Streven. Vlaamse editie. Jaargang 51
(1983-1984)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1006]
| |
De Engels-Nederlandse Van Dale
| |
[pagina 1007]
| |
spraak, frequentie... en een grote keuze aan vertaalmogelijkheden; er zit nog een aparte spreekwoordenlijst bij (waarnaar in de lemmata verwezen wordt), een maten-en-gewichten-tabel, en vooral een bijzonder handig opgevat grammaticaal compendium (Prof. dr. X. Dekeyser), een soort verwijzingsgrammatica waar je in een mum van tijd een probleem (de juiste keuze van een relatiefpronomen b.v.) kan lokaliseren en behandeld zien, compleet met verhelderende en contrastief relevante voorbeeldzinnen. Zoals de hele reeks is de EVD een synchroon woordenboek. Dat wil zeggen dat het gaat om hedendaags Engels. Nu is het Engels een taal die voortdurend in beweging is: nieuwe woorden of uitdrukkingen vinden ingang; vaktaaltermen worden in de gewone taal opgenomen (denk maar aan input, output, interface). Dat maakt het de lexicograaf natuurlijk niet gemakkelijk. Daarbij komt dat het Engels de eerste taal van een 300 miljoen mensen is, de tweede taal van ongeveer evenveel anderen en, althans in het westen, de taal van de wetenschap, de economie en de technologie, of men dat nu wil of niet. Het is bovendien de taal van de populaire muziek en de jeugdcultuur. Een inventaris van het hedendaagse Engels moet in het ideale geval een heel gamma registers - van computerese tot slang - en geografische varianten en leefwerelden - van Australië tot Noord-Amerika over Azië, Europa, Afrika en West-Indië - bestrijken. Het ligt voor de hand dat de samenstellers een selectie moesten maken. Ze kozen voor het Britse (BE) en het Amerikaanse Engels (AE), de twee varianten die op het ogenblik domineren (weerom, of men dat nu wil of niet). De EVD is overigens het eerste vertaalwoordenboek waar men het Amerikaanse Engels naar mijn gevoelen echt op gelijke voet heeft willen behandelen als het Britse Engels. Zo'n poging kan alleen maar worden toegejuicht. Omdat het een nieuwigheid is, ga ik er wat uitvoeriger op in. | |
AmericanaHet grammaticaal compendium besteedt evenzeer aandacht aan Britse als Amerikaanse mogelijkheden. De uitspraakverschillen tussen RP (Received Pronunciation) en GA (General American) worden er systematisch uitgelegd, terwijl bij de afzonderlijke lemmata die verschillen ook in de transcriptie aangegeven worden. Zelfs heel eenvoudige dingen, zoals het zogeheten ‘t-flapping’, het ‘dikker’ uitspreken van de t (bijna d) in bijvoorbeeld butter worden aangeduid. Voorts is er een grondige poging ondernomen om Amerikaanse woordenschat in het bestand op te nemen. Zo vind ik hier wel (en niet in mijn oud woordenboek) gewone Amerikaanse woor- | |
[pagina 1008]
| |
den als anchor man (eindredacteur en lezer van een nieuwsuitzending), condominium (flatgebouw met koopflats, koopflat), garage sale (uitverkoop van persoonlijke goederen bij eigenaar thuis), doggie bag (tas of zak om het restant van een maaltijd in een restaurant mee naar huis te nemen), club sandwich (club sandwich, drie sneetjes brood met vleeswaren, ei en salade), of bus(s)ing (busvervoer, i.h.b. busvervoer van kinderen naar geintegreerde scholen). Dat zijn stuk voor stuk heldere vertalingen of omschrijvingen. Bij apple staat er ook leuk The Big Apple (= New York) en bij Madison Avenue vind ik: principes/methoden van het Amerikaanse reclamewezen. Als je in Amerika gaat ontbijten en men vraagt je of je het gebakken eitje sunny-side up wil, dan vertelt de EVD je dat het gaat om aan één kant gebakken eieren, spiegeleieren. Bij de vraag of je je omelet light and fluffy wil, laat de EVD evenwel verstek gaan: fluffy is er alleen donzig of pluizig, terwijl er ook iets als luchtig had moeten staan (overigens lijkt me dat niet eens typisch AE). Bij T-bone geeft mijn oud woordenboek, ‘T-vormig been in karbonade’, maar dat helpt niet zoveel, als T-bone eigenlijk biefstuk van de rib is, wat de EVD dan ook geeft. Ook vind ik woorden als tortilla (Mexicaanse dunne platte (vnl. maïs)koek) of sushi (Japans gerecht van rijst en rauwe vis) terug. Voor iemand die nooit in de VS geweest is, lijken dat misschien on-Amerikaanse en exotische dingen, maar in werkelijkheid zijn ze er erg populair; ze maken deel uit van de gewone woordenschat, en horen dus thuis in de EVD. De EVD neemt ook enkele in het AE tot soortnaam geworden merknamen op zoals laundromat (wasserette) of band-aid (wondpleister), maar ik mis sanka (instant cafeïne-vrije koffie) en jacuzzi (een soort wervelbad dat al jaren erg in trek is). Die dingen durven wel eens voorkomen in moderne romans of kortverhalen, en het is dan toch prettig ze te kunnen identificeren. Ik vind ook flink wat met AE gemerkte ‘vieze’ of ‘platte’ woorden (blow job, jerk off, motherfucker...) die elders ontbreken, en toch wel van nut zijn bij het lezen van moderne Amerikaanse literatuur. Bij het nakijken van mijn lukraak lijstje Americana, vind ik toch wel enkele onvolkomenheden. Zo is het wellicht goed te weten dat, als men je uitnodigt op een potluck(dinner) in de VS, dat een feestje is waar de gasten zelf een of ander gerecht meebrengen, maar dat vind ik niet zo duidelijk in de EVD waar er bij potluck alleen de algemene betekenis staat: ‘eten wat de pot schaft’. Ik krijg ook weinig hulp bij het opzoeken van movie of TV tie-in, een boek dat naar aanleiding van de film of TV-serie wordt uitgegeven. De overigens correcte betekenis, ‘verkoop van twee of meer artikelen om de minder gangbare aan de man te brengen’, verdient aanvul- | |
[pagina 1009]
| |
ling of tenminste voorbeeldmateriaal. Trouwens de Britse uitgever Penguin gebruikt al jaren het woord tie in op zijn fondslijsten. Bij het lemma green vind ik (terecht) green card met de evenwel verkeerde verklaring, ‘visum voor Mexicaanse gastarbeiders’, terwijl het in werkelijkheid gaat om een Permanent Residence Permit dat ook door u en mij aangevraagd moet worden als we in de VS willen blijven wonen. Dat is een ernstige flater, en allicht is de Amerikaanse actualiteit - problemen met illegale Mexicaanse immigranten - daar niet vreemd aan. Eerlijkheidshalve vermeld ik dat ik in dat verband wel uitdrukkingen als illegal alien (onwettig immigrant, onder het lemma alien) en wetback (illegale Mexicaanse gastarbeider die b.v. de Rio Grande is overgezwommen) wel vind. | |
EigentijdsEigentijds Engels veronderstelt een heleboel termen uit het hedendaagse politieke en economische leven. Ook daar scoort de EVD erg hoog. Ik vind als hoofdwoord of bij de voorbeelden termen als austerity measure (versoberingsmaatregel), tax haven (belastingparadijs), tax shelter (aftrekpost), prime rate (laagste rentevoet waartegen bij een bank geld geleend kan worden), redundancy pay (afvloeiingspremie), grassroots (uit de basis), gunboat diplomacy (machtspolitiek), shuttle diplomacy (pendeldiplomatie)... Reaganism (rechts, conservatief beleid) staat er zelfs in, maar niet het meer gebruikte Reaganomics, en ook niet moral majority (een soort pressiegroep van rechtse moraalridders in de VS). Bij dergelijk politiek jargon kan men zich natuurlijk afvragen hoe lang het meegaat en hoeveel ervan in een vertaalwoordenboek moet. Ik heb de indruk dat de samenstellers van de EVD doorgaans opteerden voor beter te veel dan te weinig woorden. Ook wat de problematiek rond de Euromissiles aangaat, geeft de EVD de woordenschat: cruise missile, second strike (vergeldings-aanval), overkill (overdreven (gebruik van) vernietigingspotentieel), MIRV (Multiple Independently Targetable Reentry Vehicle); en onder het lemma nuclear vind ik zelfs nuclear freeze (kernwapenstop). Voorts vond ik nog breakfast television, workaholic (met de synoniemenreeks: werkidioot, werkverslaafde, arbeidsmaniak, workaholic), acid rain (zure regen), prime time (zendtijd met de grootste luister/kijkdichtheid op radio/TV), high-tech, coffee-table book (salontafelboek), en het uit de Japanse en macro-biotische keuken stammende bean curd (tofu). Ik mis nochtans food processor, het gewone woord voor keukenrobot of -machine, en het niet eens zo recente press run voor oplage. Letterwoorden staan er in grote getale | |
[pagina 1010]
| |
in: START en S.A.L.T. (dit laatste ietwat inconsequent met punten), AWACS, AIDS (Acquired Immunity Deficiency Syndrome), NOW (National Organization for Women) enz. Het verbaasde me dat CPU (Central Processing Unit, het brein van de computer) er niet in stond, maar dat komt omdat er een drukfoutje gemaakt werd: er staat CPV. Jammerlijk genoeg zitten er in de EVD meer van die storende zetfouten. Wat de taal van de technologie aangaat, speelt een Engels vertaalwoordenboek haast de rol van een verklarend woordenboek: de uit het Engels afkomstige terminologie wordt vaak gewoon overgenomen in de eigen taal, maar verklarende woordenboeken lijken ze maar heel langzaam te accepteren als deel van het eigen taalgebruik. Men moet dan zijn toevlucht nemen tot vertaalwoordenboeken. De EVD lijkt vrij goed op die behoefte in te spelen. De samenstellers gaan er bijvoorbeeld prat op een hele reeks woorden uit de computertaal te hebben opgenomen. Van een lijstje computerwoorden uit The International Herald Tribune (‘Glossary of Basic Terms for a User's Technical Vocabulary’, 25 oktober 1983) vind ik als hoofdwoorden in de EVD: bit, byte, chip, computer, memory, software, ROM, RAM, BASIC en FORTRAN. Een reeks andere kan ik reconstrueren via de samenstellende woorden: data base management (EVD geeft data base), disk en tape drive (EVD geeft disk, geheugenschijf, en natuurlijk ook tape en drive; voorts als voorbeeld ook floppy disk, diskette), baud rate (EVD geeft baud). Dat lijkt me een goede score voor een woordenboek dat tenslotte geen vakwoordenboek wil zijn. Een slordigheid is allicht het ontbreken van COBOL, terwijl de andere computertalen wel vermeld worden, en misschien hadden ports (de kanalen waarlangs een computer gegevens ontvangt en uitzendt) of modem (het toestel dat de elektronische signalen van de computer omzet in klanken die via een telefoonlijn verspreid kunnen worden, en omgekeerd, klank in signalen) er ook net bijgekund. Mijn lijstje geeft ook de leuke woordspeling nibble voor half a byte, maar vermeldt erbij dat dat alleen van belang is voor een computermaniak, a hacker. Bij mijn weten heeft hacker toch wel ingang gevonden in het moderne Engels, en had mischien toch in de EVD gekund, maar die geeft dan weer wel computernik in die betekenis. | |
Uitvoerig en overzichtelijkEen woordenboek moet echter niet alleen een zo volledig mogelijke inventaris geven, het moet die inventaris ook overzichtelijk voorstellen. De | |
[pagina 1011]
| |
EVD lijkt daar goed in geslaagd te zijn. Wat de ingangen zelf aangaat, vindt men in de alfabetische volgorde niet alleen gewone woorden, maar ook sommige typen woordgroepen (zoals de in het Engels veel voorkomende en hierboven meermaals vermelde naamwoord + naamwoord-constructie); afkortingen en letterwoorden; onregelmatige werkwoordsvormen (voor iemand die niet zo vertrouwd is met het Engels een grote hulp), samentrekkingen (I'll, she's, we've...). Voorts de gebruikelijke affixen (-ly of re-) maar ook woordstukjes zoals -happy (bezeten door, zoals in gold-happy), -boned (met botten of beenderen, zoals in strongboned) of prone (geneigd zoals in strike-prone), wat handig is, want die woordstukjes zijn nog altijd produktief. Over de geheel nieuwe, duidelijke lemma-opbouw hoef ik niets meer te zeggen: die is hier in de vroegere besprekingen van de Franse en Duitse Van Dale al voldoende geprezen. Zelf vind ik die cijfer-punt-cijfercode vooral bij uitvoerige lemmata erg handig. De hele werkwijze (reeksen synoniemen en genummerde voorbeelden) maken het woordenboek wel bijzonder dik (een vergelijking met corresponderende lemmata in andere woordenboeken maakt dat onmiddellijk duidelijk). Ook omdat de EVD zo bijzonder klein gedrukt is, kon ik er niet aan weerstaan me af te vragen of men op bepaalde punten een al te grote omslachtigheid toch niet had kunnen vermijden. Is het bijvoorbeeld wel echt nodig dat bij het lemma dictionary de volgende reeks synoniemen wordt gegeven: woordenboek, verklarend woordenboek, vertaalwoordenboek, dictionaire, woordentolk? Hetzelfde gebeurt ook wel eens met de voorbeelden. Bij licking vind ik terecht: ‘the American team got a licking’, maar dat wordt dan met drie Nederlandse varianten vertaald: ‘het Amerikaanse team werd in de pan gehakt/kreeg op zijn donder/werd ingemaakt’; bij to buy staat het voorbeeld ‘the dollar doesn't buy what it used to’ met de toch wel al te omslachtige Nederlandse equivalentenreeks: ‘de dollar is ook niet meer (waard) wat ie was, de dollar heeft aan koopkracht ingeboet, je krijgt minder voor je dollars dan vroeger’. Engelstaligen die Nederlands leren, varen er natuurlijk wel bij. Soms is er ook een al te grote synoniemenijver, die tot verwarring kan leiden. Bij het AE diner staat het juiste ‘klein (weg)restaurant, vaak in de vorm van een restauratiewagen’, maar dan suggereert men de volgende betekenisverwante woorden: ‘patatkraam, worststalletje’, wat totaal verkeerde connotaties oproept: een diner is vaak bekend voor eenvoudige maar goede ‘home-cooking’ en niet voor het type ‘fast food’ dat men aan kraampjes koopt. Tenslotte zou er bij grondig redigeerwerk - voor een tweede druk b.v. - naast de zetfoutjes ook heel wat overtollige informatie aan het licht | |
[pagina 1012]
| |
komen. Ik noteerde dat frontline en front-page zowel aparte ingangen krijgen als bij de voorbeelden van het lemma front opgenomen werden. Een beetje vreemd is ook het voorbeeld ‘to grow cauliflower’ onder het lemma cauliflower, alsof to grow niet voor elk gewas toepasselijk zou zijn. Overigens is het aangereikte voorbeeldmateriaal een van de grootste pluspunten van de EVD. Men heeft heel bewust niet voor (vaak oubollige) citaten gekozen maar, duidelijk in het verlengde van de synchrone opzet, voor moderne uitdrukkingen en verwijzingen naar eigentijdse toestanden. Hier volgt een greep uit de vele voorbeelden die me bij het doorbladeren opvielen: ‘prices jumped sharply’; ‘the Observer scooped the other newspapers with the election results’; ‘leak information to the press’; ‘there's fierce competition between the three networks’; ‘when will the government move to halt inflation’; ‘Barbara Streisand co-stars with Richard Burton’ en ga zo maar door. Lees er in dat verband ook het lemma do op na. De EVD wordt er bijna een handig lees- en leerboek idiomatisch taalgebruik door. Naast de al eerder vermelde verwijzingen naar het grammaticaal compendium en de spreekwoordenlijst, en aanduidingen inzake uitspraak en frequentie, geven de lemmata ook nog informatie over de afbreekpunten van de woorden - het splitsen van woorden is een ingewikkelde kluif in het Engels. Naast de aanduidingen AE en BE (waar ze nodig zijn) worden ook andere varianten aangegeven (Australisch of Indisch Engels b.v.), maar de samenstellers vermelden in hun inleiding niet dat er ook moedertaalsprekers Engels in West-Indië (het Caribische gebied) zijn. Ik zocht dan ook tevergeefs naar het overigens toch wel ruimer bekende dreadlocks, de typische haardracht van de Rastafarians. Er zijn voorts markeringen voor allerhande vaktalen en taalsferen (juridisch, culinaria, psychologie, religie enz.). Bij planten wordt naast de Nederlandse ook de Latijnse benaming gegeven. Met de stijlaanduiding slang heb ik toch even moeite. De makers definiëren slang als ‘altijd informeel, vaak aan sociale context of groep gebonden’. Het is me dan niet duidelijk waarom to brownbag (zijn eigen lunch meebrengen), topless in de betekenis ‘met topless bediening’, of to buy in de betekenis ‘geloven, pikken, accepteren’ als slang gemarkeerd moeten worden. Topless bar lijkt me heel gewoon Engels, en brownbag of de uitdrukking I'll buy it zijn hoogstens informeel. Ook Webster spreekt in die gevallen niet van slang. Gek vind ik ook de aanduiding ‘eufemistisch’ bij marriage counsellor (huwelijksconsulent), wat nu toch het normale woord is. Allicht is dit een soort persoonlijke toets van een van de medewerkers. Er zitten trouwens wel | |
[pagina 1013]
| |
meer van die dingen in de EVD, vaak ten goede. Zo vind ik bij worry beads (kralenkettinkje om de vingers iets te doen te geven) onder meer de vertaling wriemelkettinkje, en bij statutory woman (vrouw slechts getolereerd om schijn van seksisme/ongeëmancipeerdheid te vermijden) excuus-Truus en alibi-Jet. Daar kan het Nederlands alleen maar beter van worden. Over het label AZN (Algemeen Zuidnederlands) zullen de meningen allicht verdeeld zijn. De regel die men beweert toe te passen is het vermelden van een AZN woord als een bepaald Noordnederlands equivalent niet bekend zou zijn in het zuiden of tot verwarring zou leiden. Bij het AE french fries vind ik naast patat dan ook het met AZN gemarkeerde frieten. Maar had men echt niet wat kritischer kunnen zijn bij swimming pool, waar men naast het toch wel algemeen bekende zwembad ook het AZN zwemdok geeft, of bij to tug, waar men naast trekken en rukken ook nog trokken vermeldt: is dit laatste echt algemeen Zuidnederlands? Daarover kan natuurlijk flink gediscussieerd worden, evenals over de benaming AZN, maar het zal ook wel niet een van de prioritaire bezigheden van de makers van een Engels-Nederlands vertaalwoordenboek geweest zijn. Uiteindelijk getuigt de erkenning van geografische varianten altijd van een gezonde houding ten opzichte van taal en taalgebruik. Wat ook wel vermeld mag worden, is dat de twee hoofdredacteuren, W. Martin en G.A.J. Tops, Vlamingen zijn, en dat bij de lijst van medewerkers ook heel wat Vlamingen zitten. Dat is toch niet min voor een Van Dale-onderneming. Tot slot zet ik de redenen waarom de EVD zo aanbevelenswaardig is, nog even op een rijtje: een zeer grote woordenschat hedendaags Engels met inbegrip van het Amerikaanse Engels, een uitspraakwoordenboek, een handige grammatica, een overzichtelijke (hoewel soms wat te omslachtige) lemma-opbouw, uitstekende (af en toe ook leuke) voorbeelden. Aanvankelijk had ik mijn twijfels over het nut van de soms lange synoniemenreeksen (neem het lemma to follow b.v.), tot ik enkele weken geleden zelf met een vertaling bezig was. Zo'n synoniemenreeks bleek dan wel bijzonder handig telkens als ik de betekenis wist, maar niet op het juiste woord of de juiste nuance kon komen (al wie professioneel of occasioneel vertaalt, kent dat probleem); ik kon meestal terecht in de EVD en hoefde niet meteen een thesaurus te raadplegen. Ik heb er me ook op betrapt dat waar ik vroeger met een eigentijds of Amerikaans woord al onmiddellijk naar een verklarend woordenboek ging, Webster of American Heritage b.v., ik nu vaak eerst de EVD grijp in de hoop er niet alleen een verklaring te vinden, maar ook een goed Nederlands equivalent, en op de koop toe een interessant voorbeeld mee te pikken. | |
[pagina 1014]
| |
Ik had me bij het voorbereiden van dit stuk voorgenomen niet te gaan zeuren over woordjes die er niet in zouden staan. Bij het herlezen merk ik dat ik daar niet aan ontsnapt ben. Ik wil nochtans niet de indruk wekken aan Monday-morning quarterbacking te doen, de stuurman aan de wal te spelen (een quarterback is een van de achterspelers in het Amerikaanse voetbal). Toen ik dat woord (ik beken: een beetje sceptisch) natrok, vond ik het wel niet in die vorm, wel als Monday-morning quarterback, met de correcte markering AE en verklaring ‘iemand die het beter weet achteraf’. En dat is meer dan voldoende, beter zelfs dan Webster's New Collegiate die het niet vermeldt. De Engels-Nederlandse Van Dale is een groot woordenboek! |
|