een periode van inzinking van het genre, zal in de moderne tijd de Leidse meester Floris Verster bloemenstillevens schilderen in een sonoor kleurengamma, waarin een machtig leven vibreert, zoals in de vaas met enkele fel-kleurige tulpen, eenzaam prijkend in een stil hoekje van het atelier. Maar niet minder pulseert het leven in het eucalyptustakje, met zorgzame hand twintig jaren vroeger, door deze zelfde kunstenaar, in waskrijt getekend.
Chris le Roy, van wiens werk men op 't ogenblik een gedeelte kan zien in het Museum Boymans te Rotterdam, is in vele opzichten verwant aan Floris Verster. Misschien zou het te veel gezegd zijn, om hem een leerling van Verster te noemen, maar men mag hem zeker wel aanduiden als iemand die geestelijk nauw met hem verbonden is. Daarmede is dan ook het werk van Le Roy geworteld in de rijke traditie van deze echt Nederlandse kunst.
Chris le Roy werd geboren in 1884 en behoort dus tot de generatie van Theo van Doesburg, Jan Sluyters, Herman Kruyder, Leo Gestel, Piet en Matthieu Wiegman, kunstenaars die stonden midden in de branding van de nieuwe stromingen, die na het impressionisme opkwamen. Le Roy heeft met het streven van deze kunstenaars weinig onmiddellijk te maken gehad, deels waarschijnlijk omdat hij door omstandigheden pas later zich geheel aan de schilderkunst wijdde, maar vooral omdat, menen wij, zijn sterk karakter en artistiek temperament zich minder bekommerde om theorieën over diverse richtingen in de kunst, dan wel om de schoonheid van de artistieke daad. Toen hij op latere leeftijd een nieuwe carrière begon in de kunst, werkte hij met grote geestdrift en meeslepend élan, alsof hij de jaren voor de kunst wilde inhalen, die waren voorbijgegaan in de vervulling van zijn eerste levensopgaaf. Intussen heeft Le Roy ook nu nog niet ingeboet aan werklust en werkkracht. Omstreeks 1920 ontstonden zijn prachtige stoere tekeningen van figuren uit de Leidse werkinrichting, die momenteel in het bezit zijn o.a. van het Leidse Museum De Lakenhal. 't Was een sterk begin en tegelijk een geslaagde poging. De markante gestalten van mensen, verdiept in hun arbeid, werden hier vastgelegd in de omraming van een monumentaal lijnenspel. Deze tekeningen, in hun forsheid, blijven merkwaardig voor de ontwikkeling van de kunstenaar Le Roy, die later in zijn delicate bloemstudies de zachte poëtische zijde van zijn wezen zal openbaren. Maar ook zeker daarom zal hij zelfs bij de uitbeelding van enkele nietige plantjes op een verwaarloosd plekje in 't veld, een grootsheid van visie tonen, waarin de monumentaliteit van zijn eerste tekeningen bescheiden maar nog overtuigend aanwezig is. In dit opzicht is belangrijk de prachtige tekening van het klein hoefblad (Mus. Boymans) die wel tot de schoonste dingen behoort, die in ons land op dit gebied gemaakt zijn.
In de twintiger jaren van deze eeuw ging Le Roy zich ook met volle overgave wijden aan de lithografie. De lithografie biedt aan een kunstenaar die dit medium wenst te gebruiken, grote mogelijkheden. De rijke kleurnuanceringen, van diep-zwarte over zilver-grijze tot lichte blanke tonen, de geheimzinnige onvermoede effecten, die deze magische steen bergt, waren voor vele moderne kunstenaars een reden om door middel van de lithografie hun visie te realiseren. Jan Veth tekende in deze techniek zijn karakteristieke portretten, Theo Hoytema zijn dierbare vogels, Moulijn weelderige parken, Jan Voerman Jr. prachtige bloemen. Chris le Roy ontwerpt in de jaren 1924-1926 enige fraaie kalenders van bloemen en planten, in meerdere kleuren op steen getekend, die de artistieke waarde van de gewoonlijk uitgegeven kalender ver overtroffen, en daarom nu