiten het weten van de bisschoppen, klaar te spelen dat alle priesters de indruk kregen dat ze mochten komen. Zo gebeurde het dat er naast de 120 aangeduide priesters ongeveer even veel priesters aanwezig waren die niet uitgenodigd of gedelegeerd waren. Kennelijk waren daar ook Spaanssprekende niet-Zwitsers bij. Fischers toespraak werd door hen herhaaldelijk onder- | |||||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||||
broken door boe-geroep: telkens als de paus in zijn genuanceerd en vaag gehouden antwoord woorden sprak die duidelijk afweken van wat Fischer had gezegd, onderstreepten de Opus Dei-leden dat met applaus. Aldus kwam de bestaande polarisering nog eens duidelijk aan het licht. Achteraf verklaarde de voorzitter van de Bisschoppenconferentie dat dit voorval de bisschoppen buitenspel had gezet. Voor de Romeinse Curie scheen dit de normaalste zaak van de wereld te zijn. In zijn antwoord richtte de paus zich tot de priesters ‘die door hun medebroeders zijn afgevaardigd’, maar ook tot hen ‘die spontaan naar hier gekomen zijn’Ga naar voetnoot10. De paus pleitte voor de identiteit van de priester. In zijn toespraak tot de vertegenwoordigers van de pastorale raden en katholieke organisaties maakte hij een scherp onderscheid tussen het apostolaat van de leken (die deelhebben aan het apostolaat van de hiërarchie) en het apostolaat van het ambt. Al sprak hij zich onomwonden uit tegen de ‘laïcisering’ van priesters en de ‘klerikalisering’ van leken, toch moedigde hij de leken aan die voltijds in kerkelijke dienst staan. Niet alleen ambtsvragen kwamen aan bod. De woordvoerder van de Italiaans-Zwitserse priesters wees op de pijn van de echtgescheidenen die de sacramenten willen ontvangen en op het belang van gemeenschappelijke boetediensten met algemene absolutie als volwaardige vergiffenisritus. In een land waar de protestanten haast even talrijk zijn als de katholieken, is de behoefte aan vooruitgang van de oecumene een dagelijkse ervaring. Jean-Pierre Jornot, voorzitter van de Raad van de Evangelische Kirchenbund, stelde dan ook de centrale vraag: ‘Wij bevinden ons in een fase tussen de tot het verleden behorende absolute scheiding en de nog niet bereikte volledige eenheid. Hoe moeten wij daar leven en vorm aan geven?’. Het was de vraag naar de mogelijke intercommunio (‘communion partagée’) in het kader van een ‘communion provisoire’ van de kerken. De paus reageerde hierop met een fundamentele stellingname: ‘De volledige overeenstemming in het geloof is de voorwaarde voor het voltrekken van een gemeenschappelijke eucharistieviering, die werkelijk authentiek en waarachtig wil zijn’. Op de meeste van de toen gestelde vragen ging de paus echter niet onmiddellijk in. Wel zei hij tot de bisschoppen: ‘Vele van deze vragen en problemen moeten zonder bevredigende oplossing blijven, dat volgt uit de eigen aard van deze problemen zelf.’ Waarop Rolf Weibel, de editorialist van Kirche, reageerde: ‘Wenn die Kirche in der Schweiz Lösungen für denk- | |||||||||||||
[pagina 41]
| |||||||||||||
bar hält, müsste sie dem Papst solche Lösungen nicht nur vorschlagen, sondern argumentativ vortragen. Der Papstbesuch brachte so an den Tag, dass entweder die Ortskirche Schweiz zur Lösung solcher Probleme noch keinen wirklichen Beitrag geleistet oder dass die Weltkirche sich mit einem solchen Beitrag noch nicht wirklich auseinandergesetzt hat’. | |||||||||||||
NabeschouwingenDit bezoek moet in een Zwitserse context gesitueerd worden. Zwitsers zijn wars van elke vedettencultus en van massamanifestatiesGa naar voetnoot11. Insiders menen daarom dat de nawerking niet erg diepgaand zal zijn. Het bezoek heeft de latente polarisering in Zwitserland manifest gemaakt. Het heeft echter ook de Zwitsers geleerd dat binnen de Zwitserse kerk zelf het gesprek met de protestanten heel wat moeilijker is dan men oppervlakkig vermoedde. Een goede waarnemer zei me in Genève: ‘La fête est finie’, en hij voegde eraan toe: ‘Wij zijn bang voor de nakende gesprekken in Rome. In feite gaf de paus geen echte antwoorden op de hem gestelde vragen. Alle impasses blijven. Men zit vast tussen twee theologieën, die van Vaticanum II en Synode '72, en die van de paus die niet duidelijk is. Wat zal er in het najaar gebeuren?’ Wel zijn de bisschoppen noch verdeeld noch bevreesd. Als echte pastors zijn zij door de Synode '72 gegroeid naar diocesane collegialiteit. In Rome zullen zij trachten duidelijk te maken dat echte bisschoppelijke collegialiteit niet hetzelfde is als een ‘gallicanisme suisse’, wat sommigen hen verwijten. Verder zullen zij de vorming van leken-theologen en leken-pastores voorstaan, die samen met toekomstige priesters in de seminaries gevormd worden. Tenslotte kunnen zij niet achteruit met betrekking tot de rechten van de vrouw in de kerk. Zoals in de Chinese wereld, in Afrika en Zuid-Amerika gaat het in de Zwitserse kerk fundamenteel én om geloofsverdieping én om een inculturatieprobleem, doch deze keer niet in een niet-Westerse situatie, maar midden in het hart van een snel veranderend Europa. |
|