De Stem. Jaargang 20(1940)– [tijdschrift] Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1145] [p. 1145] Verzen door Luc van Hoek 'k Heb zeker veel te lang op al te schone wegen den zeer gereden zang gezocht, en snellen zegen, Hoe ben ik toch zo fel de sterren nagereden en juichend, maar te snel, in 't ruisend licht getreden, En was een toren hoog ik wou den beiaard spelen o! klankvollen proloog, fonklende klinkjuwelen, Zie, aller feesten feest, vrijage in het koren: terwijl gij bloemen leest schal ik op enen horen; In het bronsgroen foreest streel ik uw hals en haren en kan mijn speelsen geest, handen noch mond bedaren; dan varen op den stroom van 't koel' en klare water, 'k besnoei geenénen droom... die wijzigheid komt later. Ja, ik heb àl te lang op àl te zoete wegen den zeer gereden zang gezocht, en snellen zegen. [pagina 1146] [p. 1146] Speelt gij op gulden luit veelmondige accoorden dan zingt mijn dunne fluit de ranken onverstoorde candide melodij de dag gaat snel voorbij... Vorige Volgende