De Stem. Jaargang 20(1940)– [tijdschrift] Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 507] [p. 507] Samenkomst door W. Hussem Wanneer ik 's nachts door droomen opgeschrikt, Gewekt word uit den slaap en op moet staan, Hoor ik uw voetstappen beneden gaan Op d'eendre maat waarmee de gangklok tikt. Dan weet ik dat gij tegenwoordig zijt Zooals ik, kind nog, u in 't donker riep En gij uw hand streek door mijn haar tot 'k sliep, Of naast mijn bed zat als ik had geschreid. Dan in de kamer rakel ik het vuur, En bij het hel opvlammen van het hout Is er niets meer dat ons gescheiden houdt Dan straks uw heengaan in het morgenuur. Vorige Volgende