Streven. Jaargang 10
(1956-1957)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 532]
| |
Wetenschappelijke kroniek
| |
De reflexentheorie van PavlovWanneer een receptor geprikkeld wordt door een agens, van buiten uit of van in het organisme zelf, dan wordt deze prikkel, als langs een elektrische leiding, overgebracht naar het centraal zenuwstelsel: de hersenen. Van daaruit wordt de prikkeling door bindingen op andere geleiders overgebracht, die bepaalde organen innerveren, waardoor een specifieke reactie in de cellen van die organen wordt verwekt. Dit is een zuivere reflex. Volgens Pavlov nu zijn er verschillende soorten van reflexen: aangeboren (of ongeconditioneerde, absolute) reflexen en aangeleerde (of geconditioneerde) reflexen. Aangeboren of absolute reflexen bestaan er slechts enkele: eetreflex, verdedigingsreflex, vrijheidsreflex, sexuele reflex, zuigreflex van de pasgeborene. Het instinct zou de keten zijn van zulke aangeboren, gefixeerde reflexen, waardoor een zekere adaptatie aan de buitenwereld mogelijk wordt. Daar er echter voortdurend moet gereageerd worden op een veelvuldigheid van stimuli, op een veelvuldigheid van niveaus, is deze aanpassing aan de buitenwereld onvoldoende om het leven te verzekeren. Een pasgeboren dier kan niet in leven blijven met zijn ongeconditioneerde reflexen alleen. Vandaar ontwikkelt zich een andere soort van reflexen, door Pavlov | |
[pagina 533]
| |
duidelijk aangetoond in proeven als de volgende. Wordt aan de hond voedsel toegediend, dan secreteert hij speeksel op het ogenblik dat het voedsel in aanraking komt met de smaakreceptoren van de tong. Doch vanaf de tweede keer dat wij hem eten geven, gaat hij reeds bij het zien van het voedsel speeksel secreteren zonder aanraking der smaakreceptoren. Laten wij nu, bij een volgende proef, vóór het eten een bel rinkelen, en herhalen we deze associatie, bel - eten, meerdere malen, dan stellen we een nieuw fenomeen vast: het geluid van de bel volstaat om de speekselsecretie te verwekken, zonder dat het dier voedsel krijgt. Dit is een opgebouwde of geconditioneerde reflex. In tegenstelling met de aangeboren reflexen zijn de geconditioneerde reflexen tijdelijke verbindingen van een bepaalde activiteit van het organisme met de omgeving. De speekselsecretie van de hond wordt in deze proeven niet verwekt door het toedienen van het voedsel (absolute prikkel), maar door het rinkelen van de bel (onverschillige prikkel). Elke onverschillige prikkel van de buitenwereld kan door associatie met een absolute prikkel een geconditioneerde reflex vormen. Elke tijdelijke binding met het milieu bouwt verder een nieuwe reflex in het zenuwstelsel op, en hoe langer deze toestand blijft inwerken, des te vaster wordt de binding van deze inplanting. Die tijdelijke binding heeft als zetel de hersenschors. Hoe minder ontwikkelde hersenschors er dus aanwezig is, des te minder reflexen kunnen opgebouwd worden, des te minder aanpassing aan de buitenwereld is er. Hoe hoger men in de gedifferentieerde dierenwereld opklimt - met de mens als hoogtepunt -, des te meer geconditioneerde reflexen worden er opgebouwd. Nu kunnen deze reflexen echter door andere, tegelijk optredende, prikkels geïnhibeerd of gewijzigd worden. Wordt, op het ogenblik van het rinkelen met de bel, een deur hard dicht geslagen, dan inhibeert de hond zijn speekselsecretie. Indien deze bijkomende prikkel echter herhaaldelijk optreedt, verliest hij zijn ongewoonheid, en de opgebouwde reflex - speekselsecretie bij het rinkelen van de bel - vindt zijn stabiliteit terug. Daar er in een normaal milieu steeds verschillende prikkels, van allerlei aard, samen optreden, welke tegelijk exciterend en inhiberend op elkaar en op het organisme inwerken, bestaat de activiteit van het hoger zenuwstelsel van het dier juist in de analyse en synthese van deze verschillende prikkels en signalen, komende van de buitenwereld én van het inwendig milieu, en dit door middel van bepaalde analysatoren, welke hier niet verder hoeven besproken te worden. De mens nu wordt aangesproken door een signaal van een heel bijzondere soort: de taal, de spraak. Hij reageert daarop op een heel aparte wijze, anders dan het dier. We kunnen een hond speeksel leren secreteren door het woord ‘bel’ uit te spreken. Op een zelfde wijze kunnen we een mens conditioneren met hetzelfde woord, b.v. door het woord ‘bel’ onmiddellijk te laten volgen door een elektrische prikkel in de hand: hij zal, alleen reeds bij het horen van het woord ‘bel’, zijn hand terugtrekken, ook zonder dat er een elektrische prikkel volgt. Maar indien wij na een tijd, wanneer deze tijdelijke binding goed gestabiliseerd is, een bel laten rinkelen in plaats van het woord ‘bel’ uit te spreken, dan zal de hond geen speekselsecretie vertonen, terwijl de mens zijn hand zal blijven terugtrekken, juist alsof de vroegere prikkel, het woord ‘bel’, ware gehoord. Dank zij de inhoud, de betekenis van de woorden, wordt de taal het signaal van het signaal: het woord op zichzelf kan om het even welk direct signaal, | |
[pagina 534]
| |
uitwendig of inwendig, vervangen. De spraak vervangt de prikkel, en kan dezelfde acties en reacties van het organisme verwekken als de prikkel zelf. Veel geconditioneerde reflexen worden aldus opgebouwd, veel tijdelijke bindingen worden aldus gelegd door middel van de spraak. Dit juist maakt de menselijke opvoeding mogelijk, het mededelen van experiëntie en overlevering. Van dit inzicht gaat, zoals we verder zullen zien, de psychoprofylactische methode voor de pijnloze baring uit. Eerst dienen we hier echter nog twee dingen aan toe te voegen. Ten eerste vormen de geconditioneerde reflexen, en vooral diegene welke opgebouwd worden door middel van de taal, zich bij de mens veel sneller dan bij het dier; ze zijn bij de mens bovendien veel stabieler, zodat ze zelfs jaren lang kunnen blijven bestaan. Ten tweede: aangezien de taal ook dienst doet als inwendig signaal, is het duidelijk dat zelfs fysiologische processen in het organisme niet ontsnappen aan de werkingskracht van het woord. Wordt, bij een mens onder hypnose, de maag leeg geheveld, dan verandert de samenstelling van het maagvocht al naargelang wij hem van brood, melk, bouillon spreken. Ook de secretie van de gal past zich aan de verschillende voedselbestanddelen aan welke de gehypnotiseerde gesuggereerd worden. Zelfs zonder hypnose kan de spraak dezelfde organische uitwerking hebben als de prikkel zelf. | |
Het probleem van de pijnWij willen hier niet ingaan op de problemen van de pijnreceptoren, van de pijngeleiding of van het pijncentrum. Het volstaat, te weten dat het pijncentrum gelegen is in de hersenen: in de hersenschors volgens Pavlov, in de thalamus volgens Head. Grijpen we eerst even terug op de proeven van Pavlov. Verwekt men met een elektrische prikkel een brandwonde op de voetzool van de hond, dan krijgt men ogenblikkelijk een pijnreactie. De brandwonde is een destructieve excitans, een afbrekende prikkel; ze is een onconditionele (absolute) excitans van de verdedigingsreflex. De pijnreactie is hier dus een ongeconditioneerde reflex. Maar zelfs met deze destructieve prikkels kan men nu geconditioneerde reflexen opbouwen. Pavlov ging zijn hond de brandwonde toedienen op het ogenblik zelf dat hij hem te eten gaf. De hond reageerde daarop steeds minder en minder met een pijnreflex, steeds meer en meer, en ten slotte uitsluitend met een speekselsecretie. Was de hond lang genoeg geconditioneerd met de associatie brandwonde - eten, dan gaf Pavlov hem ten slotte nog alleen de elektrische prikkel zonder eten, en de hond reageerde op die brandwonde zonder eten uitsluitend met speekselsecretie zonder pijnreactie. De destructieve prikkel is aldus het signaal geworden, niet meer van de gewone reactie van de hond op de pijn, maar van een voedselreactie: de absolute afbrekende excitans werd veranderd in een geconditioneerde excitans van de voedselreflex. M.a.w. er is een tijdelijke binding gelegd tussen de corticale localisatie van het pijnsignaal en die van het centrum van de speekselsecretie. Een excitatie, welke normaal pijn veroorzaakt, kan afgeleid worden langs andere wegen, om dan geheel andere effecten te veroorzaken. Zo kan de meest intense pijn verzacht worden of verdwijnen alleen reeds door middel van een andere sterke en niet pijnlijke prikkel. Maar eveneens kan, door het spel van bindingen in de hersenschors, pijn veroorzaakt worden door een | |
[pagina 535]
| |
prikkel die normaal pijnloos is. Dit is van kapitaal belang voor het ontstaan van de pijn in de baring. Gelijksoortige proeven op de mens, welke ons te ver zouden leiden indien we ze volledig wilden uiteenzetten, brachten dezelfde uitslagen aan het licht (1949). Een prikkel onder de pijndrempel kan, onder invloed van een echte excitans, pijn veroorzaken, en omgekeerd verwekt een echte pijnprikkel bij een normaal individu soms geen pijn wanneer een onverschillige stimulans tussenbeide komt. Plaatsen wij bij een persoon een buisje heet water op de huid (pijnlijke prikkel), dan nemen we een pijnsensatie waar. Laten we vervolgens de applicatie van heet water op de huid gepaard gaan met een onverschillige stimulans, b.v. plots licht maken, dan gaat, na een tijd, dezelfde pijnsensatie zich vertonen alleen reeds bij het maken van licht: de onverschillige prikkel geeft dezelfde vasculaire reactie als een werkelijke prikkel. Wanneer deze geconditioneerde reflex dan weer gestabiliseerd is, legt men, telkens wanneer plots licht gemaakt wordt, een buisje lauw water op de huid, dat dus op zichzelf geen pijn veroorzaakt. Na een tijd van stabilisatie verwekt het lauw water, alleen door de associatie met het plotselinge licht, een pijnsensatie. De proeven worden verder doorgevoerd, door met de spraak dezelfde reacties op te roepen als met een echte excitans: in plaats van de tube heet water op de huid te leggen zegt men eenvoudig: ‘Ik leg het buisje heet water op de huid’, en de pijnreflex treedt op. Zo kunnen woorden, zo kan de taal een zeer sterke conditionele prikkel worden in het ontstaan of het verdwijnen van de pijn. | |
De pijnen van de bevallingDe baring geschiedt door contracties van de baarmoeder, die tot gevolg hebben dat de baarmoeder zich ontsluit om het kind uit te drijven. De laatste veertien dagen van de dracht treden de zogenaamde voorweeën op: weinig krachtige, weinig pijnlijke, onregelmatige weeën, die stilaan, naarmate het uur van de bevalling nadert, overgaan tot echte weeën. Deze zijn veel sterker, pijnlijker, duren langer (0,5 tot 1 min.) en komen regelmatig op, in het begin om het halfuur, vervolgens, wanneer de bevalling nakend is, om de 3 à 2 minuten. Tegelijk wordt de pijngevoeligheid verhoogd, daalt de pijndrempel. Aan de basis van de psychoprofylactische methode ligt nu een grondprincipe, dat een hele omwenteling in de verloskunde heeft teweeggebracht: de baring wordt er voorgesteld als een natuurlijke, fysiologische daad, die in zich niet pijnlijk is. De bevalling is een normaal gebeuren, geen operatie, geen ziekte, en alle pijn is bijgevolg abnormaal. Vanwaar komt dan de pijn? Wanneer we de werking van sommige organen in ons organisme nagaan, organen die vooral uit spieren bestaan, welke onafhankelijk zijn van de wil juist zoals de baarmoederspier, dan merken wij dat deze organen regelmatig samentrekken zonder pijn, zonder dat wij zelfs ook maar gewaarworden dat zij in werking zijn. Wij voelen niet dat ons hart klopt, dat onze maag en darmen samentrekken. Maar indien er een ongewoon element tussenbeide komt, b.v. een plotselinge emotie, zorgen, kommer, overspannen toestand, dan wordt de cortex daarvan op de hoogte gesteld, en het fenomeen wordt bewust: wij krijgen hartkloppingen, maagkrampen en andere mogelijke pijnsensaties. Zo mag de baarmoeder, wanneer ze normaal werkt, geen pijn veroorzaken. Gedurende heel het verloop van de zwangerschap doen zich trouwens baarmoedercontracties voor, welke de vrouw niet eens gewaar wordt (Braxton-Hicks). Maar deze pijnloze | |
[pagina 536]
| |
contracties worden opeens pijnlijk op het einde van de zwangerschap, als de baring gaat beginnen. Waarom dan toch die pijn? Volgens Velvoski zijn de pijnen van de baring psychogenetisch en zeer complex. Een psychische factor, welke een gunstig terrein vindt in de hogere nerveuze toestand van de vrouw onder invloed van de zwangerschap, speelt de hoofdrol in de pijnen der baring. Daarbij spelen perifere factoren mee, waarvan de belangrijkheid niet zo groot is als die van corticale oorsprong, al kan hun realiteit niet ontkend worden. De uitzetting alsook de ongewone verplaatsing van de baarmoeder en de bloedvaten in het bekken, alsmede de sterkere baarmoedercontracties, vormen prikkels die een excitatie kunnen teweegbrengen van de pijnreceptoren. In de tweede fase van de bevalling, bij de uitdrijving, wordt het aandeel van deze perifere factoren in de pijn nog groter: er wordt een tractie uitgevoerd op de banden, eileiders en eierstokken, er ontstaat een drukking van de foetus op het perineum, dat in een verder stadium aan een hevige uitrekking wordt blootgesteld. Deze locale, perifere factoren komen echter slechts voor een klein deel tussen in de genese van de pijn der bevalling; de hoofdfactor bestaat in een psychogenetisch complex. De pijndrempel wordt sneller en hoger overschreden door bepaalde exogene factoren. De voornaamste daarvan is de vrees. Vrees voor pijn doet de pijn reeds voelen vóór ze eigenlijk opkomt: het spuitje van de dokter is pijnlijker dan een toevallige speldenprik. Zo maakt de vrees voor de pijn van het baren de baarmoederspier reeds hypertoon van in het begin: worden op deze hypertone baarmoeder dan samentrekkingen uitgevoerd, dan wordt de pijndrempel vlug en hevig overschreden. Waar komt deze vrees vandaan? Ver hoeven we daar niet naar te zoeken. Wat wordt er al niet verteld over de bevalling! Sterk gekleurde en aangedikte verhalen, welke natuurlijk op een zekere waarheidsgrond berusten, daar de moeders niet kunnen baren, totaal onwetend zijn over wat er met haar zal gebeuren en wat zij moeten doen en laten. Zij ondergaan hun bevalling passief, ineengetrokken van de pijn, in plaats van zelf de baring te leiden en er een actieve rol in te vervullen. Zijn wij niet overtuigd dat een bevalling pijn moet doen? Wij zelf, als dokter, maken reeds geen onderscheid meer; wij vragen aan de moeder: ‘komen de pijnen al regelmatig op? zijn de pijnen nog te dragen?’. Alsof samentrekking van de baarmoeder en pijn één zouden zijn. Wij kunnen zelf deze associatie moeilijk afleggen, en worden erin gestijfd door de uitspraak van de H. Schrift: ‘In pijn en smarten zult gij baren’. Moeder en dokter wachten de pijnen af als het eerste signaal van de beginnende baring. Eeuwenlang bestaat deze associatie, contractie = pijn. En aangezien de sterkte van een geconditioneerde reflex gemeten wordt naar de duur van de associatie, kan men allicht een oordeel vellen over de stabiliteit van deze pijnreflex. Zo hevig zit deze pijnreflex in de mens ingeworteld, dat een moeder die met succes bevallen was volgens de methode van de pijnloze baring, aan de dokter bekende: ‘Van de eerste tot de laatste pijn heb ik geen pijn gevoeld’, waarbij ze dus nogmaals, na een maanden lange voorbereiding, contractie met pijn verwarde. Bovendien hebben we nog rekening te houden met de geassocieerde vrees voor eventuele verwikkelingen, als scheuren, verlostangen, bloedingen, mogelijke abnormaliteiten bij het kind, ten slotte voor het eigen leven, wat het meest tot uiting komt bij moeders met reeds vele kinderen. | |
[pagina 537]
| |
De vrees in het algemeen doet zich vooral voor bij die vrouwen die niets afweten van hun eigen anatomie, niet de geringste notie hebben van het normale fysiologisch fenomeen dat ze doormaken, bij vrouwen dus die helemaal ongewapend tegenover ‘het onbekende’ staan. De pijnreflexen worden verder geconditioneerd, b.v. bij meerbarenden, door de herinneringen aan moeilijkheden bij vorige bevallingen, welke in ruime mate de intensiteit van de pijnsensaties kunnen verhogen. Het is bewezen dat vrouwen, bij wie tijdens een vorige bevalling een verlostang moest aangelegd worden, later altijd zeer pijnlijke baringen hadden, zelfs al waren ze volledig normaal. Tijdens het baren zelf kan verder de geringste prikkel, hoe neutraal ook, de toestand verscherpen en boven de pijndrempel brengen, b.v. de aanwezigheid van de moeder of schoonmoeder met haar medelijdende gevoelsopwellingen en vaak weinig aanmoedigende uitlatingen. Van ontzaglijk groot belang is de opvoeding, welke gebeurt door de spraak. De pijndrempel wordt snel overschreden bij vrouwen die in hun jeugd niets anders gehoord hebben dan ‘zaken waar onder fatsoenlijke mensen niet over gesproken wordt’ en die zelfs een totaal verkeerde voorlichting hebben meegekregen. De pijnen van de eerstbarenden hoeven geenszins onder te doen voor die van een meerbarende, wat bewijst dat de spraak de macht heeft om pijnsensaties te verwekken, ten minste even sterk als die van de sensatie zelf. Het volstaat, met woorden een tijdelijke binding op te bouwen tussen contractie en pijn, opdat pijn automatisch op contractie zou volgen. De pijngevoeligheid is bovendien afhankelijk van de functionele toestand van de hersenschors: de pijndrempel daalt bij overspanning, overwerking, zenuwachtigheid, bij ieder gebrek aan rust en kalmte. Roepen, schreeuwen, alle agitatie omwille van de pijn drijft de pijnsensatie op, put de moeder totaal uit, lichamelijk en geestelijk, zodat van de kant van de moeder, op het ogenblik dat zij haar kind moet uitdrijven, alle actieve medewerking wordt uitgesloten. | |
De pijnloze bevallingOm de pijn te dissociëren van de baring en de bevalling pijnloos te laten verlopen, zijn dus twee behandelingen geboden, welke grondig uitgewerkt zijn in de psychoprofylactische methode. Eerst en vooral moeten de aanstaande moeders psychisch voorbereid, als het ware wederopgevoed worden. Zij moeten ertoe komen, alle vrees te verbannen, zodat ze een maximale ontspanning van de spieren en vooral van de baarmoederspier mogelijk maken, waardoor, op het ogenblik van de bevalling, de pijndrempel veel minder snel zal overschreden worden. Zij moeten volledig ingelicht worden over alles wat er, bij de bevalling, met haar zal gebeuren en van haar verwacht zal worden. Daardoor zullen zij vertrouwen krijgen en, op het beslissende ogenblik, kalmte en rust aan de dag kunnen leggen. Ten tweede moet ervoor gezorgd worden dat de pijn die toch nog zou kunnen voorkomen, in een andere geconditioneerde reflex wordt afgeleid. Met deze bedoeling worden de vrouw bepaalde, elementaire gymnastische oefeningen aangeleerd: ontspanningsoefeningen, waardoor ze haar spieren leert kennen en weet welke ze bij de bevalling juist zal moeten gebruiken, en ademhalingsoefeningen, die ze gedurende het hele verloop van de baring zal moeten toepassen. Deze laatste oefeningen hebben een drievoudig doel: de pijnreflex tenietdoen door een andere geconditioneerde reflex op te bouwen; een maximaal rendement | |
[pagina 538]
| |
aan zuurstof verkrijgen voor moeder én kind; de nodige rust en kalmte verschaffen om de pijndrempel te doen stijgen. Hoe gaat men bij dit alles nu praktisch te werk? Al zal dit van streek tot streek en van land tot land verschillen, in grote lijnen verloopt de psychoprofylactische methode - de naam komt van de Russen - als volgt. Allereerst wordt de vrouw die pijnloos wil bevallen, door de dokter overtuigd dat zij niet kán baren, dat ze nog alles heeft te leren. Zij moet eerst en vooral leren waaruit de vrouwelijke geslachtsorganen bestaan, wat bevruchting is, hoe het kind zich in haar schoot ontwikkelt, wat baren is, en dan vooral wat ontsluiting van de baarmoederhals en wat uitdrijving van het kind is. Dit alles wordt haar klaar en duidelijk aangeleerd met behulp van lichtbeelden en filmen, zij wordt rondgeleid in het moederhuis, waar ze kennis maakt met alle instrumenten, zodat niets haar kan afschrikken wanneer ze in het moederhuis zal komen bevallen. Daar zij niet kan baren - zij heeft het nooit geleerd - leert men haar dit aan, zoals men haar zou leren fietsen of zwemmen. Vooral moet zij weten dat baren geen passief ondergaan is, doch een actief medewerken, dat zij de baring zelf moet leiden en regelen. Zij moet ertoe komen, elke contractie te beheersen, elke pijn actief te vermijden, met heel haar wil verdedigingsmechanismen in werking te stellen tegen het opkomen van de pijn, en haar krachten te sparen voor de fase van de uitdrijving, kortom, zij moet leren menswaardig te baren, in volle bewustzijn, met volle kennis van zaken en zonder pijn. Zij moet leren haar kind te zien geboren worden. Het tweede deel van de lessen bestaat in het aanleren van ontspannings- en ademhalingsoefeningen. Vooral de eerste, welke een buitengewoon kalmerende invloed uitoefenen, zijn van het grootste belang en dienen thuis twee- tot driemaal daags herhaald te worden. Het moeilijkst van al is wellicht de rust van de geest. De moeder moet leren met ‘niets’ bezig te zijn. De ademhalingsoefeningen vergen ook een hele studie. De vrouw moet het ritme aanleren dat ze in het begin van de baring zal moeten uitvoeren, daarna hoe ze het zal moeten aanpassen wanneer de ontsluiting gaat vorderen, om ten slotte tot een heel ander ritme over te gaan bij het uitdrijven van het kind. Het is onmogelijk, dit ritme te kennen en vol te houden zonder voldoende voorbereiding. Daarom moet aan de moeders de raad gegeven worden, al de lessen te volgen en dit vanaf de vijfde maand van de zwangerschap. Indien de aanstaande moeder regelmatig de lessen volgt en thuis haar oefeningen trouw herhaalt, bestaat er alle kans dat zij zal baren zonder pijn en in het volle bewustzijn van het grote gebeuren dat zich aan haar voltrekt. Dit bewustzijn en de pijnloosheid staan trouwens in nauwe correlatie. Soldaten aan het front staan soms zo gespannen op hun doel, de vijand, dat ze eventueel een schotwonde in het been of de arm niet eens aanvoelen als pijn. Een positieve, bewuste houding tegenover een bepaald feit, zij het nu soldaten tegenover de vijand of de moeder tegenover de bevalling, is in staat om alle pijnreactie weg te nemen. Ten slotte weze nog opgemerkt dat deze techniek van de pijnloze bevalling niet zo maar een of andere ‘truc’ is. Het is een wetenschappelijke methode, die verstandig moet toegepast worden en die inspanning vraagt zowel van de aanstaande moeder als van de dokter en het verplegend personeel. Het ware wenselijk dat onze hele gemeenschap vertrouwd zou geraken met deze methode, opdat geen nieuwe geconditioneerde pijnreflexen meer zouden opgebouwd worden, | |
[pagina 539]
| |
opdat eenmaal een einde zou komen aan de obsessie dat baring noodzakelijk gepaard moet gaan met pijn. | |
Voordelen van de nieuwe methodeDe psychoprofylactische methode is volkomen schadeloos voor moeder en kind: zij is de enige natuurlijke, fysiologische techniek, waarbij alle schadelijke invloeden van pijnverdovende geneesmiddelen worden uitgeschakeld. - Ze laat een actieve en volledige medewerking toe van de moeder, die een van de schoonste daden van haar leven stelt: het leven geven aan haar kind. Daarbij ziet zij het kind geboren worden, wat, psychisch gezien, een factor is van kapitaal belang. - Door de rust van het zenuwstelsel, en het weglaten van alle pijnverdovende middelen worden de baarmoedercontracties bevorderd. - Door de betere baarmoedercontracties, door de methodische ontspanning van de spieren, door de hulp van een efficiënte buikpers, wordt de duur van de baring merkelijk verkort. De gemiddelde duur van de ontsluitingsfase bij een eerstbarende bedroeg vroeger van 10 tot 20 uur, bij een meerbarende van 4 tot 10 uur. Met deze nieuwe methode duurt dezelfde fase van 3 tot 6 uur bij een primapaar, van een halfuur tot 3 uur bij een multipaar, wat dus een vermindering betekent van ongeveer een derde. - De nieuwe methode kan, gedurende het hele verloop van de bevalling, de pijn volledig wegnemen of, beter, voorkomen. Ook de naweeën kunnen aldus bestreden worden. - In de loop van de verlossing treden minder verwikkelingen op: minder scheuren, minder bloedingen enz. Minder verlostangen zullen moeten aangelegd worden, en waar men vroeger genoodzaakt was een keizersnede te doen, zal men nu met een gemakkelijke verlostang het kind ter wereld kunnen brengen dank zij de actieve medewerking van de moeder. - Verder zal de moeder niet meer uitgeput worden door een langdurige en pijnlijke bevalling. Daar zij voedsel mag nemen in de loop van de ontsluitingsperiode en daar ze anderzijds geleerd heeft haar krachten te sparen, zal zij de bevalling kunnen beëindigen in een uitstekende conditie, met het gevolg dat de borstvoeding en de lactatie, door een betere functionele werking van de cortex, daarvan een gunstige invloed ondervinden. De dag zelf van de bevalling mag zij het bed verlaten. - Wat ten slotte de invloed van deze methode op het kind zelf betreft, deze doet zich zowel rechtstreeks als indirect voelen. Er zal minder zuurstoftekort voor de pasgeborene zijn, en als gevolg daarvan - en mede van het feit dat de verlostang, welke soms hersentraumas kan veroorzaken, minder wordt gebruikt - zullen er minder epileptische, achterlijke en andere abnormale kinderen geboren worden. | |
Resultaten van de nieuwe methodeWie het niet gezien heeft, staat er ongelovig tegenover. Wie het eens heeft meegemaakt, is er enthousiast over en wil geen bevalling meer meemaken volgens de oude methode. De Russen beweren 80 à 85% van de vrouwen pijnloos te verlossen, wat voor een wetenschappelijke vondst in de geneeskunde als een machtig succes mag aangezien worden. De oorzaken van mislukking in de overige 15 à 20% zijn te zoeken in een van de volgende factoren: gebrek aan oefeningen; onvoldoende kennis van de methode; gebrek aan vertrouwen; abnormale toestanden, als klein bekken, abnormale liggingen; grote psychische shock, als een sterfgeval in de | |
[pagina 540]
| |
laatste dagen voor de bevalling, enz. In Rusland, waar de methode is ontstaan, werden in 1953 300.000 bevallingen volgens de psychoprofylactische methode uitgevoerd. In China werden vorig jaar 700.000 kinderen ter wereld gebracht volgens dezelfde techniek, met volledige pijnloosheid in 90% der gevallen. Nu zijn praktisch alle landen ermee begonnen. | |
Christelijke waarderingReeds in september 1951 schreef L'Osservatore Romano: ‘De woorden van God tot Eva: “Gij zult uw kinderen baren in pijn en smart” verbieden de vrouw niet méér om geneesmiddelen te nemen ten einde de barensweeën te verzachten, dan het gebod aan Adam: “Gij zult uw brood verdienen in het zweet uws aanschijns” de mens verbiedt om, in plaats van zijn handarbeid zich van een machine te bedienen’. De Russen knoopten aan hun psychoprofylactische methode een materialistische ideologie vast. Zij beweren dat hun systeem de oude gedachte bestrijdt, volgens welke barensweeën onvermijdelijk en onveranderlijk zijn, daar zij klaarblijkelijk niet door de wil kunnen overwonnen worden. En daar zij deze gedachte in de H. Schrift meenden te vinden, willen zij met hun methode bewijzen dat de Bijbel het verkeerd voorhad. Aangezien er, om wille van deze tendens, die aan de Russische methode vastzit, voor katholieke artsen wel enige moeilijkheid bestond om deze methode bij hun cliënteel ingang te doen vinden, werd aan de Paus gevraagd, om stelling te nemen in dit probleem. Hij deed dit op 8 januari 1956. ‘De nieuwe methode wordt dikwijls voorgesteld in het kader van een materialistische filosofie en beschaving, en in tegenstelling met de H. Schrift en het Christendom. De ideologie van een onderzoeker en een geleerde is op zichzelf geen bewijs voor de waarheid van wat hij gevonden heeft’.... Ontdekkingen zijn niet heidens of christelijk omdat hun ontdekkers respectievelijk heidenen of christenen zijn, ‘wetenschappelijke ontdekkingen zijn waar omdat en in de mate waarin zij beantwoorden aan de objectieve realiteit’. De waarheid van de materialistische ideologie wordt niet bewezen door de wetenschappelijke resultaten van hun onderzoekingen. De overtuigde christen kan tegelijkertijd gebruik maken van de nieuwe methode en tevens de materialistische interpretatie ervan volledig verwerpen. En de H. Schrift dan: ‘In dolore paries filios’? ‘Door deze straf aan het eerste ouderpaar en aan hun nageslacht op te leggen, wilde God de mensen niet verbieden, en heeft Hij hen niet verboden, om op zoek te gaan naar alle rijkdommen der schepping en deze te gebruiken.... Zo heeft God ook, toen Hij Eva strafte, de moeders niet willen verbieden, en heeft Hij haar niet verboden, om gebruik te maken van de middelen die de bevalling gemakkelijker en minder pijnlijk doen verlopen’. En wij zijn naar huis gegaan met de gedachte, dit ook uit te werken, ieder in zijn streek, aangepast aan zijn moeders. Wij zullen eraan meewerken, denkende aan de slotgedachte van de H. Vader: ‘De christen hoedt er zich voor, staande tegenover de wetenschappelijke ontdekking van de pijnloze bevalling, om ze kritiekloos te bewonderen en er met overdreven haast gebruik van te maken; hij beoordeelt ze positief en bezadigd, in het licht van het gezonde natuurlijke verstand, en in het scherpere licht van geloof en liefde, dat uitstraalt van God en van het Kruis van Christus’Ga naar voetnoot1). |
|