Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt
(1655)–Anoniem Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt– Auteursrechtvrij
[pagina 247]
| |
Noch mijn minnen
Stelt te leur.
Hoort men klaagen
Die ik draage',
Daar ze laagen
Op mijn hart,
Doen wy scheide,
Met ons beide,
Van de Weide.
Ach! mijn smart.
Kost u geen smeeken,
Noch geen teeken,
Niet verweeken
Veld Goddin?
Doen uw' gemoedt
Was heet van gloedt,
Vol van bloedt,
En van min?
Volmaakte leeden;
Die, door beeden,
Hier beneeden
Wierdt geport;
Door men draagen,
Door men klaagen,
Door men vraagen,
Watje schort.
Bosch en Laane,
Die 'k vermaane
| |
[pagina 248]
| |
Om Diane;
Waar zy is
Doe zy vluchte,
Door 't geruchte,
Door 't gezuchte,
Zoo ik gis.
Klaare beeken
Doet een teeken,
Door u spreeken.
Ach! droeve ziel,
Komt wil stelpen,
Of beswelpen,
Om my te helpen,
Eer ik viel.
Kromme weegen,
'k Ben verleegen
Om te deegen
t' Weten waar zy zat;
Doen ik ruste
Van onluste,
Onbewuste
Deed' ghy wat.
Hey! mijn zinnen,
Houdt doch binnen
Uwe minne',
Die ghy wil
Gaan vertellen,
Door uw' quellen;
't Zijn rebellen,
Of een Gril.
Le Lievre.
|
|