Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt(1655)–Anoniem Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Klachte, over ontrouw. Toon: Repicabam. ZIel voogdesje, Wat schort'er, zeg, nu aan, Dat ghy my troosteloos laat heenen gaan? 'k Liet alles, Engel, op uw' goetheidt staan. Ik dacht, door 't lange loopen’ te hoopen Het endt mijn 's liefde; maar ik zie 't is mis: Nu zal ik 't leven Willig begeven; Zoo 't uw' wil maar is. 2 Stuit mijn klagen, Ghy ziet ik ben in noodt, [pagina 55] [p. 55] Wanneer ik wordt van alle troost ontbloot; Spreek! want u swijgen al mijn ramp vergroot. Zeg, Engel, lieft ghy een ander? 'k verander; Doch zoo niet: of ik blijf u eeuwig trouw: Wijl u begeeren Nooit was, my t' eeren; Schep ik lust in rouw. 3 'k Zal mijn leven Gedenken aan het geen, Dat ik door smeeken, en door mijn gebeên, Van u, ontfangen heb: en ook de reên Die ghy zeid' te houwen, en niemandt te trouwen Als my: hoewel ghy op uw' woordt niet acht. 't Is best geswegen. 't Blijft onverkregen Dat ik hadd' gedacht. K.M. Vorige Volgende