De Stem. Jaargang 20

[p. 824]

Voorjaar
door Johan de Molenaar

Een jonge eik staat in mijn tuin,
een dunne stam met schrale twijgen.
Toch loopen er al knoppen uit.
Als ik dit zie dan moet ik zwijgen

en denken hoe ook dit begin
weer moeilijk is, doch niet te stuiten.
Een vogel - weet hij meer dan ik? -
wiegt op den top en gaat aan 't fluiten.

En 'k wou, dat ik dit klein gedicht
afstemmen kon op zulk een zingen,
want laat niet door éénzelfden wil
zich vogel, boom en mensch doordringen?

O, lentewind door boomenkruin,
voer mee mijn woord en wat de merel
gezongen heeft, - dat 't één gefluit
worde aan het doove oor der wereld.