De Stem. Jaargang 20(1940)– [tijdschrift] Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 823] [p. 823] Twee kamers door C. Buddingh Hier is de kamer, met het kalme vuur, de luie stoelen, en de kanapee, de schuifdeur, met het bruin gordijn ervoor, de vensterbank, beladen met cactee'n. En ginds is net zo'n kamer, ongeveer zo groot als deze, met gelijke meubels. Een zeer gering verschil dus, maar ik hoor hoe hij mij aanroept en zacht met mij keuvelt. Nu zit ik hier, in deze kuise kamer. Schijnbaar 'n gering verschil, en toch, hoe kan 'k verlangen somtijds naar het eerbiedwaardig gelaat der heren op het vaal behang. En naar zijn ouderwetse, beige geur die soms ook uit jouw vlotte kleren wasemt. O, om er weer te zitten, zonder meer, in die atmosfeer die jouw gedachten ademt. Er stil te zitten, zo maar, en te voelen hoe rust van jou over mijn onrust welft. Dat wij ook aan twee kusten moesten spoelen! Aan elke kust een zinneloze helft. Vorige Volgende