te worden met de stemmen van de F.P.O. De O.V.P. had dan van haar kant twee andere kandidaten, de chirurgen Böhler en Schönbauer, in reserve kunnen houden, aan wie ook socialisten hun stem konden geven. Al deze combinaties behoren nu echter tot het verleden. De beslissing van de S.P.O. op 8 februari, om vice-kanselier Schärf te presenteren, heeft alle compromis uitgesloten.
Schärf is een sympathiek en te waarderen pretendent. Hij is op 20 april 1890 geboren te Nikolsburg in Moravië (huidig Tsjecho-Slowakije). Als arbeiderszoon, als werkstudent, later als advocaat en secretaris van de partijvoorzitter Seitz, is hij steeds een overtuigde en edelmoedige verdediger van een gematigd socialisme geweest. Driemaal heeft hij wegens zijn overtuiging in de gevangenis gezeten: in 1934 na de socialistische februari-putsch, in 1938 en 1944 onder het Derde Rijk. In april 1945 trad hij in de coalitieregering van het herrezen Oostenrijk als vice-kanselier, en deze waardigheid heeft hij sindsdien, onder de O.V.P.-kanseliers Figl en Raab, ononderbroken bekleed. Hij is een fijn ontwikkeld en beminnelijk man en een handig politicus. Twee dingen in hem zijn daar echter, op verrassende wijze, mee in tegenspraak: hij heeft een geschiedenis van Oostenrijks jongste verleden uitgegeven, welke heel interessant doch helemaal niet sine ira et studio geschreven is, en, in tegenstelling met vele andere socialistische leiders, is hij anticlericaal. Dit laatste vooral zal bij de komende verkiezingen in zijn nadeel uitvallen. Zijn antipathie tegen de ‘Rotenburgstrasse’, de aartsbisschoppelijke curie te Wenen, steekt hij niet onder stoelen of banken. De curie kan hem onmogelijk dezelfde waardering toedragen als ze tegenover Körner deed, die toch ook socialist was, maar zo graag naar de kerk ging en met de hoogste kerkelijke eerbewijzen begraven is. Schärfs houding is des te betreurenswaardiger daar zijn dochter en enig kind - zijn zoon is in de jongste oorlog als soldaat van de Wehrmacht gesneuveld - katholiek is. Laatst kwam zijn kleinzoon, waar hij dol op is, naar opa in de kanselarij gelopen met een groot gebedenboek in de hand! In Schärf herhaalt zich wat we reeds hadden gezien bij Karl Renner, de vroegere socialistische bondskanselier: Renners dochter was ook katholiek, en bij de dood van haar
vader heeft ze slechts met tegenzin ingestemd met de niet-christelijke begrafenis welke de socialistische partijleiding toen nodig achtte.
De kandidaat van de O.V.P. en de F.P.O., Prof. Denk, staat daarentegen bekend als een praktizerend katholiek. Men kan over de omstandigheden welke zijn kandidatuur begeleiden, oordelen zoals men wil, maar in ieder geval voldoet hij aan de hoogste eisen die men aan een Oostenrijks staatshoofd kan stellen. Wereldberoemde arts, mensenvriend die duizenden aan zich verplicht heeft, hoogstaand humanist, bekwaam redenaar, waardige verschijning, voortreffelijke huisvader, spreekt zijn figuur tegelijk tot het hart en het verstand van de kiezers. Te Linz geboren op 21 maart 1882, was hij achtereenvolgens assistent van de gevierde Eiselsberg, hoofdarts van het Rudolf-hospitaal te Wenen, professor aan de universiteit te Graz en, sinds 1931, opvolger van Eiselsbergs antipode, de niet minder geniale Hochenegg. Denk heeft de roemvolle traditie van de Weense chirurgische school hoog gehouden en verrijkt. Bovendien heeft hij zich in de Weense kringen een naam verworven als kunstverzamelaar. Zijn huis in de Wickelburggasse is met een voorname smaak ingericht. Hij heeft een zoon die een belangrijke plaats bekleedt in de industrie, en een dochter, wier echtgenoot de traditie van een familie die zich in de kunstnijverheid verdienstelijk heeft gemaakt, voortzet. Zijn zes kleinkinderen zijn, sinds de 12e februari, de dag dat