Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt
(1655)–Anoniem Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt– Auteursrechtvrij
[pagina 94]
| |
En schuilen daar voor de zons hitte,
Om daar mijn klachten te voldoen?
2 Klaagt nu, mijn geesje, in 't boschaacy.
Waar is geschiedt de snoô boelaacy,
Die mijn nu is, helaas! gedaan,
Van zoo een eer-vergeete Herder?
Die dorst noch koomen vry wat verder,
Had ik hem laaten maar begaan.
3 Neen, neen; flokx, Herder, uit mijn oogen;
Voor u en is nu geen meê-doogen;
Dus doolt nu vry al van mijn àf.
Ghy eer-vergeete lichte menschen,
Ghy doet al 't geen u herte wensche',
En brengen mijn, helaas! in 't graf.
4 Ach! boom en takken hangt nu neerder,
En klaagt met mijn de klachjes veerder;
| |
[pagina 95]
| |
Om dat het hooren zou de Goôn,
Dat ik zo schendig ben bedroogen:
Ik klaag het dan aan u zoo hooge,
Dat hy mach krijgen straf tot loon.
A. de Haas.
|
|