Streven. Vlaamse editie. Jaargang 51
(1983-1984)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 822]
| |
Geweldloosheid: alternatief of naïef?
| |
[pagina 823]
| |
kerk (Japan, 9 juli), De storm die dreigt (Ierland, 28 juli), De vrede winnen (Frankrijk, 8 november)Ga naar voetnoot1. Met uitzondering van die uit de Verenigde Staten, hebben deze weinig of geen bekendheid gekregen. In het korte bestek van dit artikel zou het ondoenlijk zijn om alle acht brieven uitvoerig te presenteren. Daarom is gekozen voor een benadering, waarbij het thema van geweldloosheid, zo essentieel bij de huidige ontwikkelingen, centraal staat. | |
DiversiteitDe diverse bisschoppelijke brieven blijken zeer verschillend te zijn, zowel wat betreft lengte, opzet en diepgang, als wat betreft de erin gemaakte keuze. Zozeer zelfs, dat hier en daar met grote moeite hun gemeenschappelijk uitgangspunt te herkennen valt. Heeft dit te maken met de mate van invloed en verantwoordelijkheid die bisschoppenconferenties zichzelf toeschrijven of ervaren? Spelen misschien politieke factoren een rol, zoals in Nederland, waar de bisschoppen kool en geit, en met name het CDA, wilden sparen? Of zoals in Frankrijk, waar tegelijkertijd de strijd om het behoud van confessioneel onderwijs gaande was? Kardinaal Lustiger van Parijs was in elk geval voorstander van een ‘realistische’ stellingname. Kort na het verschijnen van de Franse brief liet hij zich daar onverbloemd als volgt over uit: ‘Ik denk dat het overdreven en misschien zelfs aanmatigend is te veronderstellen dat op die wijze (nl. een eerste stap zetten op weg naar nucleaire ontwapening, PB) een bepaald land als profeet kan fungeren. Als het gaat om België of Nederland of Zwitserland, best, misschien. Die riskeren niets en zorgen trouwens toch niet voor hun eigen verdediging, ongeacht wat er gebeurt. Maar je zult je toch wel tweemaal moeten bedenken als het de Verenigde Staten betreft. Voorwaarde daartoe zou moeten zijn dat de hele bevolking erachter staat. En dan niet uit angst of uit gevoelens van defaitisme, maar op grond van een positieve keuze. Het hele volk zou bereid moeten zijn zich als martelaar aan te bieden, en wie wil dat? Het Amerikaanse pacifisme lijkt een ethische reactie op schuldgevoel en het idee verantwoordelijk te zijn voor de wereld. Maar tegelijkertijd is het het pacifisme van mensen die weten of menen dat hun | |
[pagina 824]
| |
toch niets zal overkomen’Ga naar voetnoot2. Met een dergelijke opiniemaker is het niet te verwonderen, dat de Franse brief met 93 stemmen voor, 8 tegen en 2 onthoudingen werd aangenomen. Hoe zien de andere bisschoppenconferenties hun eigen positie? De Ierse bisschoppen schrijven: ‘Als klein land moeten wij tegen de grootmachten en de militaire blokken blijven zeggen, dat wat ons samenbindt als mensen die geconfronteerd worden met nucleaire verdediging, belangrijker is dan welke overweging dan ook van nationaal belang of internationale overheersing’. Zij realiseren zich ook dat de Westduitse bisschoppen spreken ‘in het land dat waarschijnlijk het meest bloot staat aan de dreiging met kernwapens’. De Amerikanen zien zich zelf ‘als bisschoppen en herders die hun bediening uitoefenen in een van de grootste kernnaties’, als ‘burgers van de natie die de eerste was om atoomwapens te produceren, die de enige is geweest om ze te gebruiken en die vandaag een van de weinige naties is die het verloop van het kerntijdperk beslissend kan beïnvloeden’. Het meest indringend klinken de woorden van de Japanse bisschoppen. Hun brief is tegelijkertijd een belijdenis en een bekentenis: ‘Wij hebben het geweld ervaren dat het menselijk leven en de menselijke waardigheid overkwam in de vorm van kernwapens. Zodoende zijn wij in staat om het verhaal aan de wereld te vertellen en het door te geven aan onze nakomelingen... Nu de nucleaire dreiging in de wereld van vandaag toeneemt en de wederzijdse afhankelijkheid van naties onderling dichterbij komt, dient Japan, dat geen kernwapens bezit en een hoge graad van technologie bereikt heeft, het initiatief te nemen en bij te dragen aan de versterking van de organen die de wereldvrede handhaven. Als een van de partijen die in de laatste oorlog betrokken waren, dragen wij verantwoordelijkheid voor meer dan 10 miljoen doden, met name die welke gevallen zijn in Azië. In onze huidige situatie moet dit ons ernstig aan het denken zetten over de aanzienlijke belemmeringen die wij zelf gevormd hebben tegen de vrede. Bovendien zijn op ons twee atoombommen afgeworpen en hebben wij een beslissende nederlaag in de oorlog geleden’. | |
Amerikaanse bisschoppenVan de acht in 1983 verschenen brieven is die van de Amerikaanse bisschoppen zonder enige twijfel de belangrijkste. Hij wordt gepubliceerd | |
[pagina 825]
| |
door een bisschoppenconferentie met een aanzienlijk groter aantal leden dan alle andere hier genoemde. Hij is het resultaat van brede consultatie, langdurig overleg, en gebed. In deze brief worden het meest diepgaand de vele aspecten van de vredesproblematiek aan de orde gesteld. Om die reden wordt hij hier gekozen als uitgangspunt bij het weergeven van de visies over geweldloosheid. Om de vrede tegen agressie te verdedigen ziet de katholieke leer, aldus de Amerikaanse bisschoppen, twee verschillende morele antwoorden die elkaar aanvullen in deze zin, dat zij beide het algemeen welzijn trachten te dienen. Die verdediging is niet alleen een recht, maar ook een plicht. Naast de verdediging met behulp van wapens, die aan voorwaarden en grenzen gebonden is, is er de verdediging zonder wapens. ‘In sommige gevallen worden mensen hiertoe aangezet door het evangelie en het leven en de dood van Jezus zo te verstaan, dat ze alle geweld verbieden. Bij anderen is de beweegreden louter een persoonlijk voorbeeld van christelijke verdraagzaamheid te geven als een positieve, opbouwende manier om tot liefdevolle verzoening met vijanden te komen. In nog andere gevallen nemen zij zich een “actieve geweldloosheid” voor of raken daarbij betrokken als een georganiseerd verzet tegen koppige agressie of om iedere onderdrukking welke met wapengeweld wordt ondernomen, ondoeltreffend te maken’. Veelbetekenend wordt eraan toegevoegd, ‘dat geen regering, en zeker geen christen, mag aannemen dat zulke personen louter pionnen van samenzwerende machten zijn of zich schuldig maken aan lafheid’. En verderop wordt dit inzicht nog aangescherpt: ‘Werken aan de ontwikkeling van geweldloze middelen om agressie af te wenden en conflicten op te lossen beantwoordt het beste aan de oproep van Jezus tot liefde en tot rechtvaardigheid’. Toch zijn de Amerikaanse bisschoppen zich bewust van de paradox waartegenover christenen staan: ‘Wij moeten ons geloof, dat liefde mogelijk is en de enige werkelijke hoop voor alle menselijke betrekkingen, duidelijk blijven uitspreken, en toch aanvaarden dat geweld, zelfs dodelijk geweld, soms gerechtvaardigd is en dat naties moeten zorgen voor hun verdediging’. Met deze zin lijkt aan de voorkeur voor geweldloosheid weer afbreuk gedaan te worden. Bij de beschrijving van de geschiedenis van het christelijk pacifisme en geweldloosheid wordt in de Amerikaanse brief gebruik gemaakt van geschriften van representatieve auteurs, onder wie Roland Bainton, Thomas Merton, Gordon Zahn en Jim Douglass. Dit historisch overzicht begint aldus: ‘Bewogen door het voorbeeld van het leven van Jezus en door zijn leer, hebben sommige christenen zich vanaf de vroegste dagen van de kerk verplicht tot een geweldloze levensstijl’. Uitspraken van Justinus, Cypria- | |
[pagina 826]
| |
nus van Carthago, Martinus van Tours en Franciscus van Assisi worden daarvoor aangehaald. ‘Deze visie van christelijke geweldloosheid is niet passief inzake onrecht en de verdediging van de rechten van anderen; in plaats daarvan verklaart zij en licht toe wat het betekent weerstand te bieden een onrecht en geweldloze methoden’. Voor de twintigste eeuw wordt gewezen op het geweldloos getuigenis van mensen als Gandhi, Dorothy Day en Martin Luther King. ‘Het getuigenis van talrijke christenen die hen door de eeuwen waren voorgegaan, werd op opmerkelijke wijze op het Tweede Vaticaans Concilie bevestigd’, stelt de Amerikaanse brief, waaraan hij toevoegt: ‘De leer van de rechtvaardige oorlog, die de laatste 1500 jaar het katholieke denken duidelijk heeft overheerst, en de leer van de geweldloosheid zijn verschillende maar onderling afhankelijke methoden om de oorlog te beoordelen. Zij verschillen in enkele bijzondere conclusies, maar zij delen een gemeenschappelijke vooropstelling tegen het gebruik van geweld als middel om geschillen bij te leggen’. In verband hiermee pleit de katholieke kerk ook voor een wettelijke bescherming van gewetensbezwaarden. Deze stellingname heeft duidelijke consequenties: ‘Geweldloze middelen om zich tegen het kwaad te verzetten verdienen veel meer studie en aandacht dan ze tot dusver hebben ontvangen’. De brief zelf biedt een aantal sprekende voorbeelden, en wijst op geweldloos verzet als mogelijke vorm van landsverdediging. Om deze reden moedigen de bisschoppen de oprichting van een vredesacademie in de Verenigde Staten aan en houden zij een pleidooi voor vredesopvoeding in breed verband. Hiermee zijn alle passages betreffende geweldloosheid in de brief van de Amerikaanse bisschoppen weergegeven. Hoezeer zij ook een pleidooi houden voor geweldloze volksverdediging ‘als een alternatieve koers van handelen’, toch wijzen zij niet onvoorwaardelijk de keuze voor dodelijk geweld af, ‘die wordt toegestaan door de theologie van de rechtvaardige oorlog’. In die zin is deze brief enerzijds een stap vooruit, omdat de weg van de geweldloosheid uitdrukkelijk als begaanbaar wordt genoemd, anderzijds toch teleurstellend, omdat vanuit de traditionele leer van de rechtvaardige oorlog het gebruik van geweld wordt getolereerd, zij het onder zeer strenge - en aan velen niet of gebrekkig bekende - voorwaarden. | |
Franse bisschoppenHaaks op de stellingname van de Amerikaanse bisschoppen staat die van hun Franse collega's. Zij vragen zich af of ‘het geweldloze alternatief | |
[pagina 827]
| |
opgewassen is tegen de bedreiging’. De manier waarop naar een antwoord gezocht wordt, duidt al bij voorbaat aan dat de vraag niet positief beantwoord kan worden: ‘In een wereld waarin de mens nog een wolf is voor de medemens, kan het betekenen dat men de wolf uitdaagt indien men de gestalte van een lam aanneemt. Slecht toegelichte edelmoedigheid heeft soms gevaren opgeroepen die zij meende te bezweren. Een slecht aangepaste geweldloosheid kan kettingreacties van onvergeeflijk geweld oproepen’. Al zouden wellicht individuele personen het risico van een geweldloze stellingname kunnen wagen, bij staten ligt dat anders, vinden de Franse bisschoppen. En zelfs in het eerste geval kan men zich vragen stellen, b.v. ‘Wat zou er gebeurd zijn als Gandhi niet Lord Louis Mountbatten, maar een van Europa's befaamde schurken als partner had gehad?’ De paragraaf over het geweldloze alternatief besluit veelzeggend met: ‘Niettemin lijkt op korte en langere duur het geweldloze alternatief nog heel onzeker. In elk geval niet zeker genoeg om degenen die verantwoordelijk zijn voor het leven en de integriteit van de natie, te verwijten dat zij hun toevlucht zoeken tot een afschrikking met gewapende tegendreiging’. In het tweede deel van de brief, die handelt over het opbouwen van de vrede, komt de geweldloosheid als mogelijkheid ter sprake. ‘De kerk moedigt geen overdreven pacifisme aan’, stellen de Franse bisschoppen. Volgens hen mag men de roeping van geweldloosheid niet gemakkelijk aanvaarden of behandelen. ‘Wanneer de geweldloosheid pleit voor de realiteit van morgen, kan zij niet het gewicht van de realiteit van vandaag ontkennen: nobele mensen moeten daar ook zorg voor dragen en verplichtingen jegens haar aangaan’. De onhaalbaarheid van de geweldloosheid wordt het meest helder door de Franse bisschoppen aangegeven in de zin: ‘Totale geweldloosheid in zulk een graad van volheid wordt slechts in het hart van heiligen als Franciscus van Assisi aangetroffen’. In feite wordt in deze brief geweldloosheid eerst karikaturaal gepresenteerd, om vervolgens als onhaalbaar terzijde geschoven te worden. Als de Franse bisschoppen inzake geweldloosheid niet naar hun landgenoot Pierre Parodi willen luisterenGa naar voetnoot3, zouden zij tenminste hun licht kunnen opsteken bij hun Amerikaanse collega's, van wier brief zij niet meer citeren dan de titel. | |
[pagina 828]
| |
Andere bisschoppenWaar staan de bisschoppen van de zes resterende landen? Voelen zij zich beter thuis bij hun Amerikaanse dan wel bij hun Franse collega's? De bisschoppen van de DDR zijn uiterst summier over geweldloosheid, maar wat zij zeggen is van belang: ‘Krijgt in een kernoorlog, waar geweld zonder onderscheid toeslaat, niet het dikwijls met een glimlach afgedane ideaal van geweldloosheid, zoals Jezus Christus het ons in de bergrede verkondigt, een tot nu toe onvermoede rationele zeggingskracht?’ In dit verband stellen zij het onderwijs in militaire verdediging in hun land aan de kaak gezien de situatie, en bovendien, omdat zij er waardering voor hebben ‘dat mensen, in navolging van het woord van Jezus, een keuze maken voor de weg van de geweldloosheid’. Ook de Nederlandse bisschoppen zijn zeer beknopt, en beperken zich tot een onderstreping van de algemeen aanvaarde kerkelijke inzichten: ‘Verdediging en verzet tegen onrecht moeten zolang en zoveel mogelijk zonder geweld zijn. De kerk prijst ook degenen die bij de verdediging van hun rechten afzien van geweld, en bepleit wettelijke erkenning van gewetensbezwaren tegen gebruik van wapens. De ontwikkeling van methoden die mensen in staat stellen zich zonder geweld tegen onrecht te verzetten en te verdedigen, is in de geest van het Evangelie en mag daarom niet als utopisch en onwerkelijk beschouwd worden. Voortgaande studie en onderzoek hierover achten wij noodzakelijk’. Voor de bisschoppen van Japan is de weg van geweldloosheid vanzelfsprekend: ‘Onnodig te zeggen dat onze inzet voor vrede geweldloos moet zijn’. De Ierse bisschoppen sluiten zich ook aan bij de traditionele leer van de kerk en verwijzen met instemming naar de brief van hun Amerikaanse ambtsbroeders. Een van de manieren om vrede te stichten zien zij in ‘het aanmoedigen van de studie en het gebruik van methodes van geweldloze verdediging en politieke verandering, en de spiritualiteit waarop actieve geweldloosheid werkelijk gebaseerd is’. Christelijke vredesarbeid omvat in de visie van de Westduitse bisschoppen: ‘Instaan voor het Rijk Gods, bereidheid tot verzoening, protest en geweldloos verzet tegen het onrecht binnen de grenzen van de wet; zij betekent: liefde voor de vijand, offer en inzet van het eigen leven’. Elders in dezelfde brief spreken zij zelfs van het ‘voorbeeldige’ karakter dat de geweldloze houding eigen is. Ook in de politiek zou het gebruik van en de dreiging met geweld volledig uitgesloten en zeker langzamerhand verminderd dienen te worden. ‘Het ethos van geweldloosheid heeft op het politieke vlak reeds daar effect, waar het lukt om afzien van geweld en geweld- | |
[pagina 829]
| |
vrije methodes voor de oplossing van conflicten in internationale overeenkomsten en verdragen te introduceren en door te zetten’. De Belgische bisschoppen tenslotte nemen ten aanzien van geweldloosheid het traditionele standpunt in: ‘Tegenover elke generatie heeft de kerk de opdracht om bij conflicten en aanvallen telkens concrete wegen te zoeken tussen het profetische van de geweldloosheid met haar overtuigingskracht en het realisme van de zelfverdediging met haar noodzakelijke grenzen’. Door hun standpunt zó weer te geven, lijken geweldloosheid en zelfverdediging tegenover elkaar geplaatst te worden, respectievelijk als onhaalbaar en haalbaar gekwalificeerd te worden. Een wat aarzelende opmerking verderop in hun brief maakt duidelijk, dat dat een vals dilemma zou zijn: ‘Misschien had de kerk - vroeger en nu - méér nadruk moeten leggen op het getuigenis van de geweldloosheid’.
Met uitzondering van de brief van de Franse bisschoppen, die geweldloosheid van de hand wijzen als een te hoog, en dus onbereikbaar ideaal, spreken de bisschoppen van de overige zeven landen, beknopt of uitvoerig, met meer of minder aarzeling, zich uit ten gunste van de geweldloosheid als alternatief. Alleen de Japanse bisschoppen zien geweldloosheid als alternatief in plaats van, de overigen als alternatief naast met wapens opgezette zelfverdediging. Daarmee krijgt de Japanse brief eenzelfde profetisch gehalte als de verklaringen van de Latijnsamerikaanse bisschoppen in Medellín (1968) en Puebla (1979). Daar werd onomwonden verklaard: ‘Een christen is een pacifist’Ga naar voetnoot4. Tussen haakjes: hoeveel bisschoppen zouden weet hebben van, respectievelijk ervaring hebben met de liefst 198 vormen van geweldloze actie, die Gene Sharp in zijn boek The Politics of Nonviolent Action (1982) aangeeftGa naar voetnoot5? |
|