Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt(1655)–Anoniem Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] Van een verloopen Schilder. IAn Kladt heeft doeken en paneelen Besmeert voor uitterste Juweelen, Ter wijkke van een harden stoot, Of schudd' je beurs, den hoogsten noodt. De Kistemaaker en de Weever, Vermoeit van 't geldeloos geleever; Vervolgen hem, voor doek en plank, By pleitery en Scheepens dwank. 't Goedt gaat ter markt, en kan niet gellen; Men tast hem eind'lijk aan de vellen. De mantel weg, de kleêren uit; Daar schiet niet over als de huit. Noch vindt hy drinkebroêrs en snollen, [pagina 130] [p. 130] Die hem, uit medelijden, vollen; En helpen den verlooren man Zijn leedt verdrinken in een kan. Jan kladd' is konstelijk verwildert, Hy heeft zijn zelver uit-geschildert. C. Huigens. Vorige Volgende